100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting beïnvloeden en veranderen van gedrag (2e editie) H1 tm H9 $7.94
Add to cart

Summary

Samenvatting beïnvloeden en veranderen van gedrag (2e editie) H1 tm H9

3 reviews
 80 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een gestructureerde samenvattingen van H1 TM H9 van het vak gedragsbeïnvloeding en het boek 'Beïnvloeden en veranderen van gedrag' geschreven door Carina Wiekens. De samenvatting bevat voorbeelden en afbeeldingen zodat begrippen nog duidelijker worden. Succes met je toets!

Preview 4 out of 35  pages

  • No
  • Unknown
  • November 14, 2023
  • 35
  • 2023/2024
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: nreenjes • 5 months ago

review-writer-avatar

By: tapmahoe_sopacua • 11 months ago

review-writer-avatar

By: ben8 • 1 year ago

avatar-seller
Gedragsbeïnvloeding
Hoofdstuk: 1 t/m 9 van ‘beïnvloeden en veranderen van gedrag’


Deel 1: Waarom doe je wat je doet?



Hoofdstuk 1: Nature, nurture en de invloed van
mensbeelden op gedragsverandering
Nature= genen, Nurture= opvoeding/leerprocessen. Impliciete theorieën= theorieën waar mensen
zich niet van bewust zijn.

1.1 Mensbeelden
Denken in termen van nature en nurture; Waarom is denken in termen van nurture belangrijk voor
gedragsbeïnvloeders en in hoeverre zijn bepaalde eigenschappen & gedrag daadwerkelijk
beïnvloedbaar? Dit hoofdstuk gaat ook over de invloed van impliciete theorieën; is gedrag
aangeboren of aangeleerd?

Mensbeeld= mensbeeld bevat ideeën over hoe je denkt dat mensen in elkaar zitten. Dit beeld heeft
consequenties voor de mate waarin je gelooft dat gedrag te veranderen is.

Vb: Stel je voor; je gelooft dat het menselijk IQ voor het grootste gedeelte al bij de geboorte vastligt.
Dan ben je niet snel geneigd om deel te nemen aan trainingsprogramma’s om je IQ te verhogen.


Genetisch gedetermineerd (‘vastbesloten’) Genetische predispositie (‘vatbaar’)
- Genen zorgen voor het ontstaan van - Genen zorgen voor ‘aanleg’, maar hoeft niet
eigenschappen. zo te zijn.
- De omgeving heeft hier geen/weinig - VB: iemand heeft de aanleg om depressief te
invloed op. worden. (Of verslaving/schizofrenie/
overgewicht)


Je visie op de eigen/andermans ’natuur’ (genen of opvoeding) bepaalt niet alleen in hoeverre je
denkt dat gedrag beïnvloedbaar is, maar ook hoe je jezelf en anderen beoordeeld.

VB: Iemand met overgewicht eet een hamburger; als je eigen visie: ‘lichaamsgewicht wordt bepaald
door gedrag en niet door aanleg’ is, dan denk je al snel; ‘eigen schuld, dan had je maar minder vet
moeten eten’. Terwijl in werkelijkheid diegene misschien wel een aangeboren stofwisselingsziekte
heeft en 1x per jaar een hamburger eet.

Conclusie ‘In welke mate wordt gedrag beïnvloed door genen of leerprocessen?’: wordt bepaald door
1. Het eigen gedrag – wat denk je er bij jezelf van?
2. Het geloof in de beïnvloedbaarheid van het gedrag van anderen – wat denk je ervan bij anderen?
3. De manier waarop het gedrag van anderen geïnterpreteerd en beoordeeld wordt – hoe
beoordeel je het gedrag?

,1.2 Impliciete theorieën: Incremental versus Entity Theories
Incremental theory= een geloof dat iets te ontwikkelen is. VB: IQ kan worden ontwikkeld.
 Impliciete (onuitgesproken/onbewuste) theorieën, vb: ben je sportief/ de mate waarin je gewicht
kunt beïnvloeden. (Growth mindset)
Entity theory= een geloof dat iets vaststaat bij geboorte en niet te ontwikkelen is. VB: IQ staat vast.
(Fixed mindset)

Als gedragsbeïnvloeder is het handig om te weten te komen of degene wiens gedrag je wilt
veranderen een entity of incremental theory over dat bepaald gedrag heeft.

1.3 In hoeverre zijn eigenschappen en gedrag beïnvloedbaar?
Zodra bovenstaand vraag beantwoord is kan worden ingeschat in hoeverre beïnvloedingspogingen
succesvol zullen zijn en kan beoordeeld worden of bvb een campagne/training opzetten het geld en
de moeite waard zal zijn.

Welk gedrag is makkelijk/moeilijk beïnvloedbaar? -> Lichamelijke kenmerken en prestaties/
persoonlijkheid/ cognitieve capaciteiten en prestaties.

1.3.1 Lichamelijke kenmerken en prestaties
- Voor groot deel genetisch bepaald (lichaamsbouw, heup-tailleratio, stofwisseling)
- Oogkleur, haarkleur, geslacht, lichaamsbouw & lengte; liggen vast bij conceptie (als er geen
afwijkingen of ziekten zijn).
- Lichaam is echter te beïnvloeden door oa. sport en eetgewoontes.
- Topsporters hebben meestal beide; aangeboren talen en veel tijd instoppen.
 Psychologische factoren als motivatie en doorzettingsvermogen
 Dieper ingaan op leerprocessen; optimale techniek aanleren/focus
 Hoe ga je om met spanning?; Choking under pressure

1.3.2 Persoonlijkheid
Verschil in temperament= stabiele, vroegoptredende individuele verschillen in emotionaliteit,
energie, aandacht en volharding, reactiviteit en vriendelijkheid.

Onderzoek: temperament is 40% -> genetisch bepaald, 60% -> specifieke omgevingsvariabelen:
contact met vrienden, leraren, ziekten, ongelukken etc.

Invloed van genen op eigenschappen: Big Five: OCEAN; Openheid, Consientieusheid, Extraversie,
Agreeableness (toegeefelijkheid), Neuroticisme

Conclusie; hoewel uit onderzoek blijkt dat het moeilijk is persoonlijkheidskenmerken bij te sturen, is
het wel mogelijk. Dit komt door de specifieke omgevingsvariabelen. ‘Mensen worden geboren met
bepaalde eigenschappen. Wat ze door ervaring kunnen leren is de mogelijkheid om controle over
deze eigenschappen uit te oefenen.’ Echter kun je als gedragsbeïnvloeder niet zomaar iemands zijn
persoonlijkheid veranderen. Gedrag daarentegen wel.

1.3.3 Cognitieve capaciteiten en prestaties
IQ= aangeboren potentieel. Je intelligentie moet zich ontwikkelen. Of je volledig gebruikmaakt van
het aangeboren potentieel, hangt af van de mogelijkheden die je krijgt wat betreft onderwijs en
opvoeding. Je hersenen zijn trainbaar, maar voor een groot gedeelte staat het vast; 50-80%.

,Near transfer/ vs far transfer; van veel oefenen (bv schaken) word je beter in schaken, niet ‘slimmer’
in het algemeen. Er is hier dus geen sprake van far transfer.

Bewuste oefening= delibare practice theory.
- 10.000 uren minimale oefening. (‘Boek; Magical number of greatness’)
- Dit is nodig op een expert te worden op een bepaald gebied.
- 5 criteria:
1. Het dient een taak te zijn die de persoon zelf kan uitvoeren.
2. Het doel moet duidelijk zijn ene de persoon dient het doel te begrijpen.
3. Er moet spraken zijn van directe, duidelijke en informatieve feedback.
4. De persoon moet de taak meerdere keren kunnen oefenen.
5. De taak en het leerproces moeten op maat zijn en begeleid worden door een
coach/leerkracht.

Stereotiepe bedreiging=de angst die een stereotype bij een persoon kan oproepen.
Vb: zien dat vrouwen slechter presteren op een wiskundetoets als hun ‘vrouw zijn’ op dat moment
wordt benadrukt.

1.4 Samenvatting en conclusies
Kernboodschap; opvattingen (waar geloof je zelf in) zijn doorslaggevend bij de vraag of ontwikkeling
en verandering is mogelijk.

Grootste kans op slagen:
- Als een persoon ervan overtuigd is het lot in eigen handen te hebben en dus zelf invloed te
hebben op de eigen prestaties.
- Na een tegenslag blijft de persoon optimistisch over toekomstig succes en diegene blijft actief
met de situatie omgaan ipv het te vermijden.
- Inzet & oefening lijken tot het meeste succes.

Wil je eigenschappen, gedrag, emoties, vaardigheden veranderen -> belangrijk om in te schatten in
hoeverre deze beïnvloedbaar zijn. Genen spelen zeker voor een deel een rol, maar leerervaringen
bepaald hoe ze uiteindelijk tot uiting komen.

, Hoofdstuk 2: Leren als basis voor gedragsverandering
Gedragsverandering= het aanleren en leren aanpassen van gedrag.

Hoe leer je zelfstandig te worden?; Hoe leer je alles wat je zou moeten leren?; Wat wordt onder
‘leren’ verstaan?; Hoe kijken de leertheorieën naar het leerproces?

Leertheorieën; klassiek/operant conditioneren, sociaal leren, cognitief leren.

2.1 Leren als aanpassing aan de omgeving
Wat wordt er met leren bedoeld?:
Leren= een proces waarbij een ervaring leidt tot ‘ander gedrag’ (niet per se verbeterd gedrag) in de
toekomst. Het is een soort aanpassingsproces. Door te leren reageer je adequater op de omgeving &
kan je de omgeving (actief) naar de eigen hand zetten.

Ervaring -> veranderd gedrag

2.2 Klassieke conditionering
Klassieke conditionering= een ongeconditioneerde stimulus (die een reactie oproept) wordt tegelijk
met een neutrale stimulus (die normaal niet tot een reactie leidt) aangeboden.

VB: Pavlov
Hond -> bel -> eten -> kwijlen
Na een tijd
Hond -> bel -> kwijlen -> eten
*De bel is een prikkel die aangeeft dat er eten komt, waardoor de hond al een reactie krijgt en gaat
kwijlen.

 Na dit proces is de ongeconditioneerde stimulus (de bel) een geconditioneerde stimulus
geworden.
 Bedrijven maken gebruik van dit proces bij bvb hun logo’s.
 De associaties kunnen fijn zijn, maar ook zorgen voor angst; ernstig ongeluk waar vooraf werd
getoeterd -> getoeter -> angst.
 Geconditioneerde reacties kunnen ook weer ongeconditioneerd worden gemaakt. Dit heet
extinctie/uitdoving; je biedt de geconditioneerde stimulus aan zonder dat daarbij de
ongeconditioneerde stimulus optreedt.

Generalisatie= als er op dezelfde manier gereageerd wordt op een nieuwe stimulus die lijkt op de
originele, geconditioneerde stimulus als er op de geconditioneerde stimulus gereageerd zou worden.

Vb: je rijdt op een paard genaamd Cappuccino en hij reageert onverwachts panisch op een
langsrijdende tractor waardoor jij er afvalt. Vervolgens klim je weer op het paard om verder te rijden,
maar bij elke tractor reageer je angstig (klassieke conditionering). Als je ook angstig reageert bij bvb
een vrachtwagen of een vliegtuig, dan is er sprake van generalisatie.

Discriminatie= het proces waarbij je onderscheid leert maken tussen twee stimuli die op elkaar
lijken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VS2. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.94  16x  sold
  • (3)
Add to cart
Added