Boom Juridische studieboeken - Recht van de Europese Unie
Deze samenvatting bevat alle verplicht voorgeschreven literatuur van het vak Europees Recht, studiejaar , gedetailleerd en met zorg samengevat, waarbij belangrijke onderwerpen zijn gedestilleerd uit de grote hoeveelheid literatuur en uitspraken. Hierdoor kunt u duidelijk hoofd-en bijzaken van elkaa...
Europees Recht
Rijksuniversiteit Groningen
Deze samenvatting bevat alle verplicht voorgeschreven
literatuur van het vak Europees Recht, studiejaar 2017-2018,
gedetailleerd en met zorg samengevat, waarbij belangrijke
onderwerpen zijn gedestilleerd uit de grote hoeveelheid
literatuur en uitspraken. Met deze samenvatting bent u zeker
klaar voor het tentamen. Ik wens u veel succes!
,Inhoudsopgave
Boek Ambtenbrink & Vedder Recht van de Europese Unie – zesde druk
Week 1 Introductie, bevoegdheden + besluitvorming
Week 2 Rechtsbescherming
Week 3 Doorwerking
Week 4 Doorwerking + procedurele autonomie
Week 5 Mededingingsrecht
Week 6 Interne markt
Week 7 Interne markt
Pagina 1 van 97
, Samenvatting week 1: Introductie, bevoegdheden en besluitvorming
1. Inleiding
1.1 Het primaire Unierecht (eerste laag)
Het primaire Unierecht wordt gevormd door de Verdragen, te weten het Verdrag betreffende de Unie
( hierna te noemen VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Unie (hierna te noemen
VWEU) en de Algemene beginselen van Europees Recht, de EU-grondrechten, handvest, interpretatie
verdagen door het Hof en protocollen. In de praktijk is het belangrijkste verdrag het VWEU. Het VEU
en het VWEU hebben dezelfde juridische status, zie art. 1 en 2 VWEU. Beide verdragen hebben een
soort raamwerkkarakter. De doelstellingen van de Europese Unie staan vermeld in art. 3 VEU.
Het EU-verdrag (VEU)
Dit omvat een juridisch kader (je kan het zien als onze grondwet) en deze bepalingen kunnen door
burgers niet direct worden ingeroepen. Het betreffen soort basisregels.
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)
Dit verdrag is een nadere uitwerking van het algemene kader (uit de VEU). Deze bepalingen kunnen
door burgers worden ingeroepen tegen zowel de lidstaten als tegen de Unie. Dit noem je rechtstreekse
toepasselijkheid en rechtstreekse werking.
1.2 Het afgeleide recht (tweede laag)
Dit omvat het secundaire en het tertiaire recht, zoals besluiten, verordeningen en richtlijnen.
Deze worden allemaal bekendgemaakt in het Publicatieblad (Pb.), waarbij onderscheid wordt gemaakt
tussen:
1. L-serie: wetgeving (LAW)
2. C-serie: al het overige (Communication)
Het Pb. Wordt bekendgemaakt via EUR-lex (enige authentieke vorm).
Rechtspraak Europese Unie
Bekendgemaakt via curia.europa.eu/EUR-Lex en via de app CVRIA. Hier is alle recente rechtspraak
te raadplegen. De meest eenvoudige manier om jurisprudentie te identificeren, is middels het
zaaknummer.
- C (Cour): Zaken bij het Hof van Justitie
- T (Tribunal): Zaken bij het Gerecht
- F (Fonction publique): Zaken die in het verleden bij het Gerecht voor ambtenarenzaken
aanhangig zijn gemaakt.
Het atributiebeginsel houdt in dat de Unie en dus al haar instellingen handelen binnen de grenzen van
hun door de verdragen verleende bevoegdheden en de toegewezen doelstellingen.
2. Soevereiniteit
Dit betekent klassiek dat de uiteindelijke beslissingsmacht bij de lidstaten berust. Hier behoren drie
klassieke criteria toe, te weten 1) territoir, 2) bevolking en 3) gezag.
Beginsel van bevoegdheidstoedeling: Als de Verdragen bepalen dat de Unie bevoegd is, dan
is de Unie (exclusief) bevoegd. Wordt dit niet in de Verdragen bepaald, dan zijn de lidstaten
zelf bevoegd, art. 4 en 5 VEU en hebben zij hun soevereiniteit op dat punt dus niet
overgedragen.
Lidstaten kunnen een deel van hun soevereiniteit afstaan, dan wel beperken. Een belangrijk
arrest is het Van Gend & Loos Arrest en Costa/ENEL. Hierdoor is een nieuwe rechtsorde
Pagina 2 van 97
, gecreëerd, waarbij lidstaten bevoegdheden aan de Europese Gemeenschap (thans: Europese
Unie) hebben overgedragen.
2.1 Van Gend & Loos arrest
Dit arrest bevat een klassieke passage over de verhouding tussen de Europese Unie en de lidstaten. De
kern is dat de samenwerking in het kader van de Unie, er toe heeft geleid, dat de lidstaten in hun
soevereine rechten zijn begrensd. Bepaalde bevoegdheden kunnen (na dit arrest) alleen worden
uitgeoefend conform de regels die de lidstaten zelf in de Europese Verdragen hadden neergelegd en via
de instellingen waartoe zij zelf hebben besloten.
- Uit de arresten van Gend & Loos en Costa/ENEL kan worden afgeleid dat de lidstaten hun
soevereiniteit hebben overgedragen aan de Unie. De Unie is in plaats van de lidstaten getreden
wat de beleidsterreinen betreft waar de soevereiniteit is overgedragen en zal daar dus ook
moeten optreden.
Door o.a. deze ontwikkelingen zijn de klassieke criteria van soevereiniteit bezien.
1. Territoir: de relevantie van het concept nationale territoir is verdwenen, als gevolg van het
ontstaan van een gemeenschappelijke economische en rechtsruimte, waarin het EU-recht op
uniforme wijze wordt toegepast en uitgelegd.
2. Bevolking: het EU-recht heeft het klassieke, volkenrechtelijk onderscheid tussen nationaal
onderdaan-schap en buitenlander veranderd. Alle onderdanen van de lidstaten worden gelijk
behandeld, ongeacht hun nationaliteit of woonplaats, art. 12 EG.
3. Gezag: De EU stelt aan lidstaten en kandidaat-lidstaten eisen van democratie en grondrechten.
Ernstige schendingen van deze waarden kunnen leiden tot de toepassing van sancties, art. 7
VEU.
3. Institutionele kader van de Europese Unie
Doordat bevoegdheden aan de Unie werden overgedragen, was er behoefte aan een institutioneel
stelsel (aan een wetgever, bestuur en rechter). Je dient hier onderscheid te maken tussen instellingen,
organen en instanties van de Unie. Dit onderscheid is van belang omdat dit soms concrete
rechtsgevolgen inhoudt, zoals art. 265 VWEU, dat bepaalt dat instellingen een beroepsrecht hebben.
Instellingen, art. 13 VEU
Alleen de lichamen die hier worden genoemd, kun je instellingen noemen.
- Het Europees Parlement
- De Europese Raad
- De Raad
- De Europese Commissie
- Het Hof van Justitie
- De Europese Centrale Bank
- De Rekenkamer
Organen en instanties van de Unie
Deze worden in de VWEU genoemd, maar een definitie van deze categorieën ontbreekt. Aannemelijk
is dat hier alle, niet in art. 13 lid 1 VEU, genoemde lichamen onder vallen, zoals de Europese
Investeringsbank en de adviesorganen en agentschappen van de Unie.
Ik zal nu elk van de EU-instellingen bij langs gaan.
3.1 Het Europees parlement (hierna: EP)
Het EP is de enige instelling van de Unie die zijn legitimatie rechtstreeks aan de onderdanen van de
lidstaten ontleent. Het EP als Unie-instelling moet een directe terugkoppeling van het supranationale
niveau naar de bevolking van de lidstaten verzekeren.
Pagina 3 van 97
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cdp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.05. You're not tied to anything after your purchase.