SAMENVATTING JUSTITIËLE INTERVENTIES
UU, 2022, periode 4
Inhoudsopgave
Week 1: wat werkt...............................................................................................................................................2
Hoorcollege 1: wat werkt?...............................................................................................................................2
Literatuur........................................................................................................................................................4
Extra informatie LLL.......................................................................................................................................10
Week 2: diagnostiek, risicotaxatie en verslaglegging in de forensische Orthopedagogiek...............................13
Hoorcollege 2: diagnostiek, verslaggeing en risicotaxatie............................................................................13
Literatuur.......................................................................................................................................................18
Extra literatuur...............................................................................................................................................20
Extra informatie LLL.......................................................................................................................................23
Week 3: de jeugdstrafrechtketen.......................................................................................................................25
Hoorcollege: de raad voor de kinderbescherming........................................................................................25
Literatuur.......................................................................................................................................................27
Week 4: ambulante behandeling: risicojongeren en preventie.........................................................................32
Hoorcollege 4: ambulante behandeling........................................................................................................32
Literatuur.......................................................................................................................................................35
Extra literatuur...............................................................................................................................................42
week 5: amulante behandeling: gezinsinterventies en individuele therapie & veelpleger................................44
Hoorcollege: ambulante preventie veelplegers............................................................................................44
verplichte literatuur.......................................................................................................................................46
Extra literatuur...............................................................................................................................................50
Week 6: cybercrime............................................................................................................................................52
Hoorcollege 6A: nieuwe ontwikklingen rondom interventies voor jeugd cybercrime.................................52
Hoorcollege 6B: cyberdaders in de praktijk...................................................................................................55
Extra literatuur:..............................................................................................................................................57
Week 7: kleinschalige voorzieningen & interventies voor bijzondere doelgroepen..........................................64
Hoorcollege: kleinschalige voorzieningen.....................................................................................................64
Verplichte literatuur......................................................................................................................................67
Extra informatie LLL.......................................................................................................................................71
week 8: behandeling in justitiële jeugdinrichting en effectiviteit......................................................................74
hoorcollege 1: behandeling in justitiële jeugdinrichting en effectiviteit.......................................................74
Hoorcollege: repressie in de gesloten jeugdzorg..........................................................................................76
Literatuur.......................................................................................................................................................78
Extra litratuur.................................................................................................................................................82
,WEEK 1: WAT WERKT
HOORCOLLEGE 1: WAT WERKT?
THEORIEËN RECHTVAARDIGING STRAFFEN
1. Vergeldingstheorie:
Overheid moet wraak nemen op degene die onrecht plegen dit hoort bij de absolute
straftheorie: de straf vindt zijn grondslag in het misdrijf.
(De daad staat centraal).
2. Preventietheorie
Door de persoon te straffen wordt voorkomen dat andere strafbare feiten worden gepleegd dit
hoort bij de relatieve strafrechttheorie: de straf beoogt een bepaald doel in plaats van enkel
vergelding. Onderverdeeld in:
a. Generale preventie: schrikreactie op anderen
b. Special preventie: de misdadiger zelf ervan weerhouden
(Dader staat centraal).
WAT WERKT
1. In theorie effectief: beschrijving van wat interventie beoogt te doen op basis van theorieën over
het te bestrijden gedrag (waarom?)
2. Procesevaluatie: wordt het programma uitgevoerd zoals bedoeld? Wordt de doelgroep bereikt
(hoe?)
3. Evaluatieonderzoek: is er gedragsverandering? Voor en nameting
4. Effectonderzoek: gedragsverandering toe te schrijven aan interventie? Voor- en nameting en
controlegroep (hoe sterk?)
Wat blijkt uit onderzoek? Er is heel veel effectonderzoek nodig, alleen wat blijkt over de effectiviteit:
onderzoek dat uitgezocht wordt bij een selectieve steekproef heeft veel effect, maar kleinere
onderzoeken hebben heel weinig effect. Dit komt doordat de universiteiten (steekproef) hebben vaak
dezelfde doelgroep met een hele duidelijke oorzaak, terwijl onderzoek in de praktijk vaak Multi
causaal is en het veel complexer is om effect te vinden.
Dit is een probleem voor de erkenningscommissie: er is weinig onderzoek dat onomstotelijk
effectiviteit in de klinische praktijk aantoont. Dit roept de vraag op: is streng gecontroleerd
wetenschappelijk interventie-onderzoek überhaupt generaliseerbaar naar de praktijk? Er is een verschil
in:
- Enkelvoudig versus meervoudig problematiek
- Training behandelaars
- Protocollering
- Een therapie versus eclectische aanpak
- Kwaliteit onderzoeksdesign
Eigenlijk is het vaststellen van effectiviteit ontzettend lastig. Dit is heel ingewikkelde materie: de
erkenningscommissie is hierover ook voortdurend in discussie. We kunnen geen concessies doen over
,het vaststellen van de effectiviteit: als je mensen verplicht een behandeling te volgen, moet je zorgen
dat deze ook daadwerkelijk effectief zijn.
WAT WERKT IN DE FORENSISCHE JEUGDZORG?
Allereerst moet dan antwoord worden gegeven op de vraag: hoe ontstaan complexe problemen?
Volgens Bronfenbreller (bekende pedagoog) ontstaat elk gedrag van mensen als gevolg van de
interactie tussen kenmerken van het individu en zijn wijdere omgeving en de interactie tussen die
systemen Elk gedrag, ook probleemgedrag is het gevolg van kenmerken van kind, omgeving en de
interactie hiertussen.
Hierbij zijn de risico- en beschermende factoren op het niveau van het kind, het gezin en de bredere
sociale context van belang;
- Risicofactoren: kans op problematische ontwikkeling vergroten (moeilijk temperament, beperkte
verstandelijke vermogens, ernstige of ingrijpende levensgebeurtenissen, psychiatrische
problematiek, lage SES, slechte buurt)
- Beschermende factoren: kans op gunstige ontwikkeling vergroten.
Risico- en beschermende factoren kunnen:
- Veranderbaar (dynamisch): bijvoorbeeld opvoedvaardigheden, sociaal netwerk
- Onveranderbaar (statisch): verstandelijk vermogen, geschiedenis van delinquent gedrag.
BEKENDE MODELLEN
Risk-Needs-Responsivity:
Dit model stelt dat een behandeling om effectief te zijn, moet aansluiten bij veranderbare
risicofactoren, rekening houden met de hoogte van het recediverisico en rekening houden met de
kenmerken dat een interventie meer of minder succesvol zal zijn. Het RNR-model is dus een in de
criminologie veel gebruikt model op basis waarvan voorspeld kan worden of interventies effectief
zullen zijn: om effectief te zijn moet aangesloten worden bij risk en needs van de cliënt.
1. Risk-principle:
Een interventie moet aansluiten bij het risico op herhaling (van de problematiek)
2. Needs-principle:
Er moet worden aangesloten bij de aanwezige risicofactoren bij cliënt.
3. Responsivity
Houd rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt.
Dus als de aanpak aansluit bij behoeften en situatie van individuele cliënt, zorgt dat voor de beste
resultaten.
Dat betekent voor hulpverlening in complexe situaties:
- Systematisch inschatten wat de problemen zijn in een gezin
- Een hulpplan dat hierbij aansluit
Wat betekent RNR voor behandelplan in bijvoorbeeld jeugdzorg?
1. Adequate diagnostiek
Good Lives Model:
Is een positiever model, gericht op het versterken van de positieve elementen: herstel, rehabilitatie,
verbeteren van welzijn. Bij dit model wordt aangenomen dat wanneer self-fulfillment optreedt,
delictgedrag vanzelf afneemt.
Andrews & Bonta (2011) hebben hier weer kritiek op.
Algemene & specifieke werkzame factoren:
Wat voor factoren zorgen nog meer dat interventies werken?
- Algemeen werkzame factoren: factor die wordt toegevoegd met als doel het welzijn van cliënten
vergroten, in de hoop zo behandelingen succesvoller te laten verlopen. Eerst connectie, dan
correctie. Je moet een bepaalde relatie hebben voordat behandeling succesvol kan zijn.
Factoren die altijd bijdragen aan succes:
a. Gebaseerd op een theorie
b. Motivatie van de cliënt
c. Goede relatie cliënt-hulpverlener
d. Uitvoering interventie zoals bedoeld
e. Professionaliteit hulpverlening
f. Goeie structuur interventie
- Specifiek werkzame factoren: kenmerken van de behandeling of aanpak werken in bepaalde
gevallen beter dan andere. Een goed geïmplementeerde interventies lijken beter te werken dan niet
goed geïmplementeerde interventies
Wat werkt niet?
- Groepsbehandelingen: delinquente jongeren bij elkaar gaan tegen elkaar opbieden en maken
elkaar devianter.
- Op fysieke inspanning gerichte aanpakken.
Waarom effectief ingrijpen?
- Als je vanuit justitie mensen verplicht een interventie te volgen, dan moet het ook effectief zijn.
- IVRK: in de ruimst mogelijke mate de ontwikkeling van een kind te waarborgen.
- Clientparticipatie: wat vindt de cliënt er zelf van?
- Therapeutisch zijn alleen de interventies die jeugdigen proberen te betrekken in een ondersteunden
en constructief proces van verandering. Geen interventies met controle en dwang.
- Evidence-based hulpverlening
LITERATUUR
HOODFSTUK 1: INLEIDING
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UUstrafstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.