Samenvatting Milieurecht
Wat is het omgevingsrecht
Het recht dat betrekking heeft op de ordening en bescherming van de fysieke leefomgeving.
Beginselen
Voorzorgsbeginsel: dwingt om alvast maatregelen te nemen ook al zijn de gevolgen van een
bepaalde handeling nog niet duidelijk.
Preventief handelen: er moeten maatregelen worden getroffen, maar dan zijn de gevolgen al
bekend. Je probeert iets te voorkomen.
Bestrijding aan de bron: zoveel mogelijk maatregelen aanpakken bij de bron.
Stand-stillbeginsel: dit is een Europees beginsel en ziet op de lidstaten. Als een norm ruim
gehaald wordt, mag de norm niet worden opgevuld. Als er een strengere norm gehanteerd
kan worden dan moet dit ook.
De vervuiler betaalt: de vervuiler moet betalen.
Verschil tussen voorzorgsbeginsel en beginsel van preventief handelen is dus of het gevolg
al bekend is.
Omgevingsvergunning
Een omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor meerdere plaatsgebonden
activiteiten. Deze activiteiten moeten wel op dezelfde locatie plaatsvinden.
Art. 2.1 Wabo geeft een aantal activiteiten waarvoor je altijd een omgevingsvergunning aan
moet vragen. Art. 2.2 Wabo geeft aan voor welke activiteiten een vergunning of ontheffing
nodig is, als dit in een lokale (gemeentelijke of provinciale) verordening is bepaald.
Let op: het kan zijn dat je voor één feitelijke handeling, wel voor meerdere activiteiten een
vergunning aan moet vragen. Dit kan worden gecombineerd in één omgevingsvergunning.
Procedure omgevingsvergunning
Er zijn twee procedures mogelijk, de reguliere of de uniforme openbare
voorbereidingsprocedure. Art. 3.7 Wabo zegt dat de reguliere procedure van toepassing is
tenzij paragraaf 3.3 van de Wabo van toepassing is. Art. 3.10 Wabo (staat in paragraaf 3.3)
zegt wanneer de Uov-procedure van toepassing is.
Het verloop van de procedures is beschreven in de Awb, maar let op de Wabo wijkt hiervan
af.
Bij de reguliere procedure is de Lex Silencio Positivo, dus vergunning van rechtswege als
bestuursorgaan de beslistermijn overschrijdt, van toepassing (art. 4:20a Awb jo. 3.9 lid 3
Wabo). Maar een van rechtswege verleende vergunning kan op grond van art. 2.33 lid 1 sub
e Wabo wel worden ingetrokken of gewijzigd (art. 2.33 lid 1 sub e Wabo).
Bij de Uov-procedure is de Lex Silencio Positivo niet van toepassing, deze is immers niet van
toepassing verklaard.
Deelvergunningen
Als een deelvergunning wordt verleend kun je al een deel gaan uitvoeren. Als de activiteiten
niet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn kun je een deelvergunning aanvragen (art. 2.7
Wabo). Als je met één feitelijke handeling meerdere activiteiten die genoemd zijn in art. 2.1
en/of 2.2 Wabo raakt dan mag je dus geen omgevingsvergunning aanvragen. Er is hierop
wel een uitzondering, dat is de activiteit uit art. 2.1 lid 1 sub c Wabo (deze uitzondering staat
genoemd in 2.7 Wabo).
Een andere uitzondering is art. 2.1 lid 1 sub e Wabo (inrichting verdere uitleg over inrichting
zie verderop in samenvatting) dan is het altijd onlosmakelijk verbonden. Bijvoorbeeld het
bouwen van een stal (sub a) en het houden van dieren.
, Gefaseerde vergunning (art. 2.5 Wabo)
Fase 1: inventariseren of je toestemming krijgt voor een activiteit.
Fase 2: hierbij vraag je vergunningen aan, maar dan weet je al, indien je bij fase 1 geen
toezegging, hebt gekregen dat je niet aan fase 2 hoeft te beginnen.
Omgevingsvergunning inrichting (art. 2.1 lid 1 sub e Wabo)
Art. 1.1 Wet milieubeheer geeft de definitie van een inrichting: elke door de mens
bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die
binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
Dus eerst kijk je
-Is het van bedrijfsmatige omvang
-Is het plaatsgebonden
-Continuïteit (blijft voor een langer tijd)
Als aan de definitie uit art. 1.1 Wm is voldaan dan kijk je of het genoemd staat in bijlage 1
onderdeel C Bor (let op er zijn meerdere categorieën in onderdeel C alles hoort hierbij!).
Als Onderdeel C van de bijlage zegt dat het vergunningplichtig is, dan is het
vergunningplichtig op grond van art. 2.1 Bor. Dit artikel zegt dat een inrichting
vergunningplichtig is als is voldaan aan de definitie van art. 1.1 Wm en het genoemd is in de
bijlage onderdeel C. Dan heb je dus op grond van art. 2.1 lid 1 sub e Wabo een
omgevingsvergunning nodig.
Activiteitenbesluit milieubeheer
Het activiteitenbesluit maakt onderscheidt in drie typen inrichtingen: type A, B en C. Zie art
1.2 Activiteitenbesluit milieubeheer. Om te bepalen of een omgevingsvergunning voor de
inrichting nodig is aan de hand van art. 2.1 lid 1 sub e Wabo moet je dus bovenstaand
stappenplan doorlopen. Voor alle vereisten van de typen inrichtingen zie het
activiteitenbesluit.
Type A: hiervoor is geen omgevingsvergunning vereist en is ook geen meldingsplicht.
Type B: hiervoor is geen omgevingsvergunning vereist, maar wel meldingsplicht.
Type C: hiervoor is wel een omgevingsvergunning vereist.
Soorten vergunningen
De verschillende vormen uit art. 2.1 lid 1 sub e Wabo
Oprichten: het starten van het bedrijf
Verandering: er is een vergunning voor iets verleend, maar je wilt af gaan wijken van de
vergunning. Bijvoorbeeld een boer heeft een vergunning om koeien te mogen houden, maar
wilt daarnaast ook kippen gaan houden.
Revisie: komt uit artikel 2.6. Kan door de vergunninghouder worden aangevraagd, maar ook
ambtshalve door het bevoegde gezag. Dan worden alle vergunningen samengevoegd. Dus
er is bijvoorbeeld al 5 keer een veranderingsvergunning aangevraagd dan wordt dit
samengevoegd in een revisievergunning.
Wijzigen van een inrichting
Veranderen zonder vergunning: het kan zijn dat je feitelijk iets verandert, maar je wel aan de
vergunning houdt. Bijvoorbeeld een boer heeft een vergunning voor 500 koeien, maar je wilt
er maar 300 houden dan mag dat zonder vergunning. Je mag er immers 500 houden. Art.
2.4 Bor.
Milieuneutrale wijziging: je gaat buiten de vergunning, maar dit heeft geen invloed op het
milieu. Dan is de reguliere en dus niet de Uov-procedure van toepassing op grond van art.
3.10 lid 3 Wabo.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wesleyve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.27. You're not tied to anything after your purchase.