In dit document vindt u een samenvatting maar ook een woordenlijst met begripsverklaringen voor het vak genetica 1 dat je kan volgen in de richting verpleegkunde.
cel De kleinste structuureenheid van ons lichaam (0,005-0,2mm).
celkern (nucleos)
nucleoplasma
lymfocyt De kleinste cel in het menselijk lichaam.
rijpe cel, eicel De grootste cel in het menselijk lichaam.
protoplasma Hieruit bestaat een cel. Het protoplasma van de kern noemt men
nucleoplasma of karyoplasma. Het protoplasma van de rest van de cel
noemt men het cytoplasma.
celmembraan Omgeeft het protoplasma.
celkern, nucleus Bevindt zich gewoonlijk in het midden van de cel.
kernmembraan, Scheid het cytoplasma van het nucleoplasma. Vertoont openingen die
kernwand toelaten dat bepaalde stoffen vanuit de kern naar het cytoplasma gaan.
nucleoporiën Openingen die toelaten dat bepaalde stoffen vanuit de kern naar het
cytoplasma gaan.
chromatine Bestaat uit een kluwen van DNA dat rond eiwitten is gewonden.
chromosoom Chromatine dat door de celdeling zich compact gaat opvouwen.
celorganellen Kleine orgaantjes waarin zich bepaalde activiteiten en functies afspelen die
noodzakelijk zijn voor de cel. Tot deze celorganellen behoren onder meer de
mitochondriën, het Golgi-apparaat, het endoplasmatisch reticulum, de
ribosomen en de lysosomen.
ribosomen Kleine, korrelvormige structuren.
mRNA Bevat de erfelijke code voor de volgorde waarin aminozuren
aaneengeschakeld moeten worden tot een eiwit.
endoplasmatisch Een buizensysteem waarin de aangemaakte eiwitten terechtkomen.
reticulum
microtubuli Holle buisjes die opgebouwd zijn uit eiwitten.
spoeltubuli Microtubuli die tijdens de celdeling een spoelfiguur vormen.
centriool Een gespecialiseerde vorm van microtubuli. Het heeft de vorm van een
cilinder waarvan de wand is opgebouwd uit holle buisjes.
centrosoom Bestaat uit 2 centriolen die loodrecht op elkaar staan.
DNA = desoxyribonucleïnezuur
Genetische of erfelijke informatie opgeslagen in de kernen van onze
lichaamscellen onder de vorm van spiraalvormige strengen.
complementaire Twee tegenover elkaar liggende nucleotiden in dubbelstrengs DNA of RNA.
basen De tegenover elkaar liggende basen zijn met elkaar gepaard door middel van
waterstofbruggen. Een basenpaar bestaat uit 2 complementaire basen.
DNA: A-T en C-G
codegedeelte Bepaalde delen van het DNA coderen voor eiwitten. Slechts een klein deel
van het DNA, ongeveer 2%, is nodig voor de codering van eiwitten.Dit deel
van het DNA noemen we het codegedeelte.
regelgedeelte Andere delen bepalen waar, wanneer en hoeveel van een bepaald eiwit
moet gemaakt worden.
, gen Een stukje DNA dat de code bevat die nodig is om 1 eiwit te vormen. Een
gen is de kleinste eenheid van erfelijkheid. Genen zijn de stoffelijke dragers
van onze erfelijke kenmerken.
RNA = ribonucleïnezuur
Het RNA bestaat uit een enkelstrengige keten van nucleotiden.
Bevat uracil (U) in plaats van thymine (T).
mRNA mRNA (m staat voor 'messenger', in het Nederlands 'boodschapper') is een
vorm van RNA dat codes van DNA kan omzetten in eiwitten. Eigenlijk
fungeert mRNA als transportsysteem voor de genetische informatie die in
het DNA is vastgelegd.
RNA-kopie
tRNA tRNA (t staat voor ‘transfer’, in het Nederlands ‘uitvoerder’) is een
enkelstrengs polynucleotide waarvan onderdelen met elkaar baseparing
aangaan zodat een klaverbladstructuur ontstaat. Het 3'-uiteinde heeft een
bindingsplaats voor een aminozuur, een CCA-triplet.
eiwitsynthese Het proces waarbij eiwitten worden gemaakt op basis van de informatie in
het DNA. Simpel gezegd is eiwitsynthese het maken van een eiwit in een
menselijke cel.
transcriptie, Dit is het proces waarbij DNA wordt aflezen en hierdoor een
overschrijving complementaire RNA-kopie wordt gemaakt.
translatie Het proces waarbij het mRNA wordt afgelezen en wordt vertaald naar een
eiwit. De bouwstenen van een eiwit zijn aminozuren. Er moet dus een lange
keten aminozuren worden gemaakt bij translatie. Bij translatie is er weer
een speciale 'lezer' nodig: een ribosoom.
matrijs Boodschapper-RNA dient als matrijs voor de eiwitsynthese.
promotor Het is een DNA-element voor een gen of genen dat de expressie
(werking) van het/de gen(en) reguleert. Het wordt niet afgelezen bij
de transcriptie.
Kleine stukjes DNA die nodig zijn om de juiste plaats aan te geven waar de
transcriptie moet beginnen. De promotor ligt meestal net voor de
transcriptie-eenheid.
eindsignaal Kleine stukjes DNA die nodig zijn om de juiste plaats aan te geven waar de
transcriptie respectievelijk moet eindigen.
transcriptie- Dit deel van het DNA dat moet worden afgelezen. Het bevat 2 specifieke
eenheid sequenties van 10 basen die dienen voor de herkenning en de binding van
het RNA-polymerase.
triplet, codon Een groep van 3 naast elkaar gelegen basen op het mRNA . Het codeert voor
1 van de 20 aminozuren. Er kunnen met 4 basen in totaal 64 mogelijke
codons gevormd worden. 61 van deze 64 codons staan voor een aminozuur.
Voor de meeste aminozuren bestaat er dus meer dan 1 codon.
stopcodon Er bestaan 3 codons die niet functioneren als een codewoord voor een of
ander aminozuur (UAA, UAG, UGA). Een stopcodon geeft het einde van de
code voor een bepaald eiwit aan. Het is de laatste codon van het mRNA.
startcodon Het startcodon is AUG. Het is het eerste codon van het mRNA.
chromatine Tussen de celdeling door komt het DNA in de kern van de cel voor als los in
elkaar gedraaide spiraalvormige draden. Dit laat de cel toe de informatie die
in het DNA voorkomt te gebruiken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller strevendestrevers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.04. You're not tied to anything after your purchase.