100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Algemeen boekhouden deel 1 $7.87   Add to cart

Summary

Samenvatting Algemeen boekhouden deel 1

3 reviews
 615 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Algemeen boekhouden, vijftiende editie. Auteurs: Guy Walraevens en Christine Van Liederkerke. De samenvatting gaat over het basis dubbel boekhouden: wissels, afschrijvingen, MAR, verwerking van financiële en commerciële verrichtingen, voorraadwijzigingen, de balans, journaal- en grootboek.

Preview 4 out of 25  pages

  • No
  • Deel i en deel ii (t.e.m. wissels)
  • December 28, 2017
  • 25
  • 2017/2018
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: astridrobert2003 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: livenswout22 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: darlienbeerens • 4 year ago

avatar-seller
H 1: DE BALANS:
2. De balans: actief = passief
*Passief = financieringsmiddelen. Bestaat uit eigen vermogen en vreemd vermogen. Bv. om gebouwen, uitrusting te
kopen, om bankrekening te openen.

*Actief = werkmiddelen/bezittingen. Bestaat uit vaste werkmiddelen (bv gebouw) en vlottende werkmiddelen (=liquide
middelen Bv. geld in kas/bank, vorderingen, handelsdebiteuren, …)

Balans  geeft vermogenstoestand weer op een welbepaald moment.

Actief = passief / Passief = kapitaal + schulden / Kapitaal = actief - schulden

3. Indeling balans in rubrieken
3.1 De indeling van de actiefzijde

Ordening actiefzijde  graad van liquiditeit van de bezittingen (snel omzetbaar in geld)

 Vaste activa: kleinste graad van liquiditeit. Bv. gebouwen, grond, machines. Blijvend, niet om te verkopen.
*Immateriële vaste activa / *Materiële vaste activa / *Financiële vaste activa
Opm: geen huur van gebouwen want is geen eigen bezit (leasing wel).

 Vlottende activa:
*Vorderingen op meer dan 1 jaar (code 29): betalingsuitstel aan klanten
*Voorraden en bestellingen in uitvoering (code3): stock, handelsgoederen, producten, …
*Vorderingen ten hoogste 1 jaar (code 40/41): aandelen, kasbons, termijndeposito’s,…
*Liquide middelen (code 54/58): grootste graad v liquiditeit, middelen in kas/bank.
*overlopende rekeningen (code 490/1)

3.2 De indeling van de passiefzijde

Ordening passiefzijde  graad van opeisbaarheid van de financieringsmiddelen. Het EV staat dus bovenaan (steeds
beschikbaar).

 Eigen vermogen:
*Kapitaal code 10
*Uitgiftepremies code 11
*Herwaarderingsmeerwaarden code 12
*Reserves code 13
*Overgedragen winst/verlies code 14
*Kapitaalsubsidies code 15
*Voorschot aan de vennoten op de verdeling vh netto-actief code 19

 Voorzieningen voor risico’s en kosten: voor pensioen, belastingen, herstellingen, ….
 Schulden:
*Op meer dan 1 jaar (code 17): financiële schulden, werkingsschulden, …
*Op ten hoogste 1 jaar (code
42/48): bv sociale lasten
*Overlopende rekeningen

, 5. Wijzigingen in de werk- en financieringsmiddelen
Enkel gedagtekende verantwoordingsstukken id bkh.

Aankoopfactuur (bv aankoop pc) heeft 3 componenten: bezitting in vaste activa, btw op aankoop = vordering, schuld
tov leverancier (bedrag+btw).  betaling: banksaldo verminderd, leveranciersschuld verdwijnt.

5.1 Verantwoording meerprijs bij overname

Meer eisen  naambekendheid, overname klanten, … Meerprijs bovenop het verschil tussen de overgenomen activa en
passiva = IMMATRIEEL VAST ACTIEF = GOODWILL.


H2: De balansrekeningen:
1. Splitsing van de balans in rekeningen
Elke balanspost = een rekening. De verzameling hiervan  = grootboek

L = debetzijde (bedragen links op de balans (actiefrekeningen), komen links op de rekening)

R = creditzijde (bedragen rechts op de balans (passiefrekeningen), komen rechts op de rekening)

2. Boekingsregels van balansrekeningen
Vermeerdering van bezittingen  debiteren van de actiefrekeningen

Afname van bezittingen  crediteren van de actiefrekeningen

Vermeerdering van schulden  crediteren van de passiefrekeningen

Afname van schulden  debiteren van de passiefrekeningen

, 3. Verschilpunten tussen balans en rekening




4. Het afsluiten van de balansrekeningen
4.1 Het afsluiten van actiefrekeningen

Bv. begin op de bank 6500 euro.  betaling gedaan van 3025euro  nog 3475 euro over op bank = SALDO (saldi)

Debetzijde: beginbedrag en vermeerdering
Creditzijde: verminderingen/uitgave van geld op de bank
 Overschot / verschil tissen de 2 zijden = SALDO

Actiefrekeningen hebben een debetsaldo.

4.2 Het afsluiten van passiefrekeningen

Passiefrekeningen hebben een creditsaldo.

Bv. lening van 25000 = schuld.  7.500 reeds afbetaald  17500 euro = creditsaldo


H3: De Resultatenrekening
1. Het resultaat van het boekjaar als verschil tussen opbrengsten en kosten
 2 verschillende soorten opbrengsten/kosten:

1) COMMERCIËLE OF BEDRIJFSACTIVITEITEN:
• Niet-recurrente bedrijfsopbrengsten/kosten = komt occasioneel voor, uitzonderlijk.

Bv. verlies goederen door brand, verkoop terrein met winst (want vaste activa w niet verkocht normaal), verkoop
van matriële vaste activa.

• Recurrente bedrijfsopbrengsten/kosten = regelmatig, voor dagelijkse werking van de firma.

Bv. verkoop/aankoop HG, opbrengst uit huur, kosten voor publiciteit, elektriciteit, bezoldigingen, sociale lasten, …

2) FINANCIËLE ACTIVITEITEN = opbrengsten/kosten uit financiële verrichtingen.
• Recurrent = Bv. interesten, bankkosten.
• Niet-recurrent = Bv. winst uit lottospel.
Na 12 maand, boekjaar om. W of V. Enkel bij W moet je belastingen betalen =’Winst na belastingen’. Pas daarna wordt het
resultaat van het boekjaar bepaald.


2. De bestemming van het resultaat
 Winst in firma houden: toename ‘eigen vermogen’
 Winst uitkeren: ‘schulden ten hoogste 1 jaar’ (dividend aandeelhouders/tantième bestuurder/wn’s en andere)
 Reservering

Pas na deze beslissing kan de eindbalans worden opgemaakt. Bij gebreke van beslissing: balans opgesteld onder
opschortende voorwaarde. Wanneer het wel bekend is, kan de resultatenrekening worden opgemaakt. Hierin staat
wat er met de winst of verlies kan gebeuren.

, (Het te bestemmen resultaat (W/V) wordt verkregen na resultaat van de bedrijfs- en financiële resultaten na
belasting en na onttrekking en overboeking van de uitgestelde en belastingvrije reserves.)

3. Boekingsregels van resultatenrekeningen
Op die manier inzicht in ondernemingsresultaat na afloop van een periode. GEEN detailinformatie!

Er zijn opbrengsten- en kostenrekeningen met elks een debet- en creditzijde.

 De werking van de resultatenrekeningen kan worden afgeleid uit de werking van de rekening ‘KAPITAAL’.
Kapitaal w gecrediteerd als de eigenaar vermogen uit zijn privé in de zaak inbrengt.
W = vermeerdering van schuld van de org tov eigenaar waardoor kapitaal toeneemt. Dus bij W kunnen we
Kapitaal crediteren.

 Stijging opbrengsten = verhoging W  Credit kapitaal O = credit / O = debet
 Stijging kosten = verlaging W  Debet Kapitaal K = debet / K = credit

Resultatenrekening Via specifieke opbrengsten- en kostenrekeningen elke opbrengst en kost opvolgen. =
Staffelvormvoorstelling (onder elkaar gerangschikt).

• Ontvangen BTW op verkoop van goederen  betalen aan de Staat. = schuld = crediteren op passiefrekening
‘BTW op verkopen’.
• Bij kosten met een stuk privé (bv telefoonkosten) moet de ‘rekening-courant van de eigenaar’ gedebiteerd
w. Het tegoed van de zaak tov de eigenaar w op actiefzijde geplaatst.
Samenvatting:




H4: Het minimum algemeen rekeningstelstel (MAR):
1. Omschrijving
= gestructureerde plan waarin alle rekeningen die in een bepaalde boekhouding kunnen voorkomen.  via decimaal
stelsel = rekeningen w samengebracht in groepen van 10. Elke groep heeft 10 onderverdelingen.

• Zorgt voor eenheid, gemakkelijk voor controle- en vergelijkingstaken voor de overheid.


2. Structuur
8 klassen: 1-5 = balansrekeningen, 6 en 7 = resultatenrekeningen, 0 = orderekeningen.
*Elke klasse  heeft groepen, bestaande uit 2 cijfers.
*Elke groep  heeft rekeningen, bestaande uit 3 cijfers.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliesverbraeken. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.87  13x  sold
  • (3)
  Add to cart