Dit is de samenvatting van het vak 'Fysiologie' (0671), gevolgd op de RUG tijdens jaar 2, cyclus 2.1.2. (nieuwe curriculum). Het document bevat de drie kennisclips over 'lichaamsvloeistoffen', 'osmoregulatie', en 'volumeregulatie'. In combinatie met alle andere samenvattingen (zie mijn account) heb...
Lichaamsvloeistoffen in verschillende componenten: het bepalen van de inhoud van lichaamsvloeistoffen
Verdeling lichaamsvloeistoffen
Gezonde jonge man (van 20 jaar oud) bestaat voor 60% uit water.
Totale lichaamswater (TBW): 0,6 x lichaamsgewicht
• Extracellulaire vloeistof (ECF): 0,2 x lichaamsgewicht
o Interstitiële vloeistof: ¾ van het ECF
o Bloedplasma: ¼ van het ECF
• Intracellulaire vloeistof (ICF): 0,4 x lichaamsgewicht
ICF en ECF worden gescheiden door celmembraan. ICF en bloedplasma worden gescheiden door
capillairwand.
Lichaamsvloeistoffen, geslacht en leeftijd
• Een slank persoon bestaat uit meer water dan een obese persoon (onderste plaatje).
• Vrouwen bestaan uit minder water, want hebben meer vetten (hormonaal bepaald) à
vet en water stoten elkaar af, dus waar vet zit, kan geen water zitten.
• Neonaten (pasgeboren) beginnen met meer lichaamswater. 35% van hun totale
lichaamsgewicht bestaat uit water à bevatten veel meer water buiten de cellen,
kunnen dit water dan ook sneller verliezen (d.m.v. verdamping) à makkelijk
uitdrogen.
• Bij ouder en dikker worden à minder TBW in relatie tot gewicht.
De indicatorverdunningsmethode
Uit hoeveel water verschillende compartimenten bestaan, kunnen we bepalen met de indicatorverdunningsmethode.
• Hoeveelheid indicator in A = Volume A x Concentratie A.
o Indicator A wordt intraveneus (in de bloedbaan) toegediend à verspreidt zich over een deel
van het totale lichaamswater.
§ Hoeveelheid indicator in B = Volume B x Concentratie B
• Wachten tot ‘steady state’ ontstaat in B.
o Steady state: hoeveelheid indicator in B = hoeveelheid indicator in A
• Bloed opzuigen, en van het bloedplasma de concentratie bepalen.
o Volume B = Hoeveelheid indicator in A / [B]
+"),))-+)(. '")0).()*. (2,)&-"&)*)
o V!"#$%&'(#)*' = !"*!)*'&%'() (* $-%4#%
Bepalingen
Vereisten van een indicator:
• Is niet toxisch à willen patiënten niet vergiftigen.
• Wordt niet metabool omgezet of gesynthetiseerd à willen indicator niet kwijtraken.
1
, • Verspreidt zich snel en gelijkmatig à hoeveelheid plasma die wordt opgezogen is anders niet representatief voor een
goede verdeling van de indicator over het volume.
• Verlaat de ruimte van het compartiment niet tijdens de bepaling.
• Wordt na de bepaling vlot uitgescheiden.
Bepalen van de TBW:
• Met stoffen die de celwand kunnen passeren à moeten zich verspreiden door het hele lichaam (het interstitium + de
cellen in gaande).
• Kan met isotopen van water, zoals deuterium (D2O).
Bepalen van de ECF
• Met stoffen die de capillairwand wel kunnen passeren, maar de celwand niet.
• Kan met polysachariden, zoals inuline, sucrose, mannitol (onderschatten).
• Kan ook met isotopen van Na+, Cl- etc. (overschatten).
Bepalen van het plasmavolume
• Met gemerkt albumine à dat zal de capillairwand niet over gaan (blijft in de circulatie zitten)
• Kan met Evans Blauw of met isotopen gemerkt albumine (131I-albumine)
Berekenen van de:
• Intracellulaire vloeistof (ICF):
o ICF = TBW – ECF
• Interstitiële vloeistof (ISF):
o ISF = ECF – plasmavolume
Samenstelling van de lichaamsvloeistoffen + reacties op veranderingen in de verdeling van ECF en ICF
Samenstelling van lichaamsvloeistoffen
Samenstelling bloedplasma (300 mosm/kg H2O):
• Precies hetzelfde als bloedplasma, alleen geen eiwitten à eiwitten blijven in de circulatie en worden dus niet
getransporteerd over de capillair-wand.
Samenstelling intracellulaire vloeistof (ICF):
• Verschilt per soort cel.
• Skeletspier: Na+, Cl-, HCO3- (kleine hoeveelheden) + K+ (veel) + Mg++ (redelijk veel) + andere ionen + organische fosfaten
+ eiwitten en andere stikstof bevattende opgeloste stoffen
Reacties op veranderingen in ICF/ECF-verdeling
Stappen bij veranderingen van lichaamsvloeistoffen
1. Wat wordt het lichaam aangedaan (welke verandering heeft plaatsgevonden)?
2. Hoe reageert het lichaam daarop?
o Niet-regulatief:
§ Osmose (1): verplaatsing van water tussen ICF en ECF (enkelen seconde)
o Regulatief:
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mariecusters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.