Samenvatting van de practica (incl. zelfstudie) van het tweedejaars vak Circulatie en Respiratie in de bachelor Diergeneeskunde. Ook verkrijgbaar in bundel!
Inhoud:
- Practicum 1a: Anatomie histologie van neus en voorste luchtwegen
- Practicum 1b: Anatomie histologie van longen, pleura en diafrag...
Practicum 1a: Anatomie histologie van neus en voorste luchtwegen
Door ziekte van de docent waren veel dingen onduidelijk. Een groot deel komt uit de samenvatting
van Vetserieus.nl
Zelfstudie
Na binnenkomst door het neusgat passeert de lucht verschillende structuren: neusgat met conchae
(neusschelpen), nasopharynx, larynx, trachea, bronchiën, bronchiolen, alveolar ducts en alveolen.
De structuren die ervoor zorgen dat het neusgat open staat zijn de alaire kraakbeentjes. Deze zitten
ook vast aan het neusseptum.
Het philtrum is een groeve of fusielijn die bij sommige dieren de neus in tweeën deelt.
Er zijn verschillende structuren die de neusholte begrenzen:
• Dorsaal: schedel?
• Ventraal: harde gehemelte
• Mediaal: neusseptum
• Lateraal: schedel?
• Caudaal: os ethmoidale (zeefbeen)
De conchae zijn opgebouwd uit met slijmvlies bekleed bot. Deze creëren de verschillende meati
(neusgangen). Je kunt verschillende meati onderscheiden, welke ook allemaal met elkaar in
verbinding staan:
• Meatus nasi dorsalis (reukgang)
• Meatus nasi medius (sinusgang)
• Meatus nasi communis (ademgang)
• Meatus nasi ventralis (ademgang)
De sinus paranasalis (bijholten) ontstaan door invaginatie van neusepitheel in de schedelbotten.
Door de scheiding van de twee botlagen veranderd de vorm van de kop. Deze sinussen staan met
een kleine opening in verbinding met de neusholte. De veterinair meest relevante sinussen bij hond
en paard zijn de sinus maxillaris en de sinus frontalis. Bij paarden komen de wortels van de achterste
vier kiezen van de bovenkaak uit in de sinus maxillaris. Ten gevolge van een kieswortelontsteking kan
deze sinus dan ontstoken raken.
De larynx heeft verschillende functies. Zo beschermt de larynx de luchtwegen tijdens het slikken door
deze af te sluiten. Ook is het betrokken bij de ademhaling en kan het met de stembanden geluid
produceren.
De larynx is uit verschillende kraakbeenstructuurtjes opgebouwd:
• Cartilago epiglottica (epiglottis)
o Meest rostraal, smalle stengel met een blad-achtig mes, flexibel
• Cartilago thyroidea (schildkraakbeen)
o Grootste kraakbeentje, twee laterale platen die ventraal samenkomen, noemen we
ook wel de Adams appel
• Cartilago cricoidea (ringkraakbeen)
o Ziet eruit als een zegelring,
• Cartilago arythenoidea (bekerkraakbeen)
o Heeft een erg onregelmatige vorm die vaak als een piramide wordt beschreven, het
caudale deel zit vast aan een rostraal deel van de cartilago cricoidea.
Bij vogels werkt het weer allemaal anders. Lucht uit de neusholte bereikt de oropharynx via de
choanaalspleet. De neusholte van vogels bevat wel conchae.
De sinus infraorbitalis ligt lateraal van de neusholte, met welke hij via een smal gangetje in
verbinding staat.
De glandula nasalis strekt zich uit van het dorsale deel van de orbita in de laterale zijde van de
neusholte. De afvoergang mondt ter hoogte van de rostrale conchae uit.
De vogel maakt geluid met de syrinx. Deze wordt gevormd door het laatste deel van de trachea en
het eerste deel van de bronchiën. Het geluid wordt geproduceerd door het trillen van kraakbeen en
membranen.
In de mucosa van het ventrale deel van het nasale septum ligt het blind eindigende vomeronasaal
orgaan. Het vomeronasaal orgaan is vooral belangrijk voor de chemoreceptie van detectie van liquid-
borne stofjes met een lage vluchtigheid, zoals feromonen.
De kraakbeenringen om de trachea dienen voor stevigheid en
voorkomen het dichtklappen van de trachea.
Station 1: Neus
De anatomische bouw van de uitwendige neus van een paard,
hond, rund en varken hebben karakteristieke kenmerken:
• Paard: nasaal diverticulum (1” in de afbeelding)
• Hond: philtrum
• Rund: planum nasolabiale (nose print)
• Varken: rostrum (wroetschijf)
Binnenin de neusholte zijn conchae (neusschelpen) aanwezig. Het aantal en uitbreiding zijn
afhankelijk van de diersoort:
• Conchae nasalis dorsalis: tegen de neusrug
• Conchae ventralis: tegen het gehemelte. Bij de hond gaat deze rostaal over in het plica alaris
(alar fold), welke ook aan de buitenzijde zichtbaar is.
• Conchae ethmoidalis: hier bovenop ligt het reukepitheel
Het zeefbeenlabyrinth (os ethmoidale) is de benige structuur op de conchae ethmoidalis. Het bevat
fijne gaatjes, waardoor de vezels van de reukzenuw naar de hersenen gaan.
De ventrale zijde van het neusseptum rust in de dorsale groeve van het os vomer (ploegschaarbeen).
Richting caudaal laat bij het rund het septum los van het os vomer. Achterin de neus krijg je dan een
gemeenschappelijke neusgang. Bij het paard blijft het septum verbonden, en houd je dus ook twee
neusgangen.
Onder het neusslijmvlies ligt een omvangrijke veneuze plexus, die bij infecties sterk kan opzwellen.
We vinden deze plexus voornamelijk op het zeefbeen, maar ook in de sponsachtige structuren van de
andere conchae.
Histologie van de bovenste ademhalingswegen
Het ademhalingsstelsel van zoogdieren laat zich verdelen in een luchtgeleidend gedeelte en een
respiratorisch gedeelte waarin de gasuitwisseling plaatsvindt. Binnen het luchtgeleidende gedeelte
kan onderscheid gemaakt worden tussen een extrapulmonair (neusholte, nasopharynx, larynx,
trachea en primaire bronchiën) en een intrapulmonair deel (secundaire bronchiën, bronchioli en
bronchioli terminales). Het eveneens intrapulmonair gelegen respiratorisch gedeelte bestaat uit de
bronchioli respiratoria, ductuli alveolares en sacculi alveolares.
Kop runder foetus (H.E.)
Dit preparaat hebben we al
eerder bestudeerd in blok 1:
Van Organisme tot Weefsel. In
dit preparaat vinden we
doorsneden door de
neusholten met de conchae en
de mondholte met tong,
onder- en bovenkaak. In het
foetale stadium dat we hier
bekijken is de vorming van de
schedelbeenderen net
begonnen. Aan de buitenzijde
van de schedel vinden we de
foetale huid. Onder de huid ligt
het mesenchym, waarin de
contouren van een aantal
schedelbeenderen zichtbaar
zijn.
De conchae hebben meerdere functies: het verwarmen, bevochtigen en filteren van de lucht.
Reukeptiheel vomeronasaal orgaan varken (H.E.)
Het vomeronasale orgaan (orgaan van Jacobson) bestaat uit twee smalle parallel lopende
buisvormige structuren ingesloten in het harde gehemelte, aan weerszijde van het rostrale deel van
het neustussenschot. Het wordt grotendeels omgeven door hyalien kraakbeen (cartilago
vomeronasalis). Naar rostraal mondt het vomeronasale orgaan uit in de ductus incisivum welke van
de neus- naar de mondholte loopt. Aan de caudale zijde eindigt het orgaan blind (zie Fig. 2). Het
vomeronasale orgaan staat dus bij veel diersoorten in contact met beide holten, en via deze holten
met het externe milieu.
Station 2: Nevenholten
Paranasale sinussen (bijholten) zijn ruimten binnen de schedelbeenderen die direct of indirect in
verbinding staan met de neusholten. In deze holten kunnen gemakkelijk ontstekingen optreden.
Drainage van de holten wordt bemoeilijkt door de positie van de verbindingen van deze ruimten
onderling en van deze ruimten met de neusholten.
Onderzoek van de sinussen in de schedel kan in de praktijk onderdeel zijn van je klinisch onderzoek.
Hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan palpatie (voelen) en percussie (bekloppen) in het kader van
een sinusitis (ontsteking van de sinus). Daarnaast kan het ook voorkomen dat u in het kader van een
therapie een sinus moet trepaneren (openen). Hiertoe is het natuurlijk van wezenlijk belang om op
de hoogte te zijn van de lokalisatie en uitbreiding van de sinussen.
Bij het paard, rund, hond en varken zijn de belangrijkste
sinussen de maxillaris en de frontalis. Toch zijn hier ook
een aantal belangrijke diersoortverschillen te noemen:
• Hond: de sinus frontalis van de hond bestaat uit
een drietal gescheiden compartimenten (lateraal,
mediaal, rostraal) en is gelegen tussen de
oogkassen. In deze sinus steken delen van conchae
ethmoidalis uit, welke alleen in de botschedel te
zien zijn.
• Rund en hond: de sinus frontalis is direct
verbonden met neusholten.
• Rund en herkauwers: de sinus frontalis groeit op
latere leeftijd de hoornpit in. Door bij volwassen
herkauwers de hoorn te verwijderen, wordt deze
sinus dus geopend en kan er een ontsteking
ontstaan
• Paard: de sinus frontalis is continue met de sinus
conchae dorsalis. Daarom heet hij ook wel de sinus
conchofrontalis. Via de apertura maxillaris staat hij
in verbinding met de sinus maxillaris.
De sinus maxillaris bestaat uit een caudaal en
rostraal deel, welke door een verticaal staand
schotje zijn gescheiden. In de maxillaris steken
kieswortels uit: M1 steekt uit in het rostrale
gedeelte van de sinus maxillaris, M2 en M3 steken
uit in het caudale gedeelte van de sinus maxillaris.
Het gedeelte waarin de wortels uitsteken is
afhankelijk van de leeftijd van het paard. Met
name het rostrale gedeelte van de sinus maxillaris breidt zich sterk uit tot de leeftijd van 5
jaar.
• Varken: heeft een grote, diepe sinus frontalis. Dit kan problemen geven bij het schieten
tijdens slachten.
Als je de sinus maxillaris wilt spoelen, zal je deze moeten openen. Je moet dan rekening houden met
de gevoelige structuren in de buurt van deze sinus:
1. Ductus nasolacrimalis (ter hoogte van de bovengrens; van ooghoek, naar neusgat).
2. Canalis infraorbitalis (loopt door de sinus) met daarin de n. infraorbitalis en a. + v. infra
orbitalis.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisschoonderwaldt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.