Hoofdstuk 5:
5.1: Eukaryoten zijn heel divers.
Eurkaryote cellen hebben zeer diverse sturcturen, maar wel 1 iets gemeenschappelijk
Nl: kern & organellen
Endosymbiontentheorie:
o Mitochondriën en chloroplasten
o Oorspronkelijk prokaryoten
o Opgenomen door oer-eurkaryotische cel
o => samenleven in symbiose
o Bewijs:
Beiden bevatten 1
circulaire molecule
DNA
Bezitten dubbel
membraan
Delen als bacteriën
onafhankelijk van de
cel
Resultaten DNA-analyse
o Protisten zeer heterogene groep
Verschillende takken in evolutie
o => nieuwe classificatie
Beperking van celgrootte
o Gebrek aan membraanoppervlak
Uitwisseling van stoffen met omgeving
Intern transport
o Diffusie te traag in grote cellen
o Concentratie van moleculen moeilijker
o => groeiend organisme
Alleen mogelijk door: compartimentalisatie en meercelligheid
Eencellig naar meercellige organismen
o Toelaten van differentiatie en specialisatie van cellen
o Ontstaan uit kolonies van protisten
o Bevestigd door analyses van Volvox
Axl De Regge ©
, 5.2: De celkern (= nucleus)
Controlecentrum van cel
o Alle cellulaire activiteit
o DNA-replicatie
o RNA-synthese
o RNA-processing
Kernmembraan
o Dubbel membraan
Buitenste = continu aan
ruw ER
o Bescherming van grote DNA-moleculen tegen trekkracht
Chromosomen
o Mogelijkheid bieden tot genexpressie
(uniek bij eukaryoten)
o Vorming door instulping
o Post-transcriptionele processing
o Transport vanuit nucleus
o Translatie van mRNA in cytoplasma
Inhoud van kern
o Morfe massa
o Nuclear bodies
Kernlichaampje (= nucleulus)
Nucleaire matrix
Fibrillair netwerk
o Structuur van kern
o Organisatie van chromatinelussen
o Ankerplaats voor machinerie
replicatie
transcriptie
RNA-
processing
Membraanloze organellen
Synthese van rRNA (ribosomaal
RNA)µ
Nucleaire poriën
o Vorming van kanalen door kernmem.
o Selectief gereguleerd transport
Axl De Regge ©