100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoorcolleges Werk Sport Hobby - Fysiotherapie HU $5.42   Add to cart

Class notes

Samenvatting hoorcolleges Werk Sport Hobby - Fysiotherapie HU

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit bestand zijn alle hoorcolleges van werk, sport, hobby samengevat.

Preview 4 out of 32  pages

  • November 9, 2023
  • 32
  • 2023/2024
  • Class notes
  • -
  • All classes
  • Unknown
avatar-seller
Hoorcollege 2 Fysiologie van pijn
Indeling pijn wordt vaak gedaan op tijdsduur
- Acute pijn  direct na weefselschade
- Chronische pijn  > 3 maanden.

3 soorten pijn:
- Nociceptieve pijn: de pijn die ontstaat op basis van weefselschade
- Neuropathische pijn: Pijn omdat het zenuwweefsel beschadigd is (centraal of perifeer).
- Nociplastische pijn: er is wel pijn, maar niet een hele duidelijke relatie met weefsel.

Emoties, gedrag en cognities en context spelen een belangrijke rol bij pijn.

Fysiologie van nociceptieve pijn (acute pijn)
- Ontstaat wanneer er weefselschade is = noxische prikkel
- Noxische prikkel: beschadiging die leidt tot specifieke sensoren (nocisensoren). Die
informatie komt het lichaam binnen als nociceptie.
- Eerste informatie die wordt doorgegeven:
o Primaire pijn
o Secundaire pijn

Wanneer er weefselschade optreedt begint het perifeer, gaat dan naar ruggenmerg, stijgt dat op via
de hersenstam naar de hersenen. Er komt meteen een reactie vanuit de hersenen terug naar het
ruggenmerg.

Primaire pijn: de eerste hevige pijn die je voelt als je bv. door je enkel gaat. Ontstaat door die
noxische prikkel = duidelijke scherpe en gelokaliseerde pijn. Die info gaat dus vooral over de plaats
en hoe ernstig het is. Wordt via de A delta vezel geleidt.
Secundaire pijn: na verloop van tijd voel je een diffuse pijn (wat vager). Het is er nog wel maar niet
continu aanwezig. Wordt via de C-vezel geleidt. Wordt ook naar emotionele deel gestuurd in de
hersenen.
- Op het moment dat er weefsel beschadigd raakt, ontstaat er een ontstekingsreactie. Komen
allemaal stoffen vrij in het weefsel die ervoor zorgen dat die C-vezel wordt geprikkeld.
- C-vezel reageert op ontsteking en geeft dat door aan het ruggenmerg. Tegelijkertijd geeft die
de prikkel ook weer door aan het weefsel. Niet alleen waar de schade is ontstaan, maar ook
in alle andere uitlopers van die vezel.
- Daar komt Substance P vrij. Dat stofje stimuleert die ontstekingsreactie nog meer.
- Dit zorgt ervoor dat het weefsel rondom de schade veel gevoeliger wordt.
- Hyperalgesie: op het moment dat je je kleine teen hebt gestoten en je stoot die nog een
keer, dan doet het nog meer pijn.  verhoogde gevoeligheid voor die prikkels.
- Allodynie: ook prikkels die eigenlijk niet beschadigend zijn zorgen toch voor een pijnsignaal.
Bv. als je heel voorzcihtig aan die kleine teen gaat voelen.
- Perifere sensitisatie: in het weefsel waar de schade zit, wordt het weefsel gevoeliger.

Samenvatting weefselschade:
Primaire pijn Secundaire pijn
A delta vezels C-vezels en SP
Reflex, directe gewaarwording Perifere sensitisatie
Verdwijnt na opheffen noxische prikkel Blijft aanwezig zo lang ontstekingsreactie duurt
Emotioneel, doet ‘lijden’

,Verwerking op ruggenmergniveau (centrale zenuwstelsel)
- A delta vezels en C-vezels lopen allebei naar het ruggenmerg.
o A delta vezels:
 Direct naar de hersenen (hersenschors)
 Zorgt voor een directe reflex
 Gaat snel
o C-vezels
 Schakelen vaak over, daar wordt SP (Substance P) afgegeven.
 Centrale sensitisatie: in het centrale zenuwstelsel komt dat stofje vrij, zorgt
ervoor dat het gevoeliger wordt.
 Gaan meer naar het emotionele deel van de hersenen. Remmen van de pijn
maakt dit dus veel lastiger, omdat er meer stappen worden gemaakt.

Poorttheorie
- 2 prikkels tegelijk het ruggenmerg binnen (vanuit de C-vezel, en de A beta vezel).
- A-beta vezel = tastprikkel
- A-beta vezel zorgt ervoor dat de poort voor de pijnlijke prikkel (c) gesloten wordt.
- De tast wordt doorgegeven en de pijn wordt geremd.
- Bij de A delta prikkel kan dit niet omdat die direct overschakelt.

Pijndemping
Context bepaalt hoeveel demping er plaatsvindt vanuit de hersenen
Descenderende pijndemping: afnemende pijn.
Endorfinen zijn de lichaamseigen pijndempende stoffen, hierdoor wordt de pijn dus geremd.
Enkefaline komt in ruggenmerg vrij en remt het doorgeven van de nociceptieve prikkels in het
ruggenmerg.

Voordelen endorfine t.o.v. morfine
- Endorfine werkt selectief (alleen waar het nodig is)
- Geen bijwerkingen
- Geen tolerantie

Op het moment dat je gaat bewegen komen er endorfinen vrij. Hierdoor wordt dus op een
natuurlijke manier de pijn gedempt.

Pijnverwerking in de hersenen
Verweking vindt niet alleen plaats in het gewaarwordingsdeel, maar ook in emotioneel en cognitief
gebied.

Pijn betekent niet altijd dat er schade is.
Schade leidt niet altijd tot pijn.
Pijn ontstaat in het brein.

, Hoorcollege 3 introductie in bindweefsel

Wat is weefsel?
4 soorten in het lichaam:
- Spierweefsel
- Epitheelweefsel
- Zenuwweefsel
- Bindweefsel
Weefsel: een samenstel van gelijksoortig gedifferentieerde cellen, dus met gelijke of vergelijkbare
(bouw en) functie, die door intercellulaire contacten en extracellulaire tussenstof verbonden zijn.

Functies bindweefsel
- Het vormt het geraamte van je lichaam (skelet)
- Het verbindt de verschillende lichaamsonderdelen (bijv. kapsel verbindt 2 botstukken)
- Het beschermt de organen
- Metabole functie (speelt een rol bij de stofwisseling)
- Opslag van energie (bijv. bij vetweefsel)
- Vorming van littekenweefsel bij schade.

Bindweefsel bestaat altijd uit cellen, vezels en een grondsubstantie
- Cellen  stofwisseling - Fibroblast is een cel die de vorm bepaalt van bindweefsel
- Vezels  mechanica – om trek of drukkrachten goed op te kunnen vangen.
- Grondsubstantie  kneedbaarheid en vormbaarheid. Zorgt ervoor dat de vezels op de goede
plek blijven.




Extracellulaire matrix: vezels en grondsubstantie samen. Het weefsel buiten de cellen om.
Ligament bestaat voornamelijk uit vezels
Vet bestaat voornamelijk uit cellen
Kraakbeen bestaat voornamelijk uit grondsubstantie.

, Vezels
- Bestaan uit eiwitketens (aminozuren)
- Collageen (pezen en ligamenten) en elastine (arteriën, sommige ligamenten)
- Omdat het zo is opgebouwd (veel verbindingen) zorgt ervoor dat een collagene vezels echt
supersterk is.
- Een collagene vezel van 1mm dik kan een gewicht van 10kg dragen.
- Het kan maar een paar procent rekken, dan scheurt het al.

Soorten collagene vezels
- Type 1  90% van al het bindweefsel, erg trekvast
- Type 2  In kraakbeen, kunnen goed tegen druk door sterke waterbinding. Dus beter
omgaan met drukkrachten dan trekkrachten.
- Type 3  Wordt als eerst geplaatst na schade en bijv. ook in lever, weinig structuur.




Bindweefsel in ons lichaam moet continu fit gehouden worden. Ons lichaam vernieuwt het weefsel
steeds weer.
Wie onderhoudt het weefsel? De cel (fibroblast)
Wanneer? In rust (geen inspanning)

- Fibroblast leeft een paar maanden en kan in 1-2 dagen delen als het nodig is.
- Proteoglycanen/GAG’s: 1-14 dagen.
- Collagene vezels
o Ligamenten: 300-500 dagen
o Huid: 14 jaar
o Bot: 10 jaar
o Kraakbeen: 100-200 jaar

Bindweefsel onderhouden, afhankelijk van:
- Aantal actieve cellen
- Beschikbaarheid van zuurstof (doorbloeding)
- Beschikbaarheid essentiële voedingsstoffen (aminozuren, vitamine C)
- Autonome ZS en hormoonactiviteit
- Ziekten of schadelijke stoffen (nicotine, diabetes)

Hoe kun je bindweefsel positief beïnvloeden?
- Wet van Wolff
o Je bindweefsel/bot past zich aan aan jouw belasting
- Wet van Davis
o Meer gericht op meerdere vormen van bindweefsel
 Bij grotere belasting wordt er meer bindweefsel neergelegd (hypertofie)
 Bij onderbelasting wordt er meer weefsel afgebroken (atrofie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riannevanwijngaarden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42
  • (0)
  Add to cart