Samenvatting Hoofdstuk 1 tot en met 5 - Basisboek Psychologie
4 views 0 purchase
Course
Institution
Hogeschool Leiden (HSL)
Book
Basisboek psychologie
Hierbij verkoop ik mijn samenvatting van hoofdstuk 1 tot en met 5, van Basisboek Psychologie (Jakop Rigter). De samenvatting bestaat uit de theorie, begrippenlijsten en afbeeldingen. Door deze samenvatting heb ik mijn tentamen in 1 keer gehaald.
Psychologie gaat over wat mensen denken, voelen en doen. Over verschillen en
overeenkomsten, niet alleen over afwijkingen. Psychologie is belangrijk om te begrijpen hoe
de mens functioneert en waarom de mens zo functioneert. Ook biologische factoren zijn
daarbij belangrijk, aangezien de natuurwetten altijd gelden. Ook het gedrag van een individu
in een sociale omgeving/groep is belangrijk bij het onderzoek naar de psyche.
Definitie: “Psychologie is de wetenschap die de cognities, emoties en het gedrag van mensen
bestudeert”.
Twee belangrijke uitgangspunten:
1. Alle ‘gedrag’ heeft een bio-psycho- sociale (BPS) verklaring nodig
2. Alle gedrag kent een evolutionaire noodzaak; wij hebben in de loop van die evolutie
een groot sociaal brein ontwikkeld
Twee belangrijke uitgangspunten, de eerste:
1. Het Bio-psychosociaal model: om menselijk gedrag te verklaren heb je verklaringen
nodig die uit alle drie de bronnen komen. Allen zijn belangrijk en hangen met elkaar
samen.
Voorbeeld stress en bio psychosociale interacties:
Dus BPS model stress voorbeeld:
• Jouw gedrag na een stress volle situatie wordt bepaald door jouw genen, die
beïnvloed zijn door jouw ouders, door de ervaringen met stress en bescherming van
jouw ouders, door jouw eigen ervaringen door jouw eigen gedrag zelf, door jouw (de
reacties op jou) omgeving enzovoort.
• Niet na elkaar maar door elkaar heen (interacties).
• Stress is een voorbeeld van gedrag
,Eigen leven:
• Vraag jezelf eens af wat jij weet van de bps-interacties die jouw gedrag beïnvloeden.
Je kunt denken aan allerlei ‘gedrag’. Denk aan je lichaamsgewicht, leervermogen,
hoeveelheid sociale contacten, je sportiviteit, enzovoort.
H 1. 8:
Passief gen-omgevingsverband;
• Genetische aanleg van kind komt overeen met genetische aanleg van de ouders
• Bijvoorbeeld beide hebben aanleg voor muzikaliteit
• Kans is dan groot dan het in aanleg muzikale kind in een muzikale omgeving opgroeit
– Daardoor wordt aanleg uitvergroot
Evocatief gen-omgevingsverband
Genetisch bepaalde eigenschappen van het kind lokken specifieke reacties uit bij de
omgeving.
Deze reacties versterken de al aanwezige aanleg.
Zoals het vrolijke kind dat enthousiaste reacties uitlokt bij opvoeders of het
ongehoorzame kind dat veel gestraft wordt.
Actief gen-omgevingsverband
Kind of volwassene kiest zelf de omgeving uit die bij zijn aanleg past. Hiermee wordt
de al aanwezige aanleg nog verder vergroot.
Zoals het kind met een sportieve aanleg die een omgeving zoekt (en vindt) die bij die
aanleg past. Kind moet wel wat ouder zijn.
Gen-omgevingsinteractie
Effect van genen verandert in een bepaalde omgeving.
Genen kunnen aan- of uitgezet worden door omgevingsinvloeden.
Andersom: invloed van de omgeving verschilt naar gelang de erfelijke aanleg van een
persoon (G x O).
,Interactie tussen drie factoren
• Net als de ontwikkeling van ons lichaam is ook de ontwikkeling van ons zenuwstelsel,
en met name die van onze hersenen, afhankelijk van drie factoren:
– Erfelijkheid
– Omgeving
– Oefening
• Deze drie factoren kennen ook een interactie
Factor 1: Erfelijkheid:
• Alle mensen hebben met elkaar gemeen:
– De (erfelijke) aanleg voor twee hersenhelften
– De aanleg om taal te leren
– De aanleg om zo’n 90 miljard zenuwcellen te produceren
• Maar erfelijke aanleg verschilt wél wat betreft de kwaliteit van bepaalde functies:
– Aanleg voor leren van taal verschilt
– Aanleg voor leren van rekenen verschilt
– Aanleg voor empathie verschilt
Factor 2: Omgeving:
• Kenmerken van de omgeving zijn van invloed op welke functies tot ontwikkeling
komen in onze hersenen en ook in welke mate
• Zoals:
– Met welke moedertaal groeit iemand op
– Wordt er thuis veel muziek gespeeld of naar muziek geluisterd
– De kwaliteit van het onderwijs in een bepaald land of in een bepaalde buurt
Factor 3: Oefening:
• De mate waarin iemand zelf bepaalde functies oefent is van invloed op de
specialisaties van zijn hersenen
• Ook de mate waarin iemand (on)gezond leeft is van invloed, maar dan op de kwaliteit
van de hersenen:
– Leefstijl is van invloed
– Oefening is van invloed
Werk maakt sterk
Oefening baart kunst
– Gebruikmaken van vaardigheden
en deze oefenen blijft levenslang van belang
Use it or lose it
, Wisselwerking tussen de drie factoren
• De drie factoren oefenen hun invloed zelfstandig uit kunnen invloed versterken.
– Bijvoorbeeld: aanleg hebben voor muzikaliteit en opgroeien in een omgeving
waarin veel gemusiceerd wordt
– Bijvoorbeeld: aanleg hebben voor een sport en zo veel oefenen dat je ook een
topsporter wordt (zoals Hakim Ziyech of Roger Federer)
De ontwikkeling van onze hersenen
1. Neurogenese: de ‘geboorte’ van circa 90 miljard neuronen tijdens de zwangerschap
2. Specialisatie van sommige neuronen en netwerken al tijdens de zwangerschap
3. Synaptogenese: de ‘geboorte’ van verbindingen (heel veel) tussen de neuronen
4. Pruning: het terugsnoeien van (aantallen) verbindingen tussen neuronen op grond
van ervaringen en oefeningen
Neurogenese = aanmaak van zenuwcellen
• Aanmaak van neuronen (zenuwcellen)
• Start al heel vroeg tijdens de zwangerschap
• 90 miljard (naar benadering)
• Nu weten we dat ook na de geboorte nog nieuwe neuronen aangemaakt worden
– Volwassen neurogenese
• Maar tempo van productie na de geboorte is veel lager als tijdens de zwangerschap
Synaptogenese
• Aanmaak van verbindingen (synapsen) tussen de neuronen
• Proces start al tijdens de zwangerschap maar gaat de eerste levensjaren door
• Een neuron kan vele duizenden verbindingen (synapsen) met andere neuronen
hebben
Pruning
Verbindingen tussen neuronen die niet gebruikt worden, sterven af. Daardoor
kunnen de verbindingen die wel gebruikt worden extra sterk worden.
Dit proces wordt pruning (= terugsnoeien) genoemd.
Neuraal netwerk
Verbindingen die veel gebruikt worden bij een bepaalde activiteit gaan een netwerk
vormen. Hoe meer die activiteit geoefend wordt, hoe sterker het netwerk.
Omdat iedereen unieke vaardigheden heeft, unieke activiteiten onderneemt en
unieke ervaringen opdoet, zullen er bij elk mens unieke netwerken in de hersenen
bestaan. Dus: de organisatie van onze hersenen is verschillend.
Plasticiteit van de hersenen
• Plasticiteit of kneedbaarheid slaat op het vermogen van ons brein om heel flexibel te
zijn
• Ons brein kan makkelijk reorganisaties aan, zowel qua functioneren als qua prestaties
• Voorbeeld: Nico met slechts één hersenhelft
• Onze hersenen veranderen als we iets nieuws leren of als we iets extreem gaan
oefenen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maddyreterink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.08. You're not tied to anything after your purchase.