M. Weber Definitie sociologie: (H1)
- “Sociale handelenbegrijpen, met doel tot causale verklaringen te
komen.”
Houding socioloog: Afstandelijke betrokkenheid (H2)
- Deelnemen aan debat als specialist, niet opiniërend
- Discipline specialist & kritische functie obv empirisch analytische
houding.
Verstehende methode: (H6)
- Begrijpen door in de huid van andere te kruipen.
Soorten macht: (H12)
- “De mogelijkheid is om, eventueel tegen de wil van anderen in, te
krijgen wat men wil”
Stratificatie: (H12)
- Meer dimensionale kijk op stratificatie &macht.
- Onderscheid 3 principes van stratificatie:
o Klasse
o Stand/statusgroep
o Partijen
Van categorieën naar groepen: (H12)
- Een klasse op zichzelf wordt niet noodzakelijk een klasse voor zichzelf.
- Categorieën worden afgebakend met een herkenbare eeigenschap, een
heel specifieke positie mbt macht & kapitaal. (Bv. Etnie & gender)
Protestantse ethiek & geest van het kapitalisme: (H14)
- Aandacht naar wisselwerking economische en culturele ontwikkelingen.
- Religieuze ideeën waren in het verleden grondslag van cultuur.
- Religieuze ontwikkelingen worden ook gestuurd door machtsrelaties:
Kunst, ideeën en overtuigen waren niet gewoon gevolgen hiervan.
Bron van mesnelijke creativiteit en van sociale/ eco vernieuwing.
- Verband tussen protestantisme en modern kapitalisme.
K. Marx Contingent, maar niet arbitrair. (H1)
- Mensen maken hun eigen geschiedenis maar niet onder de
voorwaarden die zelf kiezen.
Legitimerende derde: Geschiedenis (H1)
- Geschiedenis kent een dwingende ontwikkeling.
- Eindstadium kan al beschreven worden.
- Beroep op geschiedenis kan keuzemogelijkheden verkleinen
Voorloper kritische taak: (H2)
- Achter schijnbaar objectieve beschrijving van economische en sociale
wetmatigheden schuilen de belangen van dominante groepen.
Marxistische conflictsociologie: (H5)
- Conflict tussen productiekrachten en productieverhoudingen
- Ongelijke klassenverdeling: conflict.
, Neo-marxisme: (H5)
- Nadruk op belangentegenstellingen.
- Verschil met marxisme: Nadruk op ongelijkheid in het algemeen ipv
verschil tussen proletariërs & bourgeousie.
Neveneffecten van de schaalvergroting: (H9)
- Ontmenselijking en voorstelling als koopwaar.
- Alles in termen van vraag & aanbod. (=Commodificatie)
Ongelijkheid en macht: (H12)
- Sociale klassen worden afgebakend obv hun verhouding tot
productiemiddelen: Heersende klasse met macht meestal eigenaar, de
gedomineerde klasse alleen arbeidskracht.
- Ongelijkheid is gebleven.
Stratificatie: (H12)
- Een-dimensionale kijk op het verschijnsel macht. (Economische macht)
Spelregels: economische conflicten: (H13)
- De kapitalistische maatschappij zit in de greep van een onontkoombare
dynamiek. (Al dan niet bezitten van productiemiddelen=onderscheid)
- De sociale klassen komen tegenover elkaar te staan.
- Afloop stijd: Afschaffen privaat eigendom van productiemiddelen.
A.Comte Grondlegger sociologie – bedenker term (H1)
Verlichting:
- Positivisme
- Kennis & theorie zijn middelen om feiten in grote gehelen te zien
- 3 stadia in ontwikkeling mens (vaste volgorde)
Tegenverlichting:
- Rede niet automatisch tot goede samenleving.
- Maatsch. Orde wordt in stand gehouden door dwang en irrationele
grondslag.
- Religie= instelling die emoties, denken en voelen samenbrengt en
oriënteert.
- Religie moet praktisch zijn: ‘Religie van de mensheid’
Reactie op hobessiaanse oplossing: (H5)
- Aanvaarding wetten kan niet alleen op dwang steunen.
- Misleiding via religie, symbolen etc is noodzakelijk.
Puritanisme, rationalisering & verlichting (H14)
- Revolutie van het europse wereldbeeld bij hem te vinden:
- Geloof in individuele rede, vertrouwen in de kenbaarheid van de
werkelijkheid obv die rede en die kennis.
Niklas Luhman Contingentie: (Tegen-verlichting) (H1)
- Met contingente leren leven, arbitraire tot instellingen verheffen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxxii123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.