100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
opgeloste examenvragen geologie $3.23   Add to cart

Exam (elaborations)

opgeloste examenvragen geologie

 554 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

opgeloste examenvragen van het vak geologie gegeven in de richtingen chemie, biochemie, geologie, geografie @kul door Speijer. EXAMENVRAGEN LETTERLIJK OP HET EXAMEN. (oefening over gletsjer fout maar gelijkaardige oef in ppt)

Preview 3 out of 21  pages

  • December 31, 2017
  • 21
  • 2016/2017
  • Exam (elaborations)
  • Unknown
avatar-seller
Examenvragen geologie
Examen 2017 versie 1
Vraag 1
a) Silicaat en metamorfose verwering de reacties + invloed op klimaat
Silicaatverwering:
CaSiO3 + 2CO2 + H2O 2 + + SiO
Ca CaCO3 + CO2 + H2O
2 2
Samengevat in Urey reactie:
CaSiO3 + CO2 CaCO3 +SiO2
Calciumsilicaat omgezet naar calciet  kalksteenvorming dmv silicaatverwering
Invloed klimaat:
Opkomst van landvegetatie en vorming van bodems tijdens Siluur (440Ma)  sterke daling in
PCO2. Vandaag de dag is de PCO2 hoger dan ooit nl. 400ppm.

b) In krijt was eustatisch zeeniveau 200m hoger, hoe komt dit + geef verband platentektoniek,
klimaat, eusostasie.
Hoe komt dit:
Door afwezigheid van polair ijs
Door snelle MOR-spreiding  jonge bodem is warm, lichter en dus ondieper  veel jonge
oceaanbodems  hoge zeespiegel
Verband:
Tijdens broeikasperiodes, wanneer een groot deel van het landijs gesmolten is, wanneer vele
kleinere platen aan het uiteendrijven zijn en er daarom veel vulkanisme en veel actieve
plaatranden zijn, zal de eustatische zeespiegel hoger zijn omdat er dan veel warme MOR
gesteenten zijn die een groter volume innemen in de “oceaanbakken” dan de afgekoelde
gesteenten

Vraag 2
a) Boomse klei is organisch + pyriet

b) Waarom zijn bakstenen oranje?
Bakstenen zijn uit klei gebakken.
Vette kleien worden ‘vermagerd’ door toevoegen van zand en dit geeft baksteen zijn kleur.
Voor een rode kleur wordt kalkzandsteen gebruikt.
Rood is ook de zachtste steen.

c) Silt en siltfractie het verschil geven en verschil tussen siltfractie en zandfractie
Verschil tussen silt en silfractie:
Silfractie is de grootte van een siltkorrel  tussen 62,5µm en 2µm
Silt bevat ook grotere en kleinere korrels.
Een zandfractie is 2mm tot 62,5µm groot. Dit is groter dan de siltfractie waaruit we kunnen
besluiten dat zandkorrels groter zijn dan siltkorrels.



d) Geef de kenmerken die bepalen of men radioactief afval in die klei kan doen en wat is het
gevaar en waarom is noordelijker gevaarlijker ?
Kenmerken:

, Ondergrondse oplsag veilig? Stabiliteit? Impermeabiliteit? Grondwater?
Bv. Zoudiapieren  zouten zijn niet stabiel, in principe wel impermeabel tenzij er water in de
buurt is.

Vraag 3
a) Wat is geotherm? Wat is de continentale geotherm + warmteuitstoot voor continenten en
oceaan geven
Geotherm is de gemiddelde temperatuurstoename met de diepte. Dit kan berekend worden
aan de hand van de volgende formule: Td=T0+ d(m)* (3°C/100m)
De continentale geotherm bedraagt 3°C/100m
Warmte uitstoot voor continentale korst: 70mW/m²
Warmte uitstoot voor oceanische korst: 100mW/m²

b) Waarom verschilt oceaan en continentaal en waarom kunnen er in de oceaan zelf ook
verschillen zijn?
De oceanische en continentale korst bevinden zich beide op een verschillende diepte.
De oceanische korst bevindt zich nl. 4-5 km lager.
In de oceanen zijn er ook mid-oceanische ruggen waar een warmte-uitstroom plaatsvind van
150mw/m². deze bevinden zich 2-3km boven de zeebodem.
Aan de bovenstaande formule (vraag a) is te zien dat de ‘heat flow’ afhankelijk is van de
temperatuur.

Vraag 4
Schets afschuivingsbreuk en opschuivingsbreuk + tektonisch vb geven ervan

Tektonisch vb van afschuivingsbreuk: slenk bv Oost-Afrikaanse slenk

Tektonisch vb van opschuivingsbreuk: compressief tektonisch regime




Hoe kan oud gebergte dat is ontstaan door subductie inzakken en hoe komen stenen van diepte
>30 km terug aan het aardoppervlak.

Slenksysteem: afwisseling van afschuivingsbreuken met tegengestelde hellingsrichting 
opeenvolging van slenken en horsten.

OF DIT:

Na tektonische veranderingen kan een oudere laag op een jongere laag komen te liggen.

, Examen 2017 versie 2
a) Avalonië uitleggen, en precies vooral de ardennen, en waarom we daar bijvoorbeeld
steenkool vinden
Avalonië is een klein paleocontinent uit het paleozoïcum. Hiervoor behoorde het tot het
paleocontinent Godwana, maar Avalonië scheurde hieraf. Uiteindelijk ging het oostelijk deel
van Avalonië West-Europa vormen.
Zo kunnen de Ardennen geologisch beschouwd worden als onderdeel van het Rijns Massief,
maar in de Ardennen liggen ook massieven van ouder gesteente.
Tijdens het Carboon ontstonden steenkoolvelden uit moerassen, dit is een tropische
conditie, waaruit ook af te leiden is dat België vroeger in de tropen lag.


b) Bruinkool uitleggen, samenstelling, vindplaats, hoe het gevormd wordt, ...
Bruinkool:
Fossiele brandstof die bestaat uit plantaardig materiaal begraven.
Samenstelling:
Bevat 60-70% C
Vindplaats:
Vooral in Duitsland wordt in enorme groeves op grote schaal bruinkool gedolven.
Hoe gevormd:
Eerste stap in de inkolingsreeks: d.w.z.: de omzetting van veen naar organische verbindingen
die telkens een groter aandeel koolstof hebben en minder vluchtige bestanddelen.

c) Er was dolomiet gegeven: CaMg(CO3)2 en gij moest zeggen hoe ge dat kon bekomen via
verweringsreacties. Ik weet niet meer zeker of calciet daarbij al gegeven was, zoja dan
verklaren waarom dat nodig was.

Het proces om kalksteen om te zetten naar dolomiet heet dolomitisatie. Dit gebeurt in
contact met magnesiumrijk water. Hierdoor neemt de dichtheid en porositeit van het
gesteente toe.
2 CaCO3(calcite) + Mg2+ ↔ CaMg(CO3)2(dolomite) + Ca2+

d) Asteroïden uitleggen en hoe we weten dat het geen aards element is.

Tijdens de oorsprong van het zonnestelsel werden door het condenseren van kleine
fragmenten, planetisimalen gevormd. Planetisimalen klonterden samen tot planeten.
Achterblijvende fragmenten die niet samenklonteren zijn asteroïden. Asteroïden hebben een
stofformaat tot 1000 km doorsnede.
Asteroïden bewegen mee in de baan rond de zon en dit in de kuiperbelt en in de
asteroïdengordel (tussen mars en jupiter).




augustus 2016
vraag 1
a) Wat is een caldera en hoe worden ze gevormd?

Na een eruptie van een vulkaan kan het centrale deel van krater instorten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller user_chemie_kul. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  6x  sold
  • (0)
  Add to cart