100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toegepaste organisatiekunde H7 t/m H11 8e druk $6.40
Add to cart

Summary

Samenvatting Toegepaste organisatiekunde H7 t/m H11 8e druk

61 reviews
 1132 views  207 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Toegepaste Organisatiekunde Hoofdstuk 7 t/m 11, Peter Thuis 7e druk Compleet!

Preview 4 out of 39  pages

  • No
  • H7, h8, h9, h10 en h11
  • December 29, 2017
  • 39
  • 2017/2018
  • Summary

61  reviews

review-writer-avatar

By: belleheuthorst • 1 year ago

review-writer-avatar

By: shalinaspan • 1 year ago

review-writer-avatar

By: Joepvanderoord • 1 month ago

review-writer-avatar

By: benuffing • 2 year ago

review-writer-avatar

By: milalankreijer • 2 year ago

review-writer-avatar

By: matscuijpers01 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: fleurrcenten • 2 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Hoofdstuk 7

7.1

Voordelen van planning
- Coördineert de activiteiten
o Het zorgt voor structuur. Het bepaalt de richting en wijze van werken bij een
bepaalde doelstelling.
- Stimuleert vooruitdenken
o Het dwingt om vooruit te kijken naar activiteiten in de toekomst en welk kapitaal,
productiemiddelen en personeel je daar voor nodig hebt.
- Verhoogt de participatie van de medewerkers (participatie = het meedoen aan)
o Mensen die hebben kunnen meedenken aan de planning zijn eerder geneigd zich in
te zetten voor het realiseren ervan.
- Vormt de basis voor effectieve controle- en beheersingsmechanismen
o Hiermee kijk je of de organisatie effectief en efficiënt heeft gewerkt. De planning
vormt hiervoor de basis. Door het resultaat te vergelijken met het oorspronkelijke
plan kan men bepalen hoe men heeft gepresteerd.

Nadelen van planning
- Kost tijd en geld
o Op lange termijn wordt dit weer terug verdient.
- Kan leiden tot verstarring (verstarren = onbeweeglijk worden)
o Zorg voor flexibiliteit binnen je planning anders creëer je verstarring

7.2

Soorten Planningen

- Tijdspanne
o Strategische planning
 Wordt opgesteld door het topmanagement. Bepaald de strategie. (Hoe de
doelstellingen worden bereikt) Termijn van 5 tot 10 jaar
o Tactische planning
 Wordt opgesteld door het middenmanagement. Bepaald de tactiek hoe een
strategie wordt uitgevoerd. Termijn van 1 tot 5 jaar.
o Operationele planning
 Wordt opgesteld door het lage kader. Voeren de tactische doelen van
middenkader uit. Termijn van 0 tot 1 jaar.

- Top- down of bottom-up planning
o De planning kan van bovenaf of van onderaf worden opgelegd.
 Top-down planning fases
 Concernleiding bepaald de doelstelling
 Directies van divisies bepalen de globale plannen waarmee de
doelstellingen worden bereikt. (strategie)
 Concernleiding keurt de globale plannen goed.
 De diverse afdelingen van de divisies moeten de tactische uitvoering
van de strategie bepalen dmv deelplannen. Middenmanagement.
 Ook de tactische deelplannen moeten goedgekeurd worden door de
top van de onderneming.

,  De goedgekeurde tactische deelplannen worden gebruikt als
uitgangspunt door de operationele planning (lage kader)
 Bottom – up planning
 Hierbij wordt de basis van de planning onder in de organisatie
gevormd.
o Afdelingen komen met toekomstplannen
o Top keurt de plannen naar aanpassingen goed
o De afdelingen gaan ze uitwerken
o Na goedkeuring van de uitwerking worden de plannen
uitgevoerd.

Voordeel van bottom-up planning ten opzichte van top-down:
- Lagere delen van de organisatie voelen zich meer verbonden met de plannen. Dit zorgt voor
motivatie.
Nadeel van bottom-up planning ten opzichte van top-down:
- De basis heeft geen overzicht over de totale organisatie waardoor de afdelingsplannen niet
op elkaar zijn afgestemd. Dus de synergie zal ontbreken.


7.3

Criteria voor effectieve plannen

- Specifiek en meetbaar
- Richten op een paar kerngebieden
- Uitdagend en realistisch
- Richten op een specifieke periode
- Een vorm van prestatiebeloning


7.4

Besluitvorming

Soorten:
- Typen beslissingen
o Geprogrammeerde
 Worden routinematig genomen en men is bekend met de materie.
 Bijv. of een bank een cliënt wel of geen hypotheek verstrekt.
o Niet-geprogrammeerde
 Zijn niet vooraf te structureren omdat het probleem betrekking heeft op een
unieke situatie. Probleem heeft zich nooit eerder voor gedaan en daardoor is
geen gestandaardiseerde procedure mogelijk.
- Besluitvormingscondities
o Zekerheid
 Besluitvormers zijn geïnformeerd over een probleem, de alternatieve
oplossingen en respectievelijke resultaten van de alternatieven.
o Risico
 Besluitvormers zijn incompleet maar wel betrouwbaar geïnformeerd. Geen
zekerheid van de uitkomsten. Wel genoeg informatie om de groot mogelijkste
uitkomst te voorspellen.

,  Bayesiaanse statistiek = het alternatief met de hoogste kans wordt gekozen.

o Onzekerheid
 Besluitvormer heeft weinig tot geen informatie over de kans van mogelijke
uitkomsten.
o Fuzzyness
 Besluitvormer kent zelfs de mogelijke uitkomsten van de alternatieven niet.
- Het besluitvormingsproces
o Identificeer en verifieer probleem
o Genereer alternatieven
o Evalueer de alternatieven
o Selecteer het beste alternatief
o Implementeer het gekozen alternatief
o Evalueer de beslissing
- Besluitvormingsmodellen
o Rationele besluitvormingsmodel
 Besluiten worden logisch, rationeel en economisch handelend genomen
 Manager is volledig geïnformeerd en heeft zekerheid
 Gebruik van rekenkundige technieken, ratio en logica
o Beperkt-rationele besluitvormingsmodel
 Beslissingen worden niet altijd rationeel en logisch genomen.
 Incomplete informatie (risico, onzekerheid of fuzzyness)
 Beslsser neemt genoegen met het eerste alternatief
 Zie Herbert Simon model
o Vuilnisvatmodel (Cohen, March en Olsen)
 Er zijn zoveel problemen dat er voortdurend prioriteiten gesteld moeten
worden.
 Ook proberen ze het steeds via een andere invalshoek te benaderen
o Politieke besluitvormingsmodel
 Wanneer met de besluitvorming ziet als een politiek proces.
 Verschillende partijen die baat hebben bij de uitkomst en dus baat hebben bij
een andere uitkomst.
- Factoren die de besluitvorming beïnvloeden
o Emoties
 Niet rationele beïnvloeding
o Stress
 Niet rationele beïnvloeding
o Framing
 Positieve informatie prefereren boven negatieve informatie
o Escalatie van verbondenheid
 Oude patroon vast houden ondanks de vele signalen dat er een ander
alternatief gekozen moet worden. (dus onder druk nog steeds een beslissing
nemen)
o Intuïtie
 Het gevoel dat een beslisser heeft over de keuze, zonder te redeneren of
bewust te analyseren.
o Zelfverzekerdheid
 Ook deze beïnvloed het nemen van beslissingen
- Besluitvorming in groepen
o Nominale groepstechniek

,  Gestructureerde vergader techniek die discussie en communicatie beperkt
tijdens besluitvormingsfase.
 Groep komt bijeen en probleem wordt voorgelegd, vervolgens
schrijft iedereen mogelijke oplossingen
 Iedereen deelt zijn oplossingen. (Alleen luisteren)
 Dan is er een open discussie.
 Geheime schriftelijke stemming
o Delphi-techniek
 Besluitvorm zonder dat iedereen bijeen hoeft te komen
 Probleem wordt geïdentificeerd en iedereen moet een oplossing
verzinnen.
 Ieder lid vult anoniem het formulier in (met zijn oplossing)
 Alles formulier worden verzameld en uitgedeeld
 Daarna weer een formulier invullen (leidt tot nieuwe ideeën)
 Stap 3 en 4 worden net zolang herhaald totdat er consensus is
bereikt.
o Brainstormen
 Lukraak ideeën voorstellen waarmee men een probleem kan oplossen
 Kritiek is verboden (afweging en evaluatie pas aan het eind)
 Wilde ideeën worden gewaardeerd
 Veel ideeën nodig (hoe meer hoe groter de kans van slagen)
 Combinatie van ideeën en verbetering van eerder gegeven ideeën

Bijkomstigheden van Groepsbesluitvormen
o Spelregels bij het nemen van groepsbesluiten
 Vetorecht
 Ieder groepslid kan de totale beslissing tegenhouden.
 Unanimiteitsregel
 Alleen geldig als het unaniem is
 Consensusregel
 Meerderheid vindt het goed maar de minderheid kan de beslissing
aanvaarden
 Meerderheidsregel
 Meerderheid beslist
 Eenmansregel
 Neemt de beslissing in zn eentje

o Voordelen groepsbesluitvormen
 Meer kennis
 Meer ervaring
 Meer perspectieven en alternatieven
 Meer stimulans voor intelligente oplossingen
 Meer argumenten en dus meer begrip en overtuiging
 Grote verbondenheid
 Meer democratie
 Grotere leerervaring

o Nadelen groepsbesluitvormen
 Meer tijd

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller woutervreeburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.40  207x  sold
  • (61)
Add to cart
Added