In eigen woorden weergeven wat de begrippen gezondheid en ziekte betekenen:
- Gezondheid: het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van
de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
- Ziekte: ben je meteen ziek als je niet gezond bent?
We kijken zo naar ziekte:
- Etiologie: wat is de aanleiding of oorzaak?
- Pathologie: wat zijn de ziekelijke veranderingen die de symptomen veroorzaken?
- Symptomatologie: hoe uiten deze veranderingen zich? Wat zijn de symptomen?
Uitleggen wat bedoeld wordt met het draagkracht-draaglastmodel:
- Draagkracht: wat je aankunt.
- Draaglast: wat je voor je kiezen krijgt.
- Decompensatie: als de draaglast groter wordt dan je draagkracht, dan wordt je ziek.
De factoren benoemen die de gezondheid kunnen verstoren in welk geval ziekte kunnen veroorzaken:
-
Beschrijven hoe in de geneeskunde diagnostiek wordt bedreven (anamnese, lichamelijk
onderzoek):
- Percussie:
Het bekloppen van het oppervlakte van het lichaam om aan de hand van het
klopgeluid de toestand van de eronder liggende organen vast te stellen. Vulling van
de urineblaas, hoogte van de baarmoeder na de bevalling.
- Auscultatie:
Het luisteren van lichaamsgeluiden met behulp van een stethoscoop of een hoorbuis.
Luisteren naar het hart, bij het meten van de bloeddruk.
- Palpatie:
Het uitwendig of inwendig met de hand of handen voelen als onderdeel van het
geneeskundig onderzoek. De pols, de temperatuur van de huid.
- Rectaal toucher:
Het onderzoeken van het rectum. Om te kijken of de prostaat vergroot is of om te
kijken hoe de baarmoeder ligt.
Beschrijven welke beeldvormende technieken bestaan ten behoeve van de diagnostiek:
- Röntgenfoto: foto gemaakt met behulp van röntgenstraling en heeft een zeer doordringend
vermogen. Hier kun je alleen harde weefsels zien. Met contrast middel kun je ook zachte
weefsels zien. Brengt weinig schade aan.
- Echografie.
- MRI-scan: m.b.v. een magnetisch veld.
- CT-scan: door middel van CT kun je afbeeldingen maken van de doorsneden van je lichaam.
- PET-scan: wordt gebruikt gemaakt van radioactieve stoffen. Met behulp van een Pet-scan kan
er worden bekeken waar de radioactieve stoffen zich ophopen in je lichaam. Dit is handig
want soms hoopt zich de radioactieve stof op bij tumoren.
De kenmerken van een ziekte benoemen: symptomatologie en ziektebeloop:
, - Symptomatologie:
Welke symptomen zijn er?
- Ziektebeloop:
Subklinisch: je merkt het nog niet.
Manifest: het is duidelijk
Prodromen: symptomen die aankondigen dat er iets mis gaat. Voortekenen.
Acuut: plotseling, doorgaans kortdurend en heftig.
Self-limiting: gaat vanzelf weer over.
Chronisch: langdurig, vaak ‘sluipend’ begin. Niet per definitie
ongeneeslijk/levenslang. Vaak wisselend beloop met exacerbaties (soms wat erger)
en remissies (dat het weer goed gaat)
Recidief: komt opnieuw terug.
Complicatie: als er iets bij komt ten gevolge van een oorspronkelijke ziekte.
Progressief: steeds in ernst toeneemt. De ziekte wordt erger.
Terminaal/ infauste prognose: eindigt in de dood.
Zoveel jaars overleving: percentage patiënten die naar het stellen van een diagnose
die nog in leven zijn.
De principes van behandeling met geneesmiddelen, farmacokinetiek, toedieningswegen,
farmacodynamiek uitleggen:
- Farmakinetiek:
De werking van het geneesmiddel in het lichaam. Wat het lichaam met het
geneesmiddel doet. Wat doet het lichaam met het middel dat het lichaam
binnenkomt (opnemen, verdelen en daarna uitscheiden/eliminatie)
- Farmacokinetische fasen doorloopt het geneesmiddel in het lichaam:
Resorptie: opname
Distributie: verdelen (via bloed)
Werking in de weefsels
Komt dan langs het lever en wordt dan omgezet.
Metabolisering: omzetting
Excretie: uitscheiding. Via de urine of darmen.
Eliminatie medicijn. Uitschakelen van het medicijn.
- Toedieningswegen:
Enteraal: via het maag/darm stelsel. Oraal of rectaal.
Via maagdarmkanaal binnen. Dan lever en nieren staan met elkaar in verbinding door
poortader. Gaat dan langs de lever (breekt het al een deel af). Dat maakt dat die
biologische beschikbaarheid geen 100 % is. Dan komt 80 % in het bloed.
First pase effect.
Parenteraal: dan omzeil je het maag/darm stelsel. Intraveneus, intra cutaan, intra
musculair, subcutaan, inhalatie, lokale toediening (transdermaal) (zalf), druppels, via
de neus, oordruppels, vaginale toediening.
Dan vermijdt je de lever die dan het geneesmiddel afbreekt. Dan krijg je 100 % in het
bloed.
- Farmacodynamiek:
Het effect van het geneesmiddel. Wat het geneesmiddel doet in het lichaam. Wat
ondertussen het lichaam doet met dat geneesmiddel. Het effect wat het lichaam
heeft van dat geneesmiddel (therapeutische effect, bijv. het verlichten van pijn)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaphneTyburski. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.