Samenvatting Medische kennis tentamen jaar 1 tentamen 1
2 views 0 purchase
Course
Institution
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Book
Anatomie en fysiologie van de mens
Ik verkoop deze samenvatting van de eerste toets medische kennis, met de boeken farmacologie, pathologie en anatomie en fysiologie. ik heb ook mijn aantekeningen erbij gedaan. Ik had op deze toets een 9,5 dus hopelijk heb je er iets aan!
De anatomie (ontleedkunde) houdt zich bezig met de bouw van het menselijk lichaam. De wetenschap van het
functioneren van een levend organisme wordt aangeduide met de term fysiologie. De combinatie van deze
twee begrippen wordt aangeduid met het begrip: functionele anatomie. Functionele anatomie behandelt d H1
Terreinverkenning
De anatomie (ontleedkunde) houdt zich bezig met de bouw van het menselijk lichaam. De
wetenschap van het functioneren van een levend organisme wordt aangeduide met de term
fysiologie. De combinatie van deze twee begrippen wordt aangeduid met het begrip: functionele
anatomie. Functionele anatomie behandelt de bouw van het menselijk lichaam in directe relatie met
de lichaamsfuncties.
Inspectie = observeren van de buitenkant van het lichaam.
Palpatie = voelen op het huidoppervlak om meer te weten te komen over diepere structuren.
Percussie = kloppen aan de buitenkant van het lichaam. (Hoogte van de toon)
Auscultatie = luisteren met een stethoscoop naar geluiden die het lichaam produceert.
Bij laboratoriumonderzoek worden weefsels en vloeistoffen onderzocht.
Bij een röntgenapparaat wordt röntgenstraling wordt gebruikt om opnamen te maken de botten van
het lichaam.
Computertomografie (CT): Hierbij wordt ook röntgenstraling toegepast maar hierbij kunnen ook
zachtere weefsel zichtbaar worden gemaakt. Een CT-scan maakt een doorsnede van het hele lichaam
zichtbaar.
Met angiografie kan met afwijkingen in de hartholten en in de bloedvaten opsporen. Nadat een
contrastvloeistof in de bloedbaan is gespoten kunnen ze door röntgenstraling zichtbaar worden
gemaakt.
Bij MRI (magnetic resonance imaging) wordt de te onderzoeken persoon in een tunnel geschoven
Die een zeer sterke magneet bevat. Hierdoor worden de waterstofkernen in het lichaam
gemagnetiseerd. Lucht en weefsel die geen/weinig water bevatten geven dan geen signaal af en
worden op de MRI-scan zwart.
Bij Echografie of echoscopie wordt gebruik gemaakt van ultrageluidstrillingen. De golven
,weerkaatsen terug naar de computer en zo kan er een beeld gevormd worden. ‘
Bij doppleronderzoek wordt ook gebruik gemaakt van hoogfrequente geluidsgolven. Hiermee
woorden de stroomrichting en stroomsnelheid van het bloed geregistreerd.
Elektrische signalen van het lichaam kunnen worden opgevangen en weergegeven op een beeldscherm.
Voorbeelden zijn: ECG (elektrocardiogram) (hart), het EGG (elektro-encefalogram) (hersenen) en het EMG
(elektromyogram) (spieren).
Veel voorkomende afkortingen:
a. = arteria (slagader)
v. = vena (ader)
n. = nervus (zenuw)
m. = musculus (spier)
H2.1 Metabolisme
Met stofwisseling ofwel metabolisme worden alle biochemische reacties bedoeld die in de cellen kunnen
plaatsvinden. Er zijn twee typen biochemische reacties : anabole en katabole. Bij anabole reacties worden
kleine moleculen samengevoegd tot grotere. Deze reacties kosten energie. Dit heet dus assimilatie. Katabole
reacties zijn omzettingen waarbij grotere moleculen worden afgebroken tot kleinere. Bij deze reacties komt
energie vrij. Dit heet dissimilatie. Een veelvoorkomende afbraakreactie is verbranding. Bij verbranding reageert
een energierijke stof met zuurstof. Er is altijd zuurstof bij nodig, dus wordt deze verbranding aerobe dissimilatie
genoemd. De verbranding van glucose in formule
Glucose + zuurstof energie + water + koolstofdioxide.
Als er geen zuurstof beschikbaar is bij een verbranding dan schakelt de cel over in de afbraak van energierijke
stoffen. Dit heet anaerobe assimilatie. Dit gebeurt onder andere in spieren.
De vrijgekomen energie wordt vastgelegd in ATP.
ADP + P+ energie ATP
Stofwisselingsreacties vinden plaats met behulp van enzymen (eiwitten). Ze versnellen de reacties.
Alle stofwisselingsreacties vinden plaats door middel van enzymen. Dit zijn de belangrijkste
Kenmerken van enzymen:
I. Altijd eiwitten;
II. worden door het lichaam zelf gemaakt;
III. kunnen reacties sneller laten verlopen;
IV. zijn reactie specifiek;
V. zijn temperatuur specifiek (enzymen werken het beste bij hun optimumtemperatuur);
VI. zijn zuurgraad specifiek (werken het beste bij een bepaalde pH);
VII. worden wel gebruikt maar niet verbruikt;
VIII. Hebben een andere stof nodig om de reactie te laten verlopen (co-enzym);
, IX. Worden meestal genoemd naar de stof die ze splitsen.
H4.1 De anatomische houding
In deze houding:
Staat de persoon rechtop
Houdt de persoon het hoofd rechtop
Houdt de persoon de armen gestrekt naast het lichaam
Zijn de handpalmen naar voren gekeerd
Zijn de voeten iets verspreid
De weke delen bestaan uit de structuren rond het skelet en de organen die zich in de lichaamsholten
bevinden. De structuren rond het skelet bestaan van binnen naar buiten uit:
Skeletspieren, die door middel van pezen aan botstukken vastzitten;
Spierfascie, een stevige bindweefselmantel die de spier als het ware verpakt en aan de
spieruiteinden overgaat in de pees;
Algemene fascie, ook een binweefselmantel, die alle eronder liggende structuren omgeeft;
Onderhuids losmazig bindweefsel, op de meeste plaatsen met vetweefsel opgevuld;
De huid, die de begrenzing met de buitenwereld vormt.
Lichaamsholten zijn ruimte die omsloten zijn door bepaalde bouwelementen van het hoofd of de
romp. de schedelholte en het wervelkanaal staan met elkaar in verbinding en bevatten het
zenuwweefsel van het centrale zenuwstelsel. De wanden bestaan uit hard botweefsel, zo worden het
kwetsbare zenuwweefsel beschermd.
De borstholte wordt gevormd door de thorax (ribben, borstbeen, spieren en wervels) en het
diafragma (middenrif). Het mediastinum is de ruimte tussen de longen en bevat het hart, de
luchtpijp, de slokdarm en de grote bloedvaten.
De wanden van de buikholte zijn:
weke delen aan de voorkant (buikspieren, fascie en huid);
het diafragma aan de bovenkant;
rugspieren, wervelkolom en bekken aan de achter- en onderkant.
De bekkenbodem bestaat vooral uit spieren. Hierin zitten de uitgangen van de endeldarm, van de
urinewegen en − bij de vrouw −van de vagina.
Longen en hart in de borstholte en de meeste organen in de buikholte zijn omgeven door een
dubbelwandig sereus vlies, bestaande uit een visceraal (binnenblad) en een pariëtaal (buitenblad)
blad. Tussen beide bladen zit de sereuze holte, gevuld met sereus vocht. Deze bouw maakt een
soepele beweging van de organen mogelijk. De plaats waar het viscerale blad overgaat in het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindenoordhoff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.46. You're not tied to anything after your purchase.