Inhoudstafel met alle puntjes en extra belangrijke notities die zaken aanvullen en/of verduidelijken.
Resultaat examen eerste zit: 17/20
Docenten: Leentje van Aken & Ignace Vernimme
Inleiding
1. Algemeen
1.1. Grondwet
1.1.1. Gelijkheid en vrijheid
1.1.1.1. Rassendiscriminatie
1.1.1.2. Vrijheid van handel of vereniging
1.1.2. Montesqieu (scheiding der machten)
1.1.2.1. Uitvoerende macht
1.1.2.1.1. Regering en/of de koning
1.1.2.2. Wetgevende macht
1.1.2.2.1. Federaal parlement (senaat + kamer)
1.1.2.3. Rechterlijke macht
1.1.2.3.1. Hoven en rechtbanken
2. Definitie van het recht
2.1. Geheel van gedragsregels
2.2. Opgelegd door de overheid
2.2.1. Deontologie
2.3. Recht kan worden afgedwongen (fysiek of financieel)
2.3.1. Verbod op eigenrichting (men mag zelf geen recht afdwingen)
2.4. Recht beoogt de ordening van de maatschappij
3. Indeling van het recht
3.1. Recht beperkt in ruimte en tijd
3.1.1. Internationaal
3.1.2. Nationaal (Belgisch territorium met uitzondering op Benelux)
3.1.2.1. Publiekrecht
3.1.2.2. Privaatrecht (B.A.S.F.O.S.)
3.1.2.2.1. Burgerlijk recht
3.1.2.2.2. Arbeidsrecht
3.1.2.2.3. Sociaal zekerheidsrecht
3.1.2.2.4. Fiscaalrecht
3.1.2.2.5. Ondernemingsrecht (inbegr.het intellectueel recht)
of handels en economisch recht
3.1.2.2.6. Strafrecht
3.2. Volgens afdwingbaarheid
3.2.1. Dwingende rechtsregels (= imperatief recht)
3.2.2. Aanvullende rechtsregels (afwijken bij contracten mogelijk)
4. De rechterlijke macht in het bijzonder
4.1. Strafrechtbanken (conflict tussen overheid (openbaar ministerie) & burger
(CPH) of onderneming)
4.1.1. Politierechtbank (overtreding)
4.1.2. Correctionele rechtbank (wanbedrijf)
4.1.3. Hof van assisen (misdaad, politieke en persmisdrijven) (jury)
, 4.2. Burgerlijke rechtbanken (geschillen tussen burgers) (voraf)
4.2.1. Vredegerecht
4.2.2. De rechtbank van eerste aanleg
4.2.3. De familie- en jeugdrechtbank
4.2.4. De ondernemingsrechtbank
4.2.5. De arbeidsrechtbanken
4.3. Hoven van beroep (arbiedshof) (behalve voor kleine zaken: <1.240€)
4.3.1. Antwerpen
4.3.2. Bergen
4.3.3. Brussel
4.3.4. Gent
4.3.5. Luik
4.4. Hof van Cassatie (na laatste aanleg)
4.5. Arbitrage (private rechtbank)
Deel 1: Het burgerlijk recht
- Het vermogensrecht
- Het verbintenissenrecht en overeenkomsten in het bijzonder
- Het personen en familierecht
- Het erfrecht
1. Het vermogensrecht
1.1. Definities
1.1.1. Objectief
1.1.1.1. Goederen
1.1.2. Subjectief
1.1.2.1. Rechten en plichten
1.2. De vermogensrechten
1.2.1. Zakelijke rechten
1.2.1.1. Macht op de zaak zelf
1.2.1.1.1. Eigendom, vruchtgebruik, erfdienstbaarheid
1.2.2. Vorderingsrechten of persoonlijke rechten
1.2.2.1. Recht om iets van een andere persoon te vorderen
1.2.2.1.1. Huurrecht
1.2.3. Intellectuele rechten
1.2.3.1. recht op creatie of schepping
1.2.3.1.1. Auteursrecht
1.3. Het voorwerp van de vermogensrechten
1.3.1. Definitie van een ‘goed’ —> voor verkrijging vatbaar+bevredigd behoefte
1.3.2. Zakelijke recht
1.3.2.1. Stoffelijk goed
1.3.3. Intellectueel recht
1.3.3.1. Geestelijk goed
1.4. Diverse types van goederen
, 1.4.1. Roerende en onroerende goederen
1.4.1.1. Roerende goederen
1.4.1.1.1. Verjaring 3 jaar
1.4.1.2. Onroerende goederen
1.4.1.2.1. Verjaring 10 of 20 jaar
1.4.1.3. Voorwaarde wanneer roerend goed onroerend kan
worden/zijn
1.4.1.3.1. Eigenaar dezelfde
1.4.1.3.2. band tussen beide goederen
1.4.2. Goederen die aan iemand en goederen die aan niemand
toebehoren
1.4.2.1. Aan iemand
1.4.2.2. Aan niemand
1.4.2.2.1. Gemene zaken (creaties na verstrijken van auteursrecht)
1.4.2.2.2. Goederen die geen eigenaar hebben
1.4.2.2.2.1. Onroerend
1.4.2.2.2.2. Roerend
1.4.3. Goederen in de handel en buiten de handel
1.4.4. Lichamelijke en onlichamelijke goederen
1.4.4.1. Tastbaar
1.4.4.2. Niet tastbaar
1.4.5. Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
1.4.6. Vervangbare en niet-vervangbare goederen
1.4.7. Deelbaar en ondeelbaar
1.4.8. Hoofdzaak en bijzaak = niet een onderdeel van de zaak
1.4.9. Tegenwoordige en toekomstige goederen
2. Het verbintenissenrecht
2.1. Definities
2.1.1. Prestatie
2.1.1.1. geven
2.1.1.2. doen
2.1.1.3. niet doen
2.1.2. Schuldenaar
2.1.3. Schuldeiser
2.1.4. Schuld
2.1.5. Schuldvordering
2.2. Bronnen van verbintenissen
2.2.1. De contracten
2.2.1.1. Algemeen - Definities
2.2.1.1.1. Overeenkomst
2.2.1.1.1.1. Ontstaan, wijzigen of uitdoven
2.2.1.1.2. Contract
2.2.1.1.2.1. Enkel ontstaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hoplabits. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.