Formeel strafrecht K2
Week 1
Het karakter van het strafproces is gericht op de verwezenlijking van het materiële
strafrecht. Dit gaat via de procedures en de bevoegdheden om normafwijkend
gedrag daadwerkelijk aan te pakken. Het normeren (= begrenzen) van de
overheidsmacht gaat aan de hand van strafvorderlijke normen die de inhoud geven
aan recht op een eerlijk proces (art. 6 EVRM)
Doel en aard van het strafprocesrecht
Het is de taak van de overheid om de gemeenschap tegen wangedrag te
beschermen. Wanneer ondanks preventieve maatregelen toch delicten worden
begaan zal de overheid ernaar streven dat de daders hun gerechte straf krijgen
(repressie). De essentie van het strafprocesrecht ligt in de bescherming van de
burger tegen de staatsmacht; het moet vooral een rechtvaardige toepassing van de
strafwet verzekeren.
Het eerste doel waarnaar gekeken wordt is de beperking van macht. Het doel is voor
bescherming tegen ongerechtvaardigde, onnodige en te ver gaande inbreuken. Het
strafprocesrecht breidelt de macht van de overheid tegenover de burger, door de
uitoefening van die macht bij de bestrijding van criminaliteit aan regels te binden, dus
ook de overheid moet zich aan regels houden (het formele legaliteitsbeginsel).
Hierna wordt er gekeken naar het doel bescherming van onschuldigen. De regel, dat
alleen mag worden gestraft indien op deugdelijke wijze is vastgesteld dat
daadwerkelijk een strafbaar feit werd begaan en wie daarvoor verantwoordelijk moet
worden gehouden, kan nauwkeuriger worden geformuleerd: het strafprocesrecht is
opgebouwd in beginsel dat niemand mag worden gestraft zonder dat volgens in de
wet neergelegde regels door een onafhankelijke rechter is vastgesteld dat hij zich
aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Elke tegen een onschuldige gerichte
justitiële activiteit, al gaat zij niet verder dan alleen onderzoek, is in beginsel onjuist
en moet daarom zoveel mogelijk worden voorkomen.
Het derde doel waarnaar gekeken wordt is proportionaliteit en subsidiariteit.
Repressie is alleen toelaatbaar wanneer zij proportioneel is, ten opzichte van het
nagestreefde doel en ten aanzien van de gehanteerde middelen. Verder wordt
subsidiariteit verlangd: zijn er minder ingrijpende middelen, dan gaan die voor. Dit is
echter geen zelfstandige eis: middelen zijn al disproportioneel wanneer hun doel ook
met lichtere wapens kan worden bereikt.
Als laatste wordt er gekeken naar het doel demonstratie en explicatie. Het
strafproces dient ter demonstratie en ter explicatie: het demonstreert waar de
grenzen van de strafbaarheid liggen en het expliciteert de door de rechter gekozen
reactie. Het eerste vergt openbaarheid, het tweede een volledige behandeling ter
zitting en een helder gemotiveerd vonnis.
, Normering van overheidsmacht in opsporingsfase
Het legaliteitsbeginsel van het formele strafrecht staat geregeld in art. 1 Sv.
Aangezien hier staat dat alle rechtshandelingen bij wet voorzien zijn mag het
opsporen alleen gaan op de manier die de formele wetgever bedacht heeft.
De wijze van opsporing en de daarvan behaalde resultaten worden opgenomen in
een proces-verbaal. Dit staat geregeld in:
o Art. 152 Sv
o Art. 153 Sv
o Art. 148 lid 3 Sv
o Art. 149a Sv
o Art. 149b Sv
Een Officier van Justitie is niet alleen een opsporingsambtenaar, dit is geregeld in het
Wetboek van Strafvordering, maar het is ook een rechtelijk ambtenaar. Hij moet het
onderzoek dus ook compleet, zorgvuldig en eerlijk begeleiden. Art. 148 lid 1 jo 149
lid 2 Sv en art. 12 Polititewet.
Als een opsporingsambtenaar iets doet wat tegen de wet is, dan zijn hier op grond
van art. 359a Sv consequenties voor.
Twee functies
Het procesrecht heeft twee verschillende functies. Het heeft een instrumentele
functie, dit betekent dat er gekeken wordt naar de belangen van de gemeenschap.
Ook heeft het strafproces een rechtsbescherming. Hierbij wordt er gekeken vaar de
belangen van de verdachte. Deze twee functies zijn voor de rechtshandhaving, de
handhaving van het recht via een wettelijke procedure.
Vindplaats van het strafprocesrecht
Je kunt het strafprocesrecht in twee verschillende gebieden terugvinden. Je vindt ze
namenlijk terug in het Wetboek van Strafvordering en in bijzondere wetten. In deze
twee vindplaatsen vindt je art. 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) met het EU-
strafrecht en de verdragen en je vindt de beginselen van een behoorlijke procesorde.
Het betreft de volgende beginselen:
- Vertrouwensbeginsel
- Gelijkheidsbeginsel
- Zuiverheid van oogmerk (détournement de pouvoir)
- Subsidiariteit en proportionaliteit (redelijke en billijke belangenafweging)
Strafproces
Het strafprocesrecht regelt het strafproces. Het strafproces is verdeeld in drie
stappen:
1. Een vooronderzoek art. 132 Sv
- Beslissing tot (verdere) vervolging
2. Onderzoek ter terechtzitting
3. Beraadslaging en uitspraak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BrittTempelaars. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.