4 functies zenuwstelsel:
Regeling homeostase (constant inwendig milieu) > inwendige
weefsels en organen worden in hun activiteit aangestuurd door het
zenuwstelsel.
Coördinatie van de activiteiten van organen; ze moeten op elkaar
afgestemd zijn
Coördinatie van de contacten met de buitenwereld
Coördinatie van psychische functies; bewustzijn en zaken als leren en
herinneren
2 soorten zenuwstelsels op anatomie (bouw & ligging):
Het centrale zenuwstelsel: hersenen + ruggenmerg, ligt in een benig
omhulsel
Het perifere zenuwstelsel: zenuwen die de organen van het lichaam
met hersenen en ruggenmerg verbinden
2 soorten zenuwstelsels op functie:
Het animale zenuwstelsel: wisselwerking tussen het individu en de
omgeving
o Bewuste handelingen in verband met de gebeurtenissen om je
heen
o Bestuurt de dwarsgestreepte skeletspieren; dit zijn de
doelwitorganen.
Het autonome zenuwstelsel: regelt en coördineert de organen die te
maken hebben met het levensonderhoud van de cellen
o De doelwitweefsels zijn dan ook: de gladde spieren, de klieren en
de hartspier
o Werkt nauw samen met het hormoonstelsel
Steuncellen: onderhoud en bescherming van de neuronensoorten
Soorten gliacellen (verzamelnaam 3 typen steuncellen):
o Astrocyten: voorzien de neuronen van voedingsstoffen en voeren
afvalstoffen af
o Oligodendrocyten: vrij kleine cellen
o Gliacyten
Microglyocyten (microglia): kleine, spinachtige cellen die zich tussen
het zenuwweefsel verplaatsen > ruimen vooral lichaamsvreemde en
aangetaste cellen op
Elke cel heeft vijftig lange uitlopers gewikkeld rond de neuronuitloper >
dikke koker gevuld met myeline > myelineschede> onderbrekingen
zijn de insnoeringen van Ranvier
In het perifere zenuwstelsel: axonen omwikkeld door steuncellen >
cellen van Schwann (bevatten ook myeline) > myelineschede/schede
van Schwann > isolerende, verzorgende en ondersteunende functie >
meestal zit er omheen nog een bindweefsellaagje
, Neuronen: impulsgeleidende cellen waarop de werking van het zenuwstelsel
gevestigd is
Bouw: groot cellichaam, veel dendrieten (geleiden impulsen naar
cellichaam), één axon (lange celuitloper die impulsen vanuit cellichaam
naar andere neuronen, spieren of klieren voert) omhuld door
myelineschede > uiteinde axon is de synaps, de impulsrichting is altijd
naar de synaps toe
3 typen neuronen:
1. Sensorische neuronen: vervoeren impulsen van de sensoren
in het lichaam naar het centraal zenuwstelsel > één dendriet die
heel lang kan zijn, bezit een myelineschede > axon en dendriet
lijken dus veel op elkaar > de impulsrichting in de dendriet is
van periferie naar cellichaam. Het axon stuurt de impulsen naar
het centraal zenuwstelsel (meestal het ruggenmerg).
2. Motorische neuronen: vervoeren impulsen van centraal
zenuwstelsel naar de rest van het lichaam > verbinden het
centraal zenuwstelsel met de spieren en de klieren
3. Schakelneuronen: dragen impulsen over van het ene op het
andere neuron > meeste neuronen in het ruggenmerg en in de
hersenen zijn schakelcellen
Zenuwen: bundel van honderden zenuwceluitlopers > deel van perifere
zenuwstelsel
Motorische zenuwen: lopen van ruggenmerg naar spieren > bestaan
uit axonen van motorische zenuwcellen > Honderden axonen vormen
zenuwbundel omgeven door dikke bindweefselmantel
Sensorische zenuwen: lopen vanuit zintuigen naar ruggenmerg >
bevatten alleen dendrieten
Paragraaf 2
3 fasen van het zenuwstelsel:
Sensorische input:
Veranderingen worden door sensoren (zintuigen) opgenomen
Sensor vertaalt prikkels in impulsen (elektrische en chemische
signalen) > stuurt ze via zenuwen naar het centrale zenuwstelsel
-> afferente informatie
Verwerking
Centrale zenuwstelsel ontvangt informatie van de sensoren en
beoordeelt de betekenis > bedreiging, beschadiging etc.
Centrale zenuwstelsel bepaalt hoe het lichaam erop moet
reageren
Motorische output
Zenuwstelsel stuurt remmende/stimulerende impulsen naar de
doelwitorganen of weefsels > effectoren (spieren of klieren) ->
efferente informatie
, Membraanpotentiaal: meetbaar potentiaalverschil tussen de binnenkant en
de buitenkant van het celmembraan
Veroorzaakt doordat de lading binnen de cel negatiever is (meer
negatieve deeltjes) dan buiten de cel
De opwekking & voorgeleiding van elektrische signalen in neuronen zijn
gevolgen van veranderingen van de membraanpotentiaal
Neuron in rust:
o Binnen cel: veel K+-ionen, weinig Na+-ionen, veel negatief
geladen eiwitmoleculen, weinig Cl—ionen
o Buiten cel: weinig K+-ionen, veel Na+-ionen, weinig negatief
geladen eiwitmoleculen, veel Cl—ionen
Concentratiegradiënten van verschillende soorten ionen rondom het
celmembraan veroorzaken een negatieve binnenkant en een positieve
buitenkant > potentiaalverschil
In rust: binnenzijde negatief ten opzichte van buitenzijde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Faevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.