Biologie hoofdstuk 11, 12, 13
Hoofdstuk 11
Paragraaf 11.3
5 weefseltypen zaadplanten
1. Parenchym (opvulweefsel)
Grote bolvormige cellen die ruimte opvullen
Stimuleren veel stofwisselingsprocessen
2. Steunweefsel
Cellen met een dikke celwand, die een verdikte celwand hebben
Soms sterft de cel inhoud af als de wanden heel dik zijn, dan ontstaan er
vezels
3. Houtvaten (hout)
Lange buizen van wortel tot aan blad -> vervoeren water met opgeloste
zouten en mineralen uit wortels naar bladeren
4. Bastvaten (bast)
Lange buizen (zonder de horizontale tussenwanden), zijn actief bij
celtransport
Vervoeren plantensappen met glucose & aminozuren vanuit bladeren naar
andere delen van de plant
5. Meristeem (deelweefsel)
Niet-gedifferentieerde cellen, die zorgen voor groei
Paragraaf 11.4
planten krijgen stevigheid door
1. Turgor
Osmotische waarde celinhoud is hypertoon t.o.v het vocht in de celwand >
cel neemt water op > celmembraan rekt uit > er ontstaat een druk van de
celinhoud op de celwand (turgor)
Vooral parenchym- en bastvatencellen zijn afhankelijk van turgor
Plasmolyse: de celinhoud is hypotoon t.o.v het vocht in de celwand >
celinhoud staat water af > omdat het zoveel vocht verliest kan de
celmembraan los gaan raken van de celwand (plasmolyse)
Hoe hoger de lichtintensiteit, hoe hoger de osmotische waarde en dus hoe
hoger de turgor
2. Vaten & vezels
Houtvaten hebben stevige wand
Bijv. in de stengel van een plant zitten de houtvaten in een ring aan de
buitenkant om te zorgen voor een taaie en buigzame stengel
Houtvaten en vezels samen zorgen voor stevigheid
3. Hout
Hout- en bastvaten zitten in groepen bij elkaar -> vaatbundels (houtvaten
naar binnen en bastvaten naar buiten gericht
Cambium: ruimte tussen hout- en zeefvaten waar uit deelweefsel vaten
gevormd worden (zorgt voor secundaire diktegroei)
Jaarringen: zomerringen (donker door droge grond) + voorjaarringen
(lichter door vochtige grond), de aanmaak van hout en bastvaten vormen
de ringen > hoe dikker de ring, hoe meer water en licht de boom heeft
gehad
, Paragraaf 11.5
Groei in een plant
Lengtegroei
Uiteinden stengels & wortels
Primair meristeem in hoofd- en zijknoppen aan de uiteinden > knoppen
gaan in de lengte groeien
Celstrekking > wateropname in vacuole
o Primaire celwand: flexibel, groeit mee met celstrekking
o Secundaire celwand: na celstrekking, hard door houtstof
Diktegroei
Door in kring gelegen meristeem -> cambium (tussen bast- en houtvaten)
Cambium zet naar binnen houtcellen af en naar buiten bastcellen
Bij gewassen zit het cambium vooral in vaatbundels
Worteltopjes groeien altijd door
Jonge cellen met dunne wand
Wortelhaartjes nemen water & zouten op
Paragraaf 11. 6
Opbouw van een blad & fotosynthese
Fotosynthese = koolstofassimilatie d.m.v. zonlicht
Bladeren zijn op fotosynthese aangepast
Bovenkant = pallisadeparenchym (parenchymcellen met veel
chloroplasten)
Daar onder = sponsparenchym (bevat veel luchtholten)
Onderkant = huidmondjes (vanuit hier verdampt water uit de plant)
Vaatbundels in de nerven
Paragraaf 11.7
Opname en transport van stoffen in de plant
Opname van stoffen vooral door wortelharen (neemt met hydrofiele kant water
met opgeloste stoffen op)
Een deel wordt actief opgenomen in het cytoplasma
Een deel wordt gediffundeert in de celwanden
Endodermis (zit tussen schorscellen & centrale cilinder): laag vellen met in de
wand een kurkbandje
Ondoorlaatbaar voor water (dus alleen actief opnemen)
Werken selectief, dus vaak concentratieverschil
Centrale cilinder heeft hoge concentratie stoffen > binnen het endodermis
een hoge concentratie > opnemen van water met osmose > zo sterke
osmose dat het water ook omhoog wordt gestuwd (worteldruk)
Druppelen: door hoge worteldruk soms druppels water op blad te zien
Transport gebeurt ook door:
Cappilaire werking: door adhesie (watermoleculen plakken aan houtvat)
en cohesie (watermoleculen plakken aan elkaar)
Zuigkracht van bladeren zorgt voor verdampingsstroom (in bladeren
verdampt veel water en verdwijnt water aan bovenkant van de waterkolom
en wordt water omhooggetrokken)
Transport van organische stoffen
In bladgroenkorrels: glucose gemaakt en opgeslagen als zetmeel > omgezet in
sacharose en opgelost in water > via bastvaten vervoerd naar andere delen van
de plant actief transport (kan alle kanten op)
En ook deels door osmose
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Faevisser. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.