Samenvatting van de hoorcolleges van het tweedejaars vak Digestie in de bachelor Diergeneeskunde. Ook verkrijgbaar in bundel!
Inhoud:
- Hoorcollege 1: Introductie
- Hoorcollege 2A: Vorm en functie kop I
- Hoorcollege 3A: Vorm en functie kop II
- Hoorcollege 4A: Bouwplan en histologie digestietra...
Hoorcollege 1: Introductie
De hoorcolleges, werkcolleges en practica zijn onderverdeeld in thema’s. Er zijn vier
verschillende thema’s:
• Thema A: Kop en hals
• Thema B: Voormagen en maag
• Thema C: Darmkanaal niet infectieus
• Thema D: Darmkanaal infectieus
Hoorcollege 2A: Vorm en functie kop I
Algemene principes van digestie
Hoe verteer je iets wat je opeet en kun je het omzetten in nuttige
bouwstoffen? Digestie is een mechanisch proces van kauwen, slikken en
mengen. Ook worden er verteringssappen met enzymen uitgescheiden,
welke inwerken op de voedselbrok en nutriënten afbreken. Vervolgens zorgt
het voor de absorptie van deze nutriënten en worden niet verteerde
producten uitgescheiden.
De mate van absorptie en uitscheiden hangt af van het dieet. Herbivoren
moeten veel meer eten in vergelijking tot carnivoren, omdat planten moeilijk
te verteren zijn en het rendement dus niet heel hoog is. De planten moeten
eerst kapot om de bouwstoffen vrij te maken. Dit gebeurt met fermentatie
(verteren met behulp van onder andere bacteriën).
Mondholte: vergelijkende en functionele anatomie en embryologie
Er zijn diersoort verschillen wat betreft de mond. Zo kan een hond zijn bek
veel verder opendoen in tegenstelling tot een paard. Bij een paard loopt de
mondholte ook veel verder door. Dit heeft te maken met de verschillen in
prooi-/jachtdier.
Hoe ontstaat de mondholte?
In de volgende afbeelding zie je een embryo vanaf de zijkant. Links is de kop
en rechts de kont. In het groen zie je de oerdarm. Hieruit
ontstaan de verschillende darmdelen.
Tijdens de embryonale ontwikkeling vonden twee
krommingen plaats: de kop- en de kontkromming. Door de
kopkromming ontstaat een holte (het stomodeum, de
voorloper van de mondholte), waarbij het ectoderm (blauw)
tegen het endoderm (groen) komt te liggen. Dit is de
oraalplaat, of het orofaryngeale membraan. Dit laatste
verdwijnt uiteindelijk, en vormt het begin van de keelholte.
De mondholte is dus van ectodermale oorsprong, en de
keelholte van endodermale oorsprong.
1
,Samenvatting HC Digestie Iris Schoonderwaldt
Indeling cavum oris (mondholte)
De mondholte is op te delen in verschillende onderdelen:
• Vestibulum oris: het gedeelte tussen de tanden, wang en lippen.
o Buccaal (wanggedeelte)
o Labiaal (lipgedeelte)
• Cavum oris proprium: het gedeelte tussen de tanden en kiezen, waar ook de tong ligt.
Dorsaal wordt de mondholte begrenst door het palatum. Dit is weer onder te verdelen in het
palatum durum (harde gehemelte) en het palatum molle (zachte gehemelte). Het palatum durum
bevat rugae platinae, ribbels om het voedsel in de mondholte vast te houden en zo te helpen bij het
verkleinen.
De overgang van mondholte naar keelholte is nog te herkennen aan twee slijmvliesplooien: de arcus
palatoglossus. Deze lopen van het palatum (gehemelte) naar de glossus (tong).
Als het harde gehemelte niet helemaal gesloten is, kan er bij bijvoorbeeld een puppy melk uit de
neus komen.
Dentitie: anatomie en ontwikkeling
Ook in tandensoorten zijn er een hoop diersoortverschillen. Het gebit weerspiegelt het dieet en de
plaats in het ecosysteem. Zo onderscheiden we omnivoren, herbivoren, carnivoren en insectivoren.
Het gebit kan je op verschillende manieren classificeren:
• Vorm en functie
o Homodont: gebitselementen gelijk van vorm
o Heterodont: gebitselementen verschillen van vorm en functie
• Tandwisselingen
o Monophydont: geen voorafgaande of opvolgende dentitie
o Diphydont: twee tandwisselingen: melkgebit en blijvend gebit
o Polyphydont: meerdere tandwisselingen, de elementen worden gedurende het leven
steeds vervangen.
• Manier van tandwisseling:
o Verticaal (bijv. mens): melkgebit wordt er door het nieuwe gebit van onder/boven
uitgeduwd
o Horizontaal (bijv. olifant): elementen worden achterin aangelegd aan naar voren toe
aangevuld
• Duur van de groeiperiode van de gebitselementen
o Elodont: voortdurende groei (geen wortelvorming)
o Anelodont: beperkte groeiperiode
2
,Samenvatting HC Digestie Iris Schoonderwaldt
• Lengteverhouding tussen de kroon en wortel:
o Hypsodont: lange anatomische kroon, relatief korte wortels
o Brachyodont: volwassen tanden en kiezen hebben wortels die langer zijn dan de
kroon
Indeling binnen het heterodont gebit
Het gebit wordt in vier kwadranten opgedeeld, namelijk linksboven, linksonder, rechtsboven en
rechtsonder. In elk kwadrant heeft een element zijn eigen cijfer. Zo kun je goed aangeven om welk
element het gaat.
De kroon
De kroon is het gedeelte van de tand dat met glazuur wordt bedekt. Dit noemen we de anatomische
kroon. De klinische kroon is het gedeelte wat je in de bek van het dier ziet (en dus boven het
tandvlees uitsteekt).
Bij bijvoorbeeld een hond of een kat zijn deze twee delen even groot. Bij een paard is de
anatomische kroon veel langer. Dit komt omdat een deel zich nog onder het tandvlees bevindt.
Gedurende het leven groeit de tand uit de tandkas.
Opbouw brachydont element
Je ziet hiernaast de doorsnede van de
tand van een hond. De klinische kroon is
gelijk aan de anatomische kroon. Op de
overgang van de kroon naar de wortel zit
de tandhals. Dit is de overgang van het
glazuur naar het cement.
De tand is uit verschillende materialen
opgebouwd:
• Glazuur
o Hard, email, wit
o 96% anorganische kalkzouten
o Wordt maar één keer aangemaakt
o Ter hoogte van tandvlees verdikt, om voedsel tegen te houden
o Niet geïnnerveerd of gevasculariseerd ongevoelig, een gaatje voel je niet
• Dentine
o Tandbeen, gelig van kleur
o Aanwezig in wortel en kroon
o 70% anorganisch materiaal
o Bevat kleine kanaaltjes met zenuwuiteinden en bloedvaatjes vanuit de pulpa erg
gevoelig!
3
, Samenvatting HC Digestie Iris Schoonderwaldt
• Cement
o Bekleed de wortel, lijkt op bot
o 50% anorganisch materiaal, dus zachter dan glazuur
• Pulpa (en wortelkanaal)
o Levend weefsel
o Eindigend in apex (punt)
o Bevat odontoblasten, fibroblasten, collagene vezels, bloedvaatjes, lymfevaatjes,
zenuwweefsel
o Gedurende hele leven afzetting van secundaire dentine wortelkanaal wordt
steeds nauwer
Opbouw hypsodent element
Ook hier zie je de tand in lengtedoorsnede. Het glazuur
gaat de tand instulpen. Hierdoor ontstaan groeven
(infundibulum), welke zich vullen met cement. In eerste
instantie is dit nog bedekt met glazuur. Door afslijting
komt dit cement dus aan de oppervlakte (occlusievlak)
te liggen. Door de wisselende hardheid van de
materialen aan het oppervlak ontstaan er richels. Deze
afslijting wordt gebruikt om bij een paard de leeftijd te
schatten.
Kiesvormen
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisschoonderwaldt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.