Hoofdstuk: 1 – kinderthk, uitgangspunten en grenzen
* Melk- en wisselgebit in optimale conditie houden.
* Op 12 jarige leeftijd heeft de gebitsgezondheid ong. een optimum bereikt. De elementen zijn net
gewisseld, en de situatie kan alleen maar verslechteren.
* Zorggroepen:
1. Peuters en kleuters met veel cariës.
2. Onbehandelbare / bange kinderen.
3. Kinderen met een (verstandelijke) beperking.
4. Kinderen met een complexe medische conditie.
* Aandachtspunten waaraan de behandeling van kinderen moet voldoen:
1. De beh. moet gefundeerd zijn een complete beh. houd rekening met de huidige en
toekomstige gebitssituatie.
- Schriftelijk vastleggen.
2. De beh. moet vroegtijdig zijn hoe eerder er wordt behandeld, des te beter het resultaat zal zijn.
- Preventie: vroege diagnostiek.
3. De beh. moet zo min mogelijk worden uitgesteld
4. De beh. moet leeftijdsadequaat zijn.
- Tegen een puber met uitgebreide cariës mag worden gezegd dat het zijn eigen schuld is
(mits: goede toon).
Hoofdstuk: 2 – psychologische ontwikkeling
● Nature-nurture =
- Nature = alle eigenschappen v/d pt zijn bepaald door aanleg (bv. genetisch materiaal).
- Nuture = alle eigenschappen v/d pt zijn bepaald door opvoeding, m.n. door de leefomgeving.
* Het belang van bepaalde rijping v/h centraal ZS speelt niet alleen een belangrijke rol bij de
motorische vaardigheden.
* Cognitieve ontwikkeling: verschillende ontwikkelingsfasen:
- De sensomotorische fase 0 – 2jr.
- De preoperationele fase 2 – 7 jr.
- De fase v/d concrete operaties 8 – 12/13 jr.
- De fase v/d formeel logische operaties 12 jr en ouder.
* Conservatie-experiment:
- Welk glas zit het meeste water in? (grote brede glas of lange smalle glas).
o Overgieten van water (evenveel water) < 7jr niet geloven en > 8jr wel geloven.
Is een belangrijk om te zien dat kinderen anders denken dan volwassenen.
* Alles of niets lopen of niet lopen, lezen of niet lezen.
* Het gem. kind is ong. 50cm lang bij de geboorte en weegt ong. 6 pond.
1
,* 1e levensjaar:
- Het kind groeit het snelst.
- Na 1 jr gewicht gem. 20 pond en lengte gem. 75 cm.
- Celalocaudale groei = kop-staartgroei lichaamsdelen dichter bij het hoofd bevinden
eerder gaan groeien dan verder v/h hoofd gelegen delen ( het hooft groeit eerder dan de rest v/h
lichaam, armen groeien eerder dan de benen).
- Proximodistale groei centrale lichaamsdelen ontwikkelen zich eerder dan extremiteiten.
o In de pubertijd gaat dit groeipatroon niet op dan vindt het tegenovergestelde plaats.
- Norm: in de 2e mnd kan een baby het hoofd in buikligging iets optillen
- Norm: na ½ jr kan een baby rechtop zitten.
- Norm: na 9 mnd begint het te kruipen de wereld op het kind heen veranderd het kind
kan erg schrikken hiervan en angsten ontwikkelen.
● Cognitie = waarnemen en denken.
- 2e fase (sensomotorische fase) tot 24 mdn staat de baby in contact met de omgeving door zijn
zintuigen te gebruiken.
- 2e fase (preoperatieve fase) 2 – 7 jr het kind begint mentale symbolen te gebruiken zijn
voorstellingen en woorden die objecten aanduiden die niet meer echt aanwezig zijn.
- 3e fase (concreet-operationele fase) 8 – 12 jr het kind kan meerdere aspecten van een situatie
opmerken en met elkaar in verband brengen. Het kind kan concrete voorwerpen
vergelijken en ordenen.
- 4e fase (formeel-operationele fase) > 12jr het kind kan denken over dingen die niet direct
waarneembaar zijn en gebeurtenissen die niet rechtstreeks worden ervaren. Abstract en
hypothetisch denken behoren tot deze vaardigheden.
* Fasen van hechting:
1. Een periode waarin sociale en communicatieve signalen een belangrijke rol spelen, bv. huilen
v/d baby, glimlachen en het maken van oogcontact. Deze signalen zijn nog niet bestemd voor
een specifiek persoon. (- 4mnd)
2. Er begint een voorkeur te ontstaan voor een of enkele vertrouwde opvoeders. (5 – 7 mnd)
3. Hechtingsgedrag begint zich vooral te richten op 1 pers. (7 – 9 mnd)
- Scheidingsangst van de geliefde pers.
4. Gehechtheidrelatie begint een andere karakter te krijgen – het kind kan zich verplaatsen in
een ander.
- Het kind leert vol vertrouwen even te wachten op de bevredigen van zijn behoeften.
5. Hechtingsgedrag neem een beetje af. Het heeft een abstracter karakter gekregen, o.b.v.
wederzijdse affectie, vertrouwen en waardering.
* Patronen van hechtheid:
1. Veilige gehechtheid
2. Onveilige gehechtheid angstig / vermijdend.
3. Onveilige gehechtheid angsitg / ambivalent.
- Het kind straat steeds uit ‘ik kan het niet alleen’. Het zijn onzekere kinderen, die weinig
zelf ondernemen en steeds hulp zoeken.
* 2e levensjaar:
- Lopen en praten.
- Het kind heeft nog geen tijdsbesef: het leeft in het hier en nu.
* De peuter (2 – 4 jr):
- De motoriek v/d peuter ontwikkeld.
2
, * De kleuter (4 – 6 jr):
- Opkomst van crèches en peuterspeelzaal verloopt de overgang van peuter naar kleuter
geleidelijk.
- Groot probleem extreem overgewicht = obesitas.
o Te weinig lichaamsbeweging
o Te veel tv kijken / computeren samen met de 3 C’s chips, cola, choco.
o Blootgesteld zijn aan veel reclame.
o Ouders die het druk hebben en veel fastfood geven.
o Genetische factor ouders die zelf te zwaar zijn.
Gevaren obesitas: ontwikkelen van DM en andere fysieke complicaties.
2,5 u pd tv kijken is gem. voor een kind op de kleuterschool.
* Schoolleeftijd (6 – 12jr):
- Verstoppertje spelen.
- Groepsleven past zich zo veel mogelijk aan.
- Groepsverband wordt steeds hechter naarmate de kinderen ouder worden. Jongens
spelen met jongens en meisjes met meisjes.
- Bij meisjes zet de seksuele rijping 1 jr eerder in dan bij jongens. Deze verandering
betekenen het eind v/d jeugd en het begin v/d adolescentie.
* Adolescentie (12 – 18jr):
- Orthodontische beh. is vaak nodig i.v.m. de groeispurt.
- Agressieve driften komen naar voren.
- De TA/MH moet een andere houding aan nemen: geen opdrachten en verboden meer
uitdelen, maar advies en uitleg geven. zodat de adolescent zelf kan beslissen en zelf
verantwoordelijk is.
* Richtlijnen:
- Let op leeftijdsadequaat gedrag.
- Het tegenovergestelde.
- Denk om de actualiteit.
Hoofdstuk: 3 – uitgangspunten van communicatie
* Contact is een rode draad die door de gehele beh. loopt. Een TA/MH die contact heeft zal eerder
merken hoe een kind zich voelt en is daardoor beter in staat het gedrag v/h kind te sturen.
* Vertrouwen is de gouden sleutel tot elke beh. om het vertrouwen van een kind te winnen, zal de
TA/MH een aantal stappen moeten volgen:
1. Contact iemands hand schudden (formeel).
- Zonder contact kan je niks uitleggen, niet opbouwen voor een volgende beh.
- Oz. heeft aangetoond dat kinderen minder angstig worden als ze regelmatig bij de
TA/MH komen voordat de 1e curatieve beh. plaatsvindt.
2. Communiceren zonder communicatie met het kind is de TA/MH volledig kansloos.
- Oz. heeft aangetoond dat ouders geneigd zijn de communicatie met het kind over te
nemen naarmate het kind meet gespannen is.
3. Betrouwbaarheid je moet kunnen uitleggen wat we willen / gaan doen.
Hoe meer contact en vertrouwen er is, hoe sneller de beh. verloopt.
* ‘Ik wil niet’ is voor een peuter een leeftijdsadequate reactie. Het kind beschikt nog niet over
andere copingmechanismen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leonora20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.