100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Omgevingsrecht 2017 $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Omgevingsrecht 2017

2 reviews
 172 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

deze uitgebreide samenvatting bevat alles wat je moet weten voor je tentamen omgevingsrecht. In week 1 en 2 staat een samenvatting over alle belangrijke thema's van het boek Bestuursrecht begrepen en in de andere weken samenvattingen over het boek praktisch omgevingsrecht van Mr. H.M. liefdekerken.

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • H1, h3, h4, h5, h6, h7, h8, h9
  • December 26, 2017
  • 18
  • 2017/2018
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: ilaisha • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Ilss • 6 year ago

avatar-seller
Week 1
Bestuursrecht begrepen hfdst. 1,2,3,4,5,7

Materieel bestuursrecht
- Inhoud en totstandkoming van ‘besluiten’
- Hoofdstukken 1,2,3 en 4 Awb
- Gelaagde structuur Awb
- Belangrijke begrippen:
 Besluit, art. 1:3 lid 1 Awb  Beschikking: lid 2
 Bestuursorgaan, art. 1:1 Awb
 Belanghebbende, art. 1:2 Awb
- Uitzondering lid 2
- Let op: lid 3

Bestuursorgaan  Art. 1:1 lid 1 Awb
A-orgaan  een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld.
Het kunnen uitoefenen van een bestuursbevoegdheid is geen wettelijke voorwaarde om a-
orgaan te zijn. Vb. KNMI. Het is door de staat ingesteld. Dit orgaan kan geen besluiten nemen en
bezit geen rechtspersoonlijkheid, maar is a-orgaan omdat het behoort tot de (publiekrechtelijke)
rechtspersoon Staat.
A-organen zijn, ongeacht of zij een bestuursbevoegdheid uitoefenen een bestuursorgaan. B-
organen zijn alleen bestuursorgaan voor zover zij openbaar gezag uitoefenen.
Wanneer een B-orgaan privaatrechtelijk of feitelijk handelt, is het geen bestuursorgaan meer.

B-orgaan  personen of colleges die geen orgaan zijn van een rechtspersoon ingesteld krachtens
publiekrecht maar die wel openbaar gezag moet uitoefenen. Als ze privaatrechtelijk of feitelijk
gaan handelen is het geen bestuursorgaan.

 De Awb normeert wel het feitelijk en privaatrechtelijk handelen van een a-orgaan maar niet
het feitelijk of privaatrechtelijk handelen van een b-orgaan.
Een b-orgaan, anders dan een a-orgaan, bij privaatrechtelijk of feitelijk handelen is niet
gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bijv. zorgvuldigheidsbeginsel (art.
3:2 Awb) en het evenredigheidsbeginsel (art. 3:4 lid 2 Awb).

ZBO’s  een bestuursorgaan van de centrale overheid dat bij de wet, krachtens de wet bij
algemene maatregel van bestuur of krachtens de wet bij ministeriële regeling met openbaar
gezag is bekleed, en dat niet hiërarchisch ondergeschikt is aan een minister.
ZBO als a-orgaan vallen globaal uit in twee hoofdgroepen:
1. Het kan gaan om een orgaan van een specifieke rechtspersoon ingesteld krachtens
publiekrecht. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de directie van het CBR. Deze directie is een
orgaan van het CBR.
2. Het kan ook gaan om een orgaan dat niet behoort tot een specifieke rechtspersoon ingesteld
krachtens publiekrecht maar dat valt aan te merken als een orgaan van de Staat. Vb. Kiesraad
(art. A1 Kieswet)

,Belanghebbende  Art. 1:2 Awb
- Lid 1: ‘rechtstreeks...’jurisprudentie
- OPERA-criteria uit jurisprudentie:
 Objectief belang  sterk gevoel van betrokkenheid, geen subjectieve gevoelens
Het belang moet objectief bepaalbaar zijn. Emotioneel betrokken voelen is dus niet
objectief.
 Persoonlijk belang  het betrokken belang moet bijzonder zijn, gelet op de feiten en
omstandigheden. Degene aan wie een besluit is gericht is belanghebbende van dit
besluit. Deze eis is vooral voor de derden-belanghebbenden. Zij moeten zich
onderscheiden van de rest en laten zien dat zij belanghebbende zijn bij een besluit.
 Eigen belang Je moet voor je eigen belang opkomen. Je kan niet voor iemand anders
belangen opkomen.
 Rechtstreeks belang  Er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen een besluit en de
(mogelijke) belangenaantastingen
 Actueel belang Je kan nog niet tegen besluit ingaan als dat besluit nog niet genomen is.
 Zicht- en nabijheidscriterium: zicht hebben op of nabij (300m) wonen maakt belanghebbende
 Collectieve belangen rechtspersonen, lid 3

Besluit en beschikking  Art. 1:3 lid 1 Awb
Criteria besluit:
- Schriftelijke
- Beslissing
- Van bestuursorgaan
- Inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling

BAS en beschikking  lid 2
 AVV (APV)
 Beleidsregels
 Aanwijzingsbesluit (Je hond moet volgens de APV aangelijnd zijn, het aanwijzingsbesluit
zegt dat in die ene wijk het wel mag)
 Beschikking (individueel)
 Afwijzing aanvraag is ook een beschikking!

Een wet in formele zin, is een wet zoals Wet Milieubeheer: de wetgevende macht is uitgesloten
van een bestuursorgaan, dus is dit ook geen besluit maar de afvalstoffenverordening is een AVV,
dus een besluit 1:3 lid 1 jo lid 2 Awb, besluit van een lagere wetgeving dus bestuursorgaan
(Gemeenteraad).

De spelregels
- Beslistermijn bestuursorgaan Art. 4:13 ev. Awb
 Binnen een redelijke termijn, binnen 8 weken max
 Bijzondere wetten
 ABBB:

, Deels ongeschreven
Formeel:
Fair play, art. 2:4 Awb
 Zorgvuldigheid art. 3:2 Awb
 Motivering 3:46 Awb

Materieel (inhoud):
 Gelijkheid, art. 1 GW
 Vertrouwen, ongeschreven
 Detournement de pouvior, art. 3:3 Awb
 Belangenafweging, art. 3:4 lid 1 Awb
 Evenredigheid, art. 3:4 lid 2 Awb

Afdeling 3.4 Awb,
- Uniforme openbare voorbereidingsprocedure
- Omgevingsrecht
 Bestemmingsplan
 Omgevingsvergunning (uitgebreid)
 Onteigening
- Inspraakverordeningen gemeenten, art. 150 Gem.
- belanghebbende kunnen schriftelijk of mondeling hun zienswijze bij betreffende
bestuursorgaan naar voren brengen art. 3:15 Awb.

Beleidsvrijheid = binnen de wet vrij om te oordelen of het beleid geschikt is. “is bevoegd om vast
te stellen” geeft ruimte.
Beoordelingsvrijheid = binnen wet kan gemeente vrij bepalen of er is voldaan aan de wet. “Een
goede ...”

Marginale toetsing = alleen rechtmatig, doelmatig is voor bestuursorgaan. Rechter mag door
trias politica niet op de stoel van BO gaan zitten en dus alleen kijken naar de rechtmatigheid




Week 2
Bestuursrecht begrepen hfdst. 8,9

Formeel bestuursrecht
- Awb lex generalis (hoofdstuk 1,2,6,7 en 8 Awb)
- Wabo, Wro, Ww  lex specialis

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saarbos. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  9x  sold
  • (2)
  Add to cart