Ik behaalde voor dit vak 18 op 20 !
Dit is een samenvatting van de anatomie van het volledige lichaam. Zowel de botten, spieren, zenuwen en bloedvaten worden besproken.
De verschillende hoofdstukken:
1 & 2/ inleiding
3/ wervelzuil
4/ zenuwstelsel + cardiovasculair systeem
5/ lymfevatensys...
1. Anatomie
ana= open; tomé= snijden
microscopische: studie van weefsels (histologie) & cellen (cytologie)
macroscopische: studie bouw lichaam waarneembaar met blote oog
topografische anatomie: elke regio van het lichaam w apart bestudeerd, inclusief
alle betrokken aspecten, beschrijving ligging structuren tov elkaar
systemische anatomie: elk lichaamssysteem geheel apart bestuderen doorheen
volledige lichaam (eerst skelet, dan ligamenten & spieren)
Bouwplan van het menselijk lichaam
Topografische indeling
Caput (hoofd) (1)
Collum (nek) (2)
Truncus (romp)
o Thorax (borst) (3)
o Abdomen (buik) (4)
o Pelvis (bekken) (5)
Membrum superius (bovenste lidmaat)
Membrum inferius (onderste lidmaat)
2. Oriëntatie
Anatomische positie
Steeds vanuit gaan lichaam in standaardpositie:
In anatomische positie steeds rechtopstaand en hoofd recht
Voeten tegen elkaar & tenen nr voor
Armen in supinatie & hangen langs lichaam
Links vs. Rechts
Richtingen
Op axiaal skelet spreken we van:
- onderaanzicht= caudaal of superior aanzicht
- bovenaanzicht= craniaal of inferior aanzicht
- vooraanzicht= anterior of ventraal
- achteraanzicht= posterior of dorsaal
- structuren meer aan zijkant lichaam= lateraal
- middenas (dicht bij midsaggitale vlak) = mediaal
Bij armen en benen:
- proximaal= dicht bij axiaal skelet
- distaal= ver van skelet (bv. hand distaal tov schouder)
2 of meer structuren liggen aan …
- zelfde kant= ipsilateraal
- verschillende kant= contralateraal
- beide zijden betrokken= bilateraal
- slechts 1 kant betrokken= unilateraal
,Vlakken
Transversaal (horizontaal) vlak
o superior/inferior
o craniaal/caudaal
Frontaal (coronaal) vlak
o anterieur/posterieur
o ventraal/dorsaal
Sagittaal vlak
o links/rechts
o mid-en parasagittaal: sagittale
doorsnede evenwijdig + vlakbij mid-
sagittale vlak = parasagittale vlak
Assen
Transversaal (horizontaal) vlak
o Cranio-caudale of longitudinaleas
Frontaal (coronaal) vlak
o Dorsoventrale of sagittaleas
Sagittaal vlak
o Laterolaterale of transversaleas
3. Osteologie
Osteon = bot; logos = kennis
Functie botten:
Vorm en structuur
Beweging
Bescherming
Aanmaak van bloed
Typisch lang bot
Normale bouw lang bot
Proximale epifyse:dicht bij axiaal
skelet
Diafyse
Dostameepifyse
‘Voetjes’= condillen (1)
Hier staat gewricht op (2)
In bot zelf: matrix structuur met
bloedvaten
Bot w gekenmerkt dr continue bot op-
& afbouw (bij oudere (dames) meer
afbraak => verzwakking)
Soorten botten
lange (ossa longa) en korte (ossa
breva)
platte (ossa plana) bv. heup,
schouderblad
luchthoudende (ossa pneumatica)
voordeel: in oor: lucht in kamer
=> goede drukregeling => evenwicht
pare: bot dat langs beide kanten terugkomt bv. botten in benen
onpare: als er maar 1tje van is
sesambeentjes (ossa sesamoidea) : botten die in een pees zitten bv. patella in patellapees quadriceps
ossa irregularia en accessoria
,Botten ….
Er hangen spieren & ligamenten aan
Er lopen bloedvaten of zenuwen door de gaatjes: dr cervicale werverls bloedvat nr …. (rani?)
4. Botverbindingen
Onechte gewrichten
Synartrosen, verschillende vlakken staan met elkaar in verbinding
Verbinding d.m.v.
o Bindweefsel -> syndesmose
o Kraakbeen -> synchondrose:
bestaande tss 2 botstukken met
kraakbeen tss (bv. groeischijven)
o Bot -> synostose: 2 botten die
vergroeien
Geen tot weinig beweeglijkheid: staat er nt
toe: geen ligamente structuren tussen
Echte gewrichten
Door gewrichtsspleet van elkaar
onderscheiden: spleet met kraakbeen, w
goed ingevet, kapsel rond met ligamenten &
bursa vr extra demping
Beweeglijkheid afhv gewrichtsbanden
Diatrosen: verschillende soorten, assen…
Amfiartrosen: straffe gewrichten
Gewrichten en bewegingen
Op schouderkom extra uitdieping: kom is nt bol Pronatie & supinatie onderarm => draaiing tov elkaar
Termen van beweging
, Abductie,adductie & circumductie Flexie en extensie
Abductie: arm weg bewegen van Flexie: hoek kleiner maken/as korter bv.arm nr voor, elleboog buigen
skelet -> laterale flexie bv. rechteroor nr rechterschouder brengen
Extensie: hoek groter maken bv. knie strekken, arm nr achter
Adductie: arm nr lichaam bewegen
(arm ‘adden’ aan lichaam) Dorsiflexie = dorsaalflexi: tenen omhoog, beweging nr boven
Plantairflexie: tenen neerzetten (hiel omhoog), tenen strekken
Circumductie= draaiende Palmairflexie: hand nr handpalm brengen
beweging van een extremiteit,
verschillende spiergroepen w één Bij heup: antiflexie en retroflexie
voor één aangesproken
Hyperextensie: overstrekken, beweging verder dan normaal
bij hand: radiair (hand richting
duim (radius)) & ulnair (richting
pink (ulnus
Endorotatie & exorotatie
Pronatie & suppinatie Inversie en eversie
Endo= mediale rotatie= interne: in
transversale vlak om longitudinale Pronatie= interne rotatie pols, Inversie: nr binnen bewegen
as naar binnen handpalm nr beneden, mediale voetzool (van mediaal vlak af,
beweging naar lateraal)
Exo= laterale rotatie= externe :
idem mr nr buiten Supinatie= externe rotatie, Eversie: idem mr nr buiten
Bv. rechtervoet wijst naar de handpalm nr boven
zijkant => beweging rechter (als je soep vasthoudt, hou je je
heupgewricht hand zo)
=> in schouder,heup & gebogen
knie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lorree. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $60.10. You're not tied to anything after your purchase.