100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Aantekeningen inleiding strafprocesrecht $3.21
Add to cart

Class notes

Aantekeningen inleiding strafprocesrecht

1 review
 97 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

EIGEN CIJFER: 7,4. Aantekeningen van het vak inleiding strafprocesrecht, eerste jaar periode twee. Naar aanleiding van het boek: Elementair Formeel Strafrecht.

Preview 3 out of 17  pages

  • January 2, 2018
  • 17
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: mitchellroelofs • 6 year ago

avatar-seller
Inleiding strafprocesrecht
Strafrecht is de zoektocht naar de materiële waarheid. Het gaat over hoe is iets gegaan, hoe
zijn de feiten geweest in een zaak.
Hechtenis is bij overtredingen, gevangenisstraf bij misdrijven.
Het doel van straffen:
- Ordening van de maatschappij
- Leedtoevoeging
- Speciale preventie (voorbeeld stellen voor de verdachte, voorkomen van herhaling)
- Generale preventie (voorbeeld stellen voor de rest van de maatschappij)
- Genoegdoening
- Voorkomen van eigenrichting
Soorten strafrecht:
- Materieel strafrecht (welk gedrag is daadwerkelijk strafbaar)
- Formeel strafrecht (de procedures rondom het materiële strafrecht)
- Penitentiair recht (alles wordt hier geregeld met betrekking op straf)
Onderscheid tussen commuun en bijzonder strafrecht:
- Commuun: Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering (Art 107 GW)
- Bijzonder: Opiumwet, Wet op de Economische Delicten, Wet Wapen en Munitie,
Algemene Wet inzake Rijksbelasting, Wet op het Financieel Toezicht etc.
Belangrijke (grond)beginselen en uitganspunten:
- Gematigd inquisitoir karakter
 Inquisitoir: verdachte is het voorwerp van onderzoek, verdachte heeft minder
rechten. Actieve rechter.
 Accusatoir: verdachte staat gelijk aan overheid, evenveel rechten. Passieve
rechter.
 Tijdens het voorbereidende onderzoek is het proces inquisitoir, na dit
voorbereidende onderzoek wordt het meer accusatoir.
- Vervolgingsmonopolie van het Openbaar Ministerie
 OvJ als heerser van het geschil
 Opportuniteitsbeginsel (zelf een keuze maken voor vervolging) Art 167, 242 Sv
 Door het opportuniteitsbeginsel heeft het OM veel macht. Hierdoor verbod op
willekeur: ‘geen redelijk handelend lid van het OM heeft kunnen oordelen dat met
(voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijk handhaving beschermd
belang gediend kan zijn’.
- Beroepsrechters
- Onpartijdig en onafhankelijk
1. Subjectieve onpartijdigheid (vanuit de rechter zelf)
2. Objectieve onpartijdigheid (door de sfeer van de rechter kan de angst voortvloeien
dat hij partijdig is, bijvoorbeeld verdachte is neef van rechter)
3. Als een rechter partijdig blijkt kan je een verzoek indienen om de rechter te wraken,
hierdoor wil je een nieuwe rechter.
4. Om wraking voor te zijn vanuit de rechter kan je een verzoek indienen om jezelf te
verschonen. Dit verzoek dient ingediend te worden bij de president van de rechtbank.
- Nemo tenetur-beginsel
 Je kan mensen niet verplichten om bewijs tegen jezelf te geven.
 Zwijgrecht Art 29 Sv
 Wilsafhankelijk en wilsonafhankelijk bewijsmateriaal, Nemo tenetur-
beginsel gaat alleen over wilsafhankelijk bewijsmateriaal. Het geldt dus

, niet voor wilsonafhankelijk bewijsmateriaal.
- Onschuldpresumptie (onschuldig tot tegendeel is bewezen)
 In dubio pro reo (bij twijfel moet de rechter de verdachte vrijspreken) 338 Sv
- Recht op rechtsbijstand
1. Recht op een advocaat 28, 37 e.v. Sv. Het recht op een advocaat is niet verplicht (40,
41 Sv), minderjarigen en ontoerekeningsvatbaren hebben wel verplicht een advocaat.
Bij voorlopige hechtenis en bij Hoger beroep waarin voorlopige hechtenis is bevolen
is het wel verplicht.
- Recht op de toevoeging van een tolk (29b Sv)
- Recht op (inzage in) processtukken (30 t/m 34 Sv.)
 Je krijgt het procesdossier van het OM. Uitzonderingsgevallen mogen achter
worden gehouden; informatie die het onderzoek zou kunnen schaden (telefoon
tap verslagen). Vaak geheime onderzoeken. De verdachte krijgt uiteindelijk wel
alle informatie.
- Onmiddellijkheidsbeginsel (338 Sv.)
 Alle bewijsmiddelen die worden gebruikt om de verdachte te veroordelen, ter
terechtzitting worden gepresenteerd.
 Getuige ter terechtzitting
 Nederland heeft de ‘papieren’ variant
 De-Auditu verklaringen (HR 20 dec 1926 De-Auditu)
 Door dit arrest komt het dat wij getuigen niet meer op zitting horen,
maar alleen nog een schriftelijk verslag als bewijs op zitting hebben.
- Openbaarheid
 Interne openbaarheid
 Alles in het strafproces moet voor de betrokken partijen bekend zijn
 Externe openbaarheid
 De openbaarheid naar buiten toe, bijvoorbeeld dat iedereen binnen
mag lopen bij een politierechter.
 Dit wordt gedaan voor controle op de rechters
- Ne bis in idem (68 Sr.)
 Je mag niet tweemaal voor hetzelfde strafbare feit mag worden vervolgd of
gestraft.
 Sinds 2015 is dit ook ‘beginsel van een goede procesorde’
 Sinds de uitspraak: HR Alcoholslotprogramma 3 maart 2015
Het legaliteitsbeginsel
- Materiële legaliteitsbeginsel
 Art. 1 Sr. : geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling
 Lex certa  verplicht de wetgever dat het duidelijk moet zijn
 Lex scripta  gedrag is pas strafbaar als het opgenomen is in een wet
 Verbod terugwerkende kracht  feit moet strafbaar zijn op het moment dat het
is gepleegd
 Analogieverbod  wettelijke regeling mag niet op een gelijk geval toe worden
gepast
- Formele legaliteitsbeginsel
 Art. 1 Sv. : strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien
 Met strafvordering kunnen we inbreuken maken op grondrechten, maar deze
inbreuken kunnen alleen worden gemaakt als deze bevoegdheid vastligt in een
wet in formele zin.
 Dit kan alleen op wet in formele zin, want dit heeft betrekking op de Staten-
Generaal en zij zijn de volksvertegenwoordiging.
 HR Muilkorfarrest (HR 12 april 1897)

, - Verdragen
 Als een verdrag ‘een ieder verbindend’ is, dan heeft dit directe doorwerking in het
Nederlands recht (93 GW)
 Bij een conflict met nationale wetgeving (wifz) heeft een verdrag voorrang op
onze eigen wet (94 GW)
- Grondwet
 Hoofdstuk 1 Grondrechten
 Maar, art 120 GW: de rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid
van wetten en verdragen.
 Wetten in formele zin worden niet getoetst aan de grondwet
 Trias politica: rechter mag niet op de stoel van de wetgeving zitten
Procesdeelnemers strafproces:
- Verdachte
- Raadsman
 Advocaat
 Zorgt voor eerlijk proces, geeft dit anders aan bij de rechter
 Staat altijd achter zijn cliënt
- Getuige
 Kennis heeft van het strafbare feit
- Deskundige
 Verteld vanuit zijn expertise hoe hij tegen een zaak aankijkt (expert)
- Slachtoffer & benadeelde partij (51aa Sv.)
 Sinds 1 juni 2016 grotere positie
 Slachtoffers: spreekrecht
- Rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad
- Opsporingsambtenaar
 Politie
 OvJ
 Bepaalde leden van de Koninklijke Marachaussee
 2 soorten opsporingsambtenaren
 Algemene opsporingsambtenaren (141 Sv.)
 Buitengewone opsporingsambtenaren (BOA) (142 Sv.)
- Openbaar Ministerie/Officier van Justitie
 Aanklager
- Reclassering
 Zorgen ervoor dat de opgelegde straffen goed worden uitgevoerd
 Zorgen ervoor dat mensen die lang in de gevangenis hebben gezeten worden
geholpen terug te komen in de maatschappij
Procesfasen strafproces:
- Voorbereidend onderzoek
1. Alles wat gebeurt tot aan de rechtszitting
- Onderzoek ter terechtzitting
1. Feitelijke zitting
- Beraadslaging en uitspraak
1. De rechter gaat met zijn mederechters en griffier de raadkamer in en overleggen
welke sanctie er komt.
 Dit blijft geheim
2. Vervolgens doen ze uitspraak
- Rechtsmiddelen
1. Twee weken de tijd om rechtsmiddelen aan te wenden

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thararutgers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added