Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Medische Kennis
All documents for this subject (117)
2
reviews
By: joyceelbers35 • 4 year ago
By: djoniberghuis • 5 year ago
Seller
Follow
esmeevtende
Reviews received
Content preview
Leerdoelen Medische Kennis periode 2
Week 1
Uit: Pathologie
Wat betekenen de begrippen gezondheid en ziekte?
Gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in
het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Een
toestand waarin alle vitale functies naar behoren werken.
Uitgaande van het concept homeostase kan ziekte gedefinieerd worden als een
afwijking van de normale lichaamsstructuren en –functies die resulteert in verstoring
van de vitale functies.
Wat zijn de factoren die de gezondheid kunnen verstoren/ziekte kunnen
veroorzaken?
Homeostase is een factor die de gezondheid kan verstoren. Homeostase is het
constant blijven van de interen omstandigheden in veranderende externe
omstandigheden. Dreigende veranderingen worden hier gecorrigeerd, voordat deze
schade toebrengen aan het lichaam.
De belangrijkste ziekteoorzaken zijn:
- Erfelijkheid;
- Aangeboren (congenitaal);
- Neoplasmata (kanker);
- Metabool;
- Traumatisch;
- Voedingsgerelateerd.
Hoe wordt in de geneeskunde diagnostiek bedreven?
Artsen proberen er door middel van klinisch redeneren achter te komen welke ziekte
een patiënt heeft, zodat ze een gerichte behandeling kunnen inzetten. Diagnostiek
is het proces waarmee wordt vastgesteld wat de oorzaak van de klachten of
afwijkingen is. In dit diagnostische proces worden verschillende soorten informatie
gebruikt die voortkomen uit anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend
onderzoek.
Welke beeldvormende technieken bestaan ten behoeve van de diagnostiek?
Met beeldvormend onderzoek kunnen de structuur en het functioneren van
inwendige organen zichtbaar worden gemaakt. Beeldvormend onderzoek omvat
onder andere:
- Röntgenonderzoek: röntgenstralen worden gebruikt om inwendige structuren
in beeld te krijgen;
- Computed tomography (CT): met behulp van röntgenstraling en een
computer wordt een driedimensionaal beeld van inwendige structuren
verkregen;
- Magnetic resonance imaging (MRI): de trilling van het lichaam in reactie op
een sterk magnetisch veld wordt gebruikt om de binnenkant van het lichaam
in beeld te brengen;
- Echografie: beelden van inwendige organen worden gemaakt met behulp
van de weerkaatsing van geluidsgolven tegen verschillende soorten weefsels;
, - Nucleaire geneeskunde: met behulp van radioactieve stoffen worden
beelden gemaakt van de structuur en de werking van organen.
Wat zijn de kenmerken van een ziekte? (Symptomatologie en ziektebeloop.)
Zodra de arts een diagnose heeft gesteld, kan hij een prognose geven: hij doet dan
een uitspraak over het verwachte verloop en de uitkomst van de ziekte.
Ziekten kunnen heel verschillend verlopen. Een ziekte die plotseling ontstaat en kort
duurt, wordt een acute ziekte genoemd (bijvoorbeeld griep, mazelen en de gewone
verkoudheid). Een ziekte die langzaam en minder heftig begint en maanden of jaren
duurt wordt chronisch genoemd (bijvoorbeeld diabetes, kanker en artritis). Een
ongeneeslijke ziekte waaraan de patiënt binnen enkele maanden zal overlijden,
wordt terminaal genoemd.
Een periode waarin de symptomen van een chronisch ziekte (tijdelijk) verminderen,
heet remissie. Als de symptomen van een ziekte in alle hevigheid terugkeren,
spreekt men van exacerbatie. Van een recidief is sprake wanneer een ziekte
weken of maanden na een (schijnbare) remissie weer terugkomt.
Een complicatie is een ongewenste gebeurtenis of toestand bij iemand die een
ziekte heeft en/of daarvoor behandeld is. Bij sommige ziekten is het herstel niet
volledig en blijft de patiënt nog last houden van restverschijnselen.
Bij de symptomatologie gaat het om de bestrijding van de symptomen.
Uit: Farmacologie
Wat zijn de verschillende organisatieniveaus van farmaca en op welke eiwitten
grijpen ze aan?
De organisatieniveaus lopen van cel tot orgaansysteem.
De meeste geneesmiddelen grijpen aan op eiwitten, die zich meestal in het
celmembraan bevinden. Deze eiwitten kunnen in vier categorieën worden ingedeeld:
- Receptoren;
- Ionkanalen;
- Enzymen;
- Transporteiwitten.
Geneesmiddelen grijpen dus aan op en binden aan eiwitten. Na een ingewikkelde
opeenvolging van gebeurtenissen volgt dan een therapeutisch effect: de ontsteking
of pijn wordt bijvoorbeeld minder, het cholesterol in het bloed daalt enzovoort.
Eiwitten zijn goede aangrijpingspunten omdat ze een sleutelrol spelen bij elk
fysiologisch proces.
Wat zijn de verschillende toedieningswegen van farmaca en hoe zijn deze van
invloed op de verschillende fasen van de farmacokinetiek? (Absorptie, verdeling,
metabolisme, eliminatie.)
De verschillende manieren van het toedienen van medicijnen heeft te maken met de
manier waarop het lichaam het geneesmiddel opneemt, metaboliseert en uitscheidt.
Metaboliseren betekent veranderen door een biochemische reactie. Dit vindt vooral
in de lever plaats. Het is belangrijk om de beginselen van de farmacokinetiek te
begrijpen, want je begrijpt dan de keuze voor een bepaalde toedieningsweg, de
dosering van een bepaald geneesmiddel en hoe factoren als leeftijd en ziekte de
werking van een geneesmiddel kunnen beïnvloeden.
Wat het lichaam doet met geneesmiddelen kan in vier fasen worden ingedeeld:
1. Het lichaam neemt het geneesmiddel op (absorptie);
, 2. Het lichaam verdeelt het geneesmiddel over de weefsels van het lichaam
(distributie/verdeling);
3. Het lichaam zet het geneesmiddel om (metabolisme);
4. Het lichaam scheidt het geneesmiddel uit (eliminatie of excretie).
Absorptie
We kunnen de toedieningswegen in drie categorieën indelen:
1. Lokale toediening: het geneesmiddel wordt rechtstreeks aangebracht op de
plaats van het probleem. Bijvoorbeeld oogdruppels in het oog, zalven en
crèmes op de huid;
2. Enterale toediening: het geneesmiddel wordt oraal ingenomen en vanuit het
maagdarmkanaal opgenomen in de bloedbaan. Hierbij horen ook de rectale
toediening en toediening via een sonde. Rectale toediening van een
geneesmiddel in de vorm van een zetpil (suppositorium) kan een goede
oplossing zijn als orale toediening niet mogelijk is;
3. Parenterale toediening: het geneesmiddel wordt rechtstreeks in het lichaam
ingebracht, meestal door middel van een subcutane (onder de huid),
intramusculaire (in een spier) of intraveneuze (in een ader) injectie.
Verdeling
Geneesmiddelen worden via de bloedsomloop over het lichaam verspreid, al
oefenen de meeste geneesmiddelen hun werking niet uit in het bloed zelf.
Anticoagulantia, die hun therapeutisch effect uitoefenen op stollingsfactoren en
bloedplaatjes, vormen hier een uitzondering op.
Metabolisme
De meeste weefsels en organen hebben een slagader die ze van zuurstofrijk bloed
voorziet en een ader die het zuurstofarme bloed afvoert. Bij het spijsverteringsstelsel
werkt dit anders: het krijgt zijn zuurstofrijke bloed wel via een slagader, de arteria
mesenterica, maar het bloed wordt vervolgens via een stelsel van kleine aderen
afgevoerd naar de lever, en dit naar de algemene circulatie. Dit stelsel heet het
poortaderstelsel en zorgt ervoor dat alle voedingsstoffen en andere stoffen die
vanuit de darmen opnemen eerst de lever passeren. De lever is het belangrijkste
ontgiftingsorgaan van het lichaam, hij neutraliseert stoffen die bij metabole reacties
in cellen en weefsels zijn geproduceerd, of breekt die af.
Eliminatie
Wat er van een geneesmiddel overblijft nadat de lever het heeft gemetaboliseerd
noemen we metabolieten. Doordat hieraan een suikermolecuul wordt toegevoegd
door de lever, worden de metabolieten beter oplosbaar in water waardoor de nieren
de stof gemakkelijk uit het lichaam kunnen verwijderen.
Wat zijn de basisprincipes van bijwerkingen en interacties van geneesmiddelen?
Geneesmiddelen kunnen op drie verschillende manieren bijwerkingen veroorzaken:
1. Een te sterke werking: soms heeft een geneesmiddel een sterke werking dan
was bedoeld, dit wordt hypotensie genoemd;
2. Het verkeerde aangrijpingspunt: geneesmiddelen die bedoelt zijn voor een
specifiek eiwit grijpen vaak ook onbedoeld aan op andere eiwitten en dan
ontstaan er bijwerkingen. Het verkeerde aangrijpingspunt ligt op meerdere
gebieden:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeevtende. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.