Samenvatting geneeskunde zieke en gezonde cellen I (2022/2023) (cijfer = 7,1)
13 views 0 purchase
Course
Gezonde en zieke cellen I (GNBA100206)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
In deze samenvatting staan alle hoorcolleges, werkcolleges en practica van het vak zieke en gezonde cellen deel I, van de universiteit Utrecht. Met deze samenvatting heb ik een 7,1 gehaald voor de toets
Computer 1
Myoglobine bestaat uit veel alfa helices. De heemgroep zit in het myoglobine eiwit als een
soort casette. Het onderdeel van de heemgroep dat zich binnen het eiwit bevindt is
hydrofoob, net als het eiwit zelf binnen in. Dit zorgt voor hydrofobe krachten die de
heemgroep op zijn plek houden. Verder is de heemgroep bij de opening hydrofiel, hierdoor
kan het waterstofbruggen vormen met de buitenkant van het hemoglobine eiwit. Dit zorgt
ook voor meer stabiliteit. De laatste zwakke kracht die op de heemgroep werken zijn
natuurlijk de Van der Waals krachten.
Verder is een histidine zijketen covalent verbonden met de ijzer atoom in de heemgroep. Dit
is His 93.
Naast het vasthouden van de heemgroep heeft His 93 nog een andere functie: het trekt de
heemgroep naar beneden om zo meer ruimte te creëren voor O2 om te binden aan de
andere zijde van de heemgroep. Waar het O2 bindt is ook een Histidine aanwezig. Deze is
betrokken bij het vasthouden van zuurstof.
Tropocollageen bestaat uit drie aminozuren: glycine, proline en hydroxyproline. Deze
wisselen elkaar af en vormen een alfa helix. Drie van deze helixen draaien in elkaar om een
super helix te vormen. Glycine bezit een kleine zijketen, deze zijketen wijst naar binnen.
Doordat deze zo klein is maakt hij het mogelijk om zo strak om elkaar heen te winden. Het
strak om elkaar heen winden versterkt de Van der Waals krachten en de hydrofobische
krachten die in de kern van de super vezel aanwezig zijn. Het proline en hydroxyproline
bezitten een pentagon zijketen die verbonden is met de stikstofgroep van het backbone. Dit
vormt een starre binding die erg onbeweeglijk is. Dit biedt de superhelix nog meer kracht en
stabiliteit.
De OH groepen op het hydroxyproline zorgen ervoor dat wanneer veel super helices bij
elkaar liggen dat ze elkaar aantrekken door de hydrofiele krachten.
Bij normale superhelices is de periodiciteit 3,6. Dit betekent dat om de 3,6 wentelingen
herhaalt hetzelfde aminozuur zich weer. Bij tropocollageen is dit echter 3, dit komt omdat het
zo strak om zichzelf is gewikkeld.
Calmoduline is betrokken bij het binden van calcium om het ergens anders weer af te geven.
In de ongebonden staat bestaat het eiwit uit voornamelijk beta-sheets. Bij het binden van
calcium verdwijnen de beta-sheets en vormen er alpha helices.
, - Levende en dode cellen
- Preperaat dikte 0,2 μm tot 200 μm
- Labelen met algemene kleuring of speciefike immunolo labeling met fluorscente
antilichamen.
- Haematoxylin Eosin stain (H&E) is een kleuringsmiddel.
- Haematoxylin: blauw, bind aan negatieve stoffen; DNA
- Eosin: rose, bind aan positieve stoffen; eiwitten
Cellen 10 μm LM
Celmembraan 7 nm EM
Elektronenmicroscoop Celkern 7 μm LM
- Maximaal oplossend vermogen (resolutie) van Nucleoli 1 μm LM
0,2 nm Mitochondrien 0,5 μm LM/EM
Golgi EM
- Dode cellen
ER EM
- Preparaat dikte van 50 nm tot 200 nm Endosoom EM
- Algemene kleuring met zware metalen of Lysosoom EM
specifieke markeringen met antistoffen en Peroxisoom EM
metaal boleltjes. Ribosomen 20 nm EM
Eiwitten 1 nm EM
Immunolabeling
Met immunolabeling kan je meerdere kleuren gebruiken gebaseerd op
antistoffen.
Hierbij wordt een eiwit dat je wilt herkennen in een konijn gespoten, het konijn
maakt antistoffen die je gebruikt als primaire antistof. De uiteindes van de
antistoffen verkregen van uit het konijn zijn altijd hetzelfde. Een antistof dat
eerder, dat specifiek is voor de achterzijde van het het antistof van het primaire
antistof, wordt toegedient. Dit secundaire antistof bezit een fluoriscente groep. De
secundaire groep is algemeen en wordt voor veel verschillende labeling gebruikt.
Termen
Endocytose
- Phagocytose: eten door zichzelf uit te rekken
- Pinocytose: eten door een gat in zichzelf te maken.
- Receptor mediated endocytosis: met handjes stoffen pakken en in een blaasje
stoppen.
Antilichaamen
- Monoklonaal: een antilichaam dat op een specifiek deel van een eiwit bindt
- Polyklonaal: meerdere antilichamen voor een eiwit, maar die op verschillende
onderdelen binden.
Celorganellen herkennen
3. Mitochondriën; matrix
4. RER; tubes met bolletjes met onderling wat ruimte.
5. Glycogeen
6. Cytosol
,7. Nucleus; grotere bol
1. Peroxisoom; grijs bolletje
2. Lysosoom; bolletje met verschillende tinten grijs.
3. Mitochondra; matrix
4. ER; tubes met onderling met wat ruimte
, 5. Nucleus; grote bubbel
1. Mitochondriën
2. RER
3. Granuals
4.
5. Golgi
6. ER exit site
7. Transport visicles
8.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RutgerHek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.38. You're not tied to anything after your purchase.