Deze uitgebreide samenvatting behandeld heel hoofdstuk 10 ´Bloedsomloop` voor het vak biologie van het boek Nectar editie 4.1. Deze samenvatting is gebaseerd op informatie uit het leerboek en de presentaties van de docent. Lastige biologische processen omtrent het hard worden uitgelegd. Zo staat d...
10.1
Hart en bloedsomloop
Het bloedvatenstelsel van insecten ziet er heel anders uit dan die van
mensen. Insecten hebben namelijk een open circulatiesysteem. Dit
houdt in dat het bloed niet in de bloedvaten blijft, maar ook tussen de
cellen en weefsels doorgaat. Deze manier van bloedsomloop is niet zeer
efficiënt om de zuurstof te verspreiden. Het zuurstof krijgen ze via poriën
in de huid. Dan zit er een groot bloedvat aan de rugzijde, vanaf hier gaat
het bloed naar de kop en vanaf de kop gaat het door naar alle weefsels
in het lichaam.(De reden dat insecten niet zo groot kunnen worden heeft
te maken met de verhouding oppervlakte/volume en de poriën).
Een vissenhart heeft dan een gesloten bloedsomloop waarbij het bloed
dus niet buiten de bloedvaten komt. Ook heeft een vis, in tegenstelling
tot de zoogdieren, een enkele bloedsomloop. Bij deze bloedsomloop
wordt het bloed vanuit het hart eerst naar de kieuwen gepompt. Hierdoor
komt er zuurstofrijk bloed en gaat het naar de rest van het lichaam van
de vis. Deze manier gaat alleen niet zo snel, want nadat het hart het
bloed naar de kieuwen heeft gepompt, neemt de bloeddruk af.
Amfibiën, vogels, reptielen en zoogdieren hebben een dubbele
bloedsomloop. Toch zijn hier de bloedsomlopen ook net weer wat
anders. Bij zoogdieren zijn de wanden tussen de kamers gesloten zodat
het zuurstofrijke bloed niet kan mengen met het zuurstofarme bloed. Dit
is niet zo bij amfibieën. Zoogdieren doen dit dus efficiënter. Hierbij is er
een grote- en kleine bloedsomloop. De kleine bloedsomloop gaat vanaf
de rechterkamer naar de longslagader waarin zuurstofarm bloed zit.
Wanneer deze vervolgens door de haarvaten van de longen gaat krijgt
deze weer zuurstofrijk bloed. Dit gaat via de longader weer terug naar
het hart en komt in de linkerboezem. Dit was dan de kleine
,bloedsomloop. Vervolgens gaat het bloed via de linkerboezem naar de
aorta. Van de aorta gaat het naar de verschillende slagaders die het
zuurstofrijke bloed naar de verschillende organen brengen. In de
weefsels stroomt het bloed door de haarvaten waar het zuurstofrijke
bloed wordt afgegeven. De poortader is een bijzondere ader, deze
stroomt vanaf de dikke darm naar de lever, dit is nodig om afvalstoffen
van de darmen naar de lever af te voeren. Het bloed komt dan
uiteindelijk via de verschillende aders in een grotere ader, de onderste-
of bovenste holle ader terug in de rechterboezem.
De linkerkamer van het hart moet dus harder pompen dan de
rechterkamer. De rechterkamer moet namelijk de bloeddruk in de kleine
bloedsomloop reguleren, en de linkerkamer voor de grote bloedsomloop.
De hartcyclus is de voortdurende herhaling van het pompen van het
bloed. De kamers worden gevuld, ze worden leeggepompt en er is een
korte pauze. Bij het vullen ontspannen de kamers en boezems, dit
, ontspannen noem je diastole. Hierna is systole, dit betekent
samentrekking. Eerst is er de boezemsystole, een kort daarna de
kamersystole. Door de bloeddruk sluiten tijdens de kamersystole de
hartkleppen tussen kamers en boezems. Op dat moment gaan ook de
slagaderkleppen(dus de longslagaderklep bij de rechterhelft en de
aortaklep bij de linkerhelft). Als de kamers ontspannen zijn, verlaagt de
druk en sluiten de kleppen weer. Het sluiten van de slagader en
hartkleppen maakt het kloppende geluid.
De hoeveelheid hartklopping per tijdseenheid kan variëren. Als je traint
dan varieert de hartslagfrequentie ten opzichte van wanneer je niet
traint.
De embryonale bloedsomloop is anders dan de omloop wanneer je uit
de buik komt. Dit komt omdat longen voor de foetus nog helemaal niet
belangrijk zijn, want deze krijgt het zuurstof via het bloed van zijn
moeder door de navelstrengader. Hier komt het zuurstofrijke bloed in de
onderste holle ader. Omdat er al zuurstofrijk bloed is, is het niet meer
nodig om via de rechterkamer naar de longen te gaan. Hierdoor zouden
de longen al het zuurstof krijgen en de rest van het lichaam niet. Daarom
zijn er in de embryonale bloedsomloop twee aanpassingen gedaan
waardoor er maar een derde van het bloed door de longen stroomt. In
het hart is er een holle ruimte tussen de rechter en linkerboezem, een
ovaal venster of ook wel het foramen ovale. Hier kan het bloed dan al
gelijk naar de grote omloop stromen. Ook zorgt de ductus botalli, een
directe verbinding tussen de longslagader en de aorta, ervoor dat het
bloed gelijk naar de grote omloop gaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vanderburgnathan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.