100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Geneesmiddelen van endo volledige samenvatting $3.75   Add to cart

Summary

Geneesmiddelen van endo volledige samenvatting

5 reviews
 304 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting van de geneesmiddelen van het endocrien systeem. De te kennen geneesmiddelen zijn in rood aangegeven.

Last document update: 6 year ago

Preview 4 out of 49  pages

  • Yes
  • December 21, 2017
  • December 22, 2017
  • 49
  • 2017/2018
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: miloco • 4 year ago

review-writer-avatar

By: marcsimon98 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: kusunfitwi • 5 year ago

review-writer-avatar

By: emmadam • 5 year ago

review-writer-avatar

By: lotteschiphof • 6 year ago

avatar-seller
College 1: Introductie
E.M. van Dijk

Het endocrien systeem
Het endocrien systeem omvat het hormonaal systeem en de regulatie van verschillende processen
door deze hormonen. Het endocrien systeem speelt een belangrijke rol in de regulatie van
vegetatieve lichaamsfuncties, dit zijn functies die zijn gericht op het voortbestaan van individu en
soort. Voorbeelden van endocriene regulatie zijn metabole functies (energiehuishouding en groei),
het immuunsysteem, regulatie van het interne milieu (water- en elektrolythuishouding,
bloedsomloop en bothuishouding) en voortplanting. Hormonen worden geproduceerd door
specifieke orgaantjes, zoals de bijnierschors. Weefselhormonen komen niet uit een gespecialiseerd
orgaantje maar vanuit het weefsel zelf. Hormonen moet men niet te veel los van elkaar zien,
aangezien de interactie van hormonen onderling en de combinatie van verschillende hormonen ook
zeer belangrijk is.

De communicatie tussen organen en celsystemen is van belang, voorbeelden hiervan zijn
communicatie via het autonome zenuwstelsel (relatief snel), hormonen (relatief langzaam) en
wederzijdse interactie (neuro-endocrine cellen). In zenuwcellen is sprake van elektrische signalen,
vandaar dat de communicatie zeer snel is. Zenuwcellen kunnen ook hormonen afgeven na activatie
door een actiepotentiaal, dit wordt neuro-endocrine communicatie genoemd. De communicatie via
hormonen is relatief langzaam omdat hormonen aan het bloed worden afgegeven, het duurt dus
relatief lang voordat het hormoon het targetorgaan heeft bereikt. Andere voorbeelden van
communicatie zijn autocriene en paracriene communicatie. Bij autocriene communicatie heeft een
hormoon ook effect op de plek waar het is afgegeven (de eigen cellen), bij paracriene communicatie
grijpt het hormoon aan op naburige cellen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij insuline, dit
communiceert zowel autocrien, paracrien als endocrien. De autocriene communicatie zorgt ervoor
dat de eigen afgifte geremd wordt.

In het endocrien systeem zijn de hypothalamus en hypofyse zeer belangrijk. De hypothalamus zit
bovenaan de hersenstam, de hypofyse hangt hieronder. Er is veel interactie tussen deze twee
organen. De hypothalamus zorgt vooral voor releasing/inhibiting hormones (stimulerende of
remmende hormonen), deze hebben een effect op de hypofyse. De hypofyse wordt dan
gestimuleerd ofwel geremd in de afgifte van hormonen. De hypothalamus zorgt bijvoorbeeld voor de
afgifte van TRH (thyroid releasing hormone), wat zorgt voor de afgifte van TSH (thyroid stimulating
hormone) in de hypofyse. TSH zorgt er vervolgens voor dat de schildklier schildklierhormonen gaat
aanmaken. De hypofyse geeft veel verschillende typen hormonen af, waaronder TSH (effect op de
schildklier), ACTH (effect op corticosteroïd productie van de bijnierschors), FSH en LH
(geslachtshormonen) en GH (groeihormonen). Prolactine wordt in de hypofyse gestimuleerd, en
heeft een direct effect op het lichaam, in tegenstelling tot veel andere hypofysehormonen. MSH
speelt een rol bij pigmentatie in de huid en oxytocine is belangrijk bij de inzetting van weeën. De
release van insuline en glucagon wordt niet gereguleerd door de hypofyse, maar door het
bloedsuikergehalte in het lichaam.

De hypofyse- en hypothalamushormonen zijn peptidehormonen. Ze grijpen aan op
membraanreceptoren, aangezien de moleculen hydrofiel zijn. Ze kunnen dus niet door de
membranen heen passeren. Deze membraanreceptoren zijn vaak G-eiwitgekoppelde receptoren of
tyrosine kinases. Steroïde hormonen zijn hormonen uit bijvoorbeeld de bijnier, geslachtsorganen en
de schildklier. Deze hormonen zijn juist lipofiel, ze kunnen dus door de membranen heen diffunderen
en grijpen aan op de intracellulaire receptoren. In tegenstelling tot membraanreceptoren werken
intracellulaire receptoren vrij langzaam. Dit komt doordat na activatie van deze receptoren de
eiwitsynthese wordt gereguleerd. In de therapie wordt van dit onderscheid gebruik gemaakt.

,Peptidehormonen worden over het algemeen snel afgebroken in de maag, terwijl steroïde hormonen
stabieler zijn.

Hormonen die worden toegepast in de therapie zijn vaak analogen, dit zijn stabiele agonisten of
antagonisten. Bij eiwithormonen wordt vaak gebruikt gemaakt van de effector hormonen, aangezien
deze stabieler en beter toepasbaar zijn. In de therapie kan men ook proberen om de
hormoonsynthese zelf te beïnvloeden, door de vrijmaking of het metabolisme van hormonen te
stimuleren of te remmen. Dit is alleen mogelijk wanneer de hormoonsynthese nog mogelijk is, bij
diabetes type I heeft dit soort therapie bijvoorbeeld geen effect, aangezien de synthese van insuline
is aangetast.

Hypofyse & hypothalamus
De hypothalamus en hypofyse reguleren gezamenlijk een groot deel van het
endocrien systeem. De hypothalamus zet neuronale signalen vanuit de
hersenen om in een hormoonsignaal. De hypofyse is opgebouwd uit drie delen:
• De adenohypofyse (voorkwab), deze zorgt voor de productie van
hormonen, en bevat dus endocriene cellen die zorgen voor de
hormoonproductie.
• De middenkwab, deze is bij mensen nauwelijks aanwezig.
• De neurohypofyse (achterkwab), hier zitten neuro-endocrine cellen die
na stimulatie hormonen vrijgeven aan de bloedbaan.
De hormonen uit de hypothalamus reguleren de afgifte van hormonen door de
adenohypofyse. Een belangrijk verschil tussen de voorkwab en de achterkwab
is dat de zenuwcellen in de neurohypofyse al ontspringen in de hypothalamus
zelf en eindigen in de neurohypofyse, tussen de hypothalamus en de voorkwab
zit een uitgebreid poortadersysteem, waarbij de hormonen vanuit de
hypothalamus eerst naar de voorkwab gaan, en daar de hormoonproductie
plaatsvindt.

In de hypothalamus en hypofyse zijn feedbackmechanismen aanwezig. Dit houdt in dat de hormonen
die in de periferie worden geproduceerd terugkoppelen op de hypofysehormonen. Deze
hypofysehormonen koppelen soms ook weer terug op de hypothalamushormonen. Op deze manier
wordt de productie van te veel hormonen voorkomen. Van deze mechanismen wordt ook gebruik
gemaakt in de therapie. Prolactine werkt niet via feedbackmechanismen, hier is sprake van een
neuroreflex. Prolactine zorgt voor de productie van melk, wanneer een baby aan de borst zuigt zorgt
dit voor de activatie van pathways die ervoor zorgen dat prolactine meer wordt gestimuleerd. PIH
staat voor het prolactine inhibiting hormone, en remt dus prolactine. PIH staat ook wel bekend als
dopamine, en is dus geen peptidehormoon. GHIH (groeihormoon inhibiting hormone) staat ook wel
bekend als somatostatine, dit is een van de weinige hypothalamushormonen waar gebruik van wordt
gemaakt in de therapie.
De neurohypofyse (achterkwab) is grotendeels verantwoordelijk voor de productie van ADH (anti-
diuretisch hormoon, vasopressine) en oxytocine. ADH zorgt voor de upregulatie van waterkanaaltjes
in de nefronen, wat ervoor zorgt dat het lichaam meer water vasthoudt. Oxytocine is van belang bij
het ontstaan van weeën. Ook hier speelt een neuroreflex een rol, wanneer de buikwand ver genoeg
is uitgerekt wordt de productie van oxytocine gestimuleerd, waardoor de bevalling inzet.

Hypothalamushormonen worden ook wel neurohormonen genoemd, omdat hun afgifte neuronaal
wordt gereguleerd. Dit houdt in dat signalen uit de hersenen ervoor zorgen dat de hypothalamus
hormonen gaat afgeven.

, Hypothalamische hormonen
Hypothalamus Effect op hypofyse
Corticotrophin-releasing hormone (CRF/CRH) Adrenocorticotroop hormoon (ACTH) ↑
Thyrothropin-releasing hormone (TRH) Thyroïd-stimulerend hormoon (TSH) ↑
Growth-hormone releasing factor (GHRH) Groeihormoon (GH) ↑
Somatostatine (GHIH) GH ↓, TSH ↓ (insuline ↓, glucagon ↓)
Gonadotrophin-releasing hormone (GnRH) Follikelstimulerend hormoon (FSH) ↑
Luteïniserend hormoon (LH) ↑
Prolactin-releasing hormone (PRH) Prolactine ↑
Prolactin-releasing inhibiting factor (dopamine) Prolactine ↓
MSH-releasing factor Melanocyte-stimulating hormone (MSH) ↑
MSH release inhibiting factor MSH ↓
Hypothalamushormonen zijn de meest kleine peptiden, de hypofysehormonen zijn de meest grote
peptiden/eiwitten. Op de stoffen in het grijs wordt niet zoveel teruggekomen aangezien zij minder
belangrijk zijn in de therapie. De adenohypofysehormonen kunnen in drie verschillende groepen
worden ingedeeld op basis van hun grootte en structuur.
• Groep 1 is een kleine groep, deze groep omvat de somatotrope hormonen, waaronder
groeihormonen en prolactine.
• Groep 2 omvat de glycoproteïnen, deze groep bevat suikermoleculen die aan de
molecuulstructuur zijn vastgemaakt. Onder deze groep vallen LH, FSH, TSH en CG.
• Groep 3 zijn hormonen die allemaal uit hetzelfde precursoreiwit, pro-opiomelanocortine, zijn
ontstaan. De hormonen in deze groep zijn ACTH, α-MSH en β-LPH.
Het onderscheid tussen deze groepen is goed om te kennen voor therapiedoeleinden.

De glycoproteïnen (groep 2) bestaan uit een α- en een β-subunit. De α-subunits van deze hormonen
is vrijwel identiek, maar de β-subunits verschillen, de β-subunit zorgt dan ook voor het specifieke
effect van het hormoon. De α-subunits bevatten twee oligosaccharide ketens die via asparangine zijn
gebonden, de β-subunit bevat 1 of 2 oligosaccharide ketens.

Pro-opiomelanocortine is het precursoreiwit in groep 3. Afhankelijk van welke proteases aanwezig
zijn kan pro-opiomelanocortine worden opgesplitst in ACTH, α-MSH of β-LPH. MSH en LPH zijn
belangrijke signaaleiwitten in de hersenen. Wanneer patiënten een tumor hebben die ervoor zorgt
dat veel ACTH wordt geproduceerd zal ook de pigmentatie van de huid toenemen, als gevolg van een
toename van MSH. Wanneer er meer pro-opiomelanocortine aanwezig is zal de concentratie van LPH
en MSH namelijk ook toenemen.

Aminozuren en peptiden
Een aminozuur is een carbonzuur met een aminogroep op het α-atoom. Het α-
atoom heeft een H en een R-groep, met uitzondering van glycine dat twee H-
atomen heeft. Aminozuren komen bij een fysiologische pH voor als zwitterion, dit
houdt in dat het molecuul ladingen bevat maar dat de netto lading 0 is. De
carboxylgroep is de meest zure groep, de aminogroep is minder zuur. De
eigenschappen van de R-groep classificeren de aminozuren in vier groepen: apolair,
polair, zuur en basisch. De R-groep bepaald dus welke reacties het aminozuur aan
kan gaan.

, De aminozuren met hun drieletter afkorting en hun structuren. De aminozuren in het grijs en de
eenletter afkorting hoef je niet te kennen. Alleen de te kennen structuren zijn weergegeven.
Aminozuur Drieletter afkorting
Alanine Ala
Arginine Arg
Asparangine Asn
Aspartaat Asp
Cysteine Cys
Glutamaat Glu
Glutamine Gln
Glycine Gly
Histidine His
Isoleucine Ile
Leucine Leu
Lysine Lys
Methionine Met
Phenylalanine Phe
Proline Pro
Serine Ser
Threonine Thr
Tryptofaan Trp
Tyrosine Tyr
Valine Var

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquekoopman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  16x  sold
  • (5)
  Add to cart