Dit is een samenvatting van het onderdeel Spijsverteringsstelsel van het vak Fysiologie gedoceerd door Bols en Leroy voor de richting diergeneeskunde in de 2e BA.
H14: SPIJSVERTERING
BELANGRIJKE ASPECTEN
Het spijsverteringsstelsel is een holle buis van mond tot anus met onderweg verschillende specifieke
uitstulpingen met elk hun bepaalde functie.
Ze fungeert onafhankelijk van de rest van het lichaam en zal alle nutriënten die via de voeding
binnenkomen opnemen onafhankelijk of het lichaam daar nu nood aan heeft of niet.
Herkauwers zijn daarnaast nog eens in staat om onverteerbare stoffen als grassen etc op te nemen
en toch te gebruiken als energiebron. Hierbij gaat het wel over een trage energievrijstelling aangezien
ze hierbij berusten op de micro-organismen in hun voormagencomplex. Carnivoren daarentegen
overleven op vlees en dat heeft een hoge energiewaarde die ook zeer snel vrij gesteld wordt door de
makkelijke vertering van deze eiwitten.
Herkauwers worden opgedeeld in verschillende types:
BROUWSERS = blad- en knopeters
deze zijn zeer selectief en gaan voor de eerder goed verteerbare
plantdelen
Bv. rodenten, konijnen, herten etc
GRAZERS = gras en vezeleters
bezitten grote fermentatiekamers voor de grote hoeveelheden slecht
verteerbaar voedsel
Bv. paarden, runderen, kangoeroe, schapen etc
INTERMEDIATE = seizoensgebonden/aanpasbaar eetgedrag naargelang
beschikbaarheid van bepaalde voedingsstoffen
Bv. geiten, kamelen, elanden, antilopen etc
,2Spijsvertering (Veerle)
VERSCHILLENDE DELEN van het VERTERINGSPROCES:
- MECHANISCH DEEL
Bestaande uit het fijnmalen van de voeding door kauwbewegingen (= makkelijker doorslikken) +
door bewegingen van voormagen en darmen (= om het contactopp. te vergroten groter opp.
waarop enzymen kunnen inwerken)
- PRODUCTIE EN SECRETIE VAN ENZYMEN
MUCUSPRODUCERENDE CELLEN: mucuslaag dient als bescherming voor epitheel tegen de lage pH
die heerst in de maag/darmtractus, maar ook om het voedsel-
transport te vergemakkelijken
(niet aanwezig in voormagen)
ENZYMEPRODUCERENDE CELLEN: in darmwand, lever, pancreas, en speekselklieren
Deze secretie wordt gereabsorbeerd na activiteit = recuperatie
- ENZYMATISCHE AFBRAAK
Stapsgewijze verkleining van nutriënten: eiwitten peptiden AZ
Al het onverteerbaar materiaal wordt geëlimineerd via de anus bij herbivoren dus meer faeces
dan bij carnivoren!
Er is steeds bescherming nodig tegen AUTODIGESTIE = aanval van enzymen naar eigen cellen toe
- ABSORPTIE
Kleine moleculen als water, vitaminen etc kunnen vanuit het lumen van het SVS naar het bloed en
lymfe diffunderen = absorptie
Deze absorptie gebeurt gedeeltelijk passief, maar grotendeels is deze energie-afh. en dus actief!
ANATOMIE van SPIJSVERTERINGSWAND
,3Spijsvertering (Veerle)
Algemeen zijn er 4 lagen: mucosa – submucosa – muscularis (circ. en longit.) - serosa
De mucosae:
is zeer sterk geplooid (niet in de pens) als oppervlakte vergroting opname bevordering
In de pens daarentegen is het epitheel sterk gekeratiniseerd en niet klierig
Aan de luminaire zijde is er een sterke darmbarrière tegen bacteriën en toxines d.m.v. tight-junctions
In het darmepitheel is er een hoge turn-over (zeer snelle deling van cellen) die dienst doet als een
afweer tegen microbioten. De snelle vernieuwing van het epitheel zorgt ervoor dat het epitheel al
vervangen is alvorens er een aantasting kon plaatsvinden.
De muscularis:
De circulaire en longitudinale spierlaag functioneren als één geheel om de peristaltiek in de SVS-darm
mogelijk te maken. Tussen deze circulaire en longitudinale laag zijn zenuwplexi terug te vinden. Net
als deze ook terug te vinden zijn in de submucosa.
De serosa:
De buitenzijde van de darm = het peritoneum geeft glijmiddel af voor beweeglijkheid tussen het
viscerale en pariëtale blad mogelijk te maken.
REGELING van de FUNTIES van het SPIJSVERTERINGSSTELSEL
De vullingstoestand is van weinig belang voor het verloop van de verteringsprocessen. Wat er wordt
opgenomen onafhankelijk van hoeveelheid of noden zal maximaal verteerd worden.
Het SVS heeft hiervoor een eigen brain = plexi om autonoom te reageren. Het SVS kan dan ook meer
bloed van andere organen (bv. van hersenen) ontnemen wanneer deze daar nood aan heeft en kan
hierdoor na het opnemen van voeding zorgen voor een verminderd concentratie vermogen.
De SVS-wand reageert op verschillende prikkels/stimuli vanuit sensoren:
, 4Spijsvertering (Veerle)
- strekken van wand door verandering van vullingstoestand
- verandering in osmolariteit
- pH wijzigingen
- irritatie van mucosae-membraan
- olfactorische trigger
Bij stimulatie van deze wordt spieractiviteit geïnduceerd (gladde spieren) en reactie van
zowel exo- als endocriene cellen.
Verdere regeling gebeurt vooral via een NEGATIEF FEEDBACK SYSTEEM:
NEURALE REGULATIE & HORMONALE REGULATIE
NEURALE REGULATIE
KORTE REFLEXBOGEN:
Autonome neurale regulatie van secretie en spieractiviteit zeer plaatselijk thv maag en darmen.
Er is meestal een STIMulerend effect door acetylcholine productie waarvan motorneuronen gebruik
maken. Soms zijn er ook INHiberende transmittors die op sfincters inwerken deze relaxeren zodat
voedsel kan doorschuiven
LANGE REFLEXBOGEN:
Neurale regulatie van secretie en spieractiviteit vanuit hersenen over het SVS. Deze zijn dominant
over de korte reflexbogen.
De meeste sensoren zijn gelegen in het SVS, maar sommige zijn ook in ander zintuigen gelegen als
smaak en geur.
Deze lange reflexbogen staan onder parasympatische invloed. Toch staan de gladde spiercellen in de
SVS-wand onder directe sympaticus innervatie. D.w.z. dat bij een verhoogde sympaticus activiteit het
(nor)adrenaline zal zorgen voor een verlaagd bloedtoevoer naar het SVS en contractie van bepaalde
sfinters wat er voor zorgt dat de secretie en de motiliteit thv het SVS daalt. De ‘flight’ reactie krijgt
dus prioriteit.
De lange reflexbogen hebben vooral hun belang in de coördinatie tussen de verschillende delen van
het SVS. Zo bereidt deze de opeenvolgende delen van het SVS voor op hun toekomstige taak terwijl
het voedsel zich nog in voorgaande compartiment bevindt:
Bv. kauwen stimuleert speekselvorming en maagcontracties komen op gang
vers voedsel in maag zorgt voor doorschuiving naar/in de darm van oudere voeding
HORMONALE REGULATIE
Het SVS produceert endocrien (in de bloedbaan) verschillende peptide hormonen: gastrine,
cholecystokinine (CCK), gastric inhibitory peptide (GIP), vaso-active intestinal peptide (VIP)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 97student. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.