10.1 Dekolonisatie
Kenmerkende aspecten:
De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
Dekolonisatie van Brits-Indië:
Churchill werd de hele WO2 gezien als de held. Dat hij met zijn conservatieve partij in 1945
de verkiezingen verloor was een verrassing. Attlee werd met zijn sociaaldemocratische partij
de premier. Dit had grote gevolgen voor het Britse koloniale wereldrijk.
Churchill: wilde het wereldrijk behouden en was fel tegen onafhankelijkheid van India
Attlee: had waardering voor Gandhi en Gandhi had hem overtuigd dat onafhankelijkheid
onvermijdelijk was. Ook hield hij rekening met de VS, die op dekolonisatie aandrongen.
Toen er in maart 1946 weer rellen uitbraken, mocht India onafhankelijk worden van Attlee.
Jinnah wilde dat India een moslimstaat werd. Hij wilde dat Brits-Indië opgedeeld zou worden
in twee delen: India en Pakistan (moslims). Toen Jinnah zijn aanhangers opriep om in actie te
komen brak er geweld uit tussen de hindoes en moslims. Attlee wilde weg zijn voor het
verder uit de hand liep. Hij stuurde Mountbatten om dekolonisatie te regelen. Vrijwel
iedereen legde zich neer bij de tweedeling van de staat, behalve Gandhi, die wilde dat het
één staat bleef. 15-08-1947 droeg Mountbatten de soevereiniteit over aan India en Pakistan.
Er vielen veel doden. Uiteindelijk werd India een seculiere staat, waarin iedereen dezelfde
rechten had. In 1971 viel Pakistan uiteen doordat Oost-Pakistan zich onder de naam
Bangladesh afscheidde. Het leger probeerde de onafhankelijkheid te voorkomen, maar dat
leidde tot veel doden waardoor er veel mensen naar India vluchtte. India dwong Pakistan
met een oorlog de onafhankelijkheid van Bangladesh te erkennen.
China:
In China was in 1912 een revolutie tegen het keizerrijk waarna het een republiek werd. In
een burgeroorlog in de jaren 1945-1949 kregen de communisten de macht onder leiding van
Mao Zedong. Hierdoor werden alle westerlingen het land uit gezet en dat bleef tot zijn dood
in 1976. Het enige Britse was de havenstad HK, maar in 1997 stond GB die kolonie ook af en
kwam er dus vrij snel een eind aan de westerse hegemonie.
Indonesië:
In 1945 wilde NL Indonesië nog niet opgeven, maar door de Japanse bezetting was de
machtspositie van NL erg verslechterd. Soekarno riep op 17-08-1945 de Republiek Indonesië
uit. Hierna begon de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949) waarin de
Indonesiërs zich voor het eerst verzetten tegen GB. GB nam de heerschappij van JA van
08/’45-04/’46 over. Daarna vochten IN tegen NL. NL zag dat praten met leiders van IN
onvermijdelijk was en ze kwamen eind 1946 tot afspraken over geleidelijke dekolonisatie en
samenwerking. Beide landen waren het hier niet mee eens. 06-1947 begon NL de politionele
actie. Ondanks dat het eerst goed verliep voor NL, werden de soldaten daarna het doelwit
van guerrillastrijders. NL schoot hierdoor ook onschuldige burgers neer. Eind 1948 begon NL
de tweede militaire operatie, deze leidde internationaal tot grote verontwaardiging. Onder
dwang van de VS en de veiligheidsraad besloot NL toch om IN af te staan. 27-12-1949 vond
de soevereiniteitsoverdracht plaats. N-Guinea bleef wel onder NL-bestuur, maar ook dit liep
uit tot een groot conflict waarna ze in 1962 het ook besloten af te staan.
, Vietnam:
FA weigerde net als NL om zijn koloniale bezit in Azië op te geven. In Vietnam werd er ook
onafhankelijkheid uitgeroepen toen JA vertrok. De leider van Vietnam was communist en dat
zorgde ervoor dat de VS FA steunde om de macht te veroveren. In 1949 kregen de VI
communisten steun van China en dat zorgde voor een grote militaire nederlaag in 1954,
waarna FA VI verliet.
Het Midden-Oosten:
In het MO eindigde de westerse hegemonie ook. De bezetting van FA door DU, leidde ertoe
dat FA bestuur eindigde in SY en LI. In 1946 werd hun onafhankelijkheid erkend. GB
bestuurde PA toen nog, maar daar was in het interbellum al geweld uitgebroken tussen
joden en Palestijnen. De joodse immigranten waren zionisten en waren aanhangers van het
joods nationalisme. Die zionisten wilden een eigen staat in PA om zo veilig te zijn voor het
antisemitisme in EU. Vanaf 1945 trokken de overgebleven joden massaal naar PA. De situatie
in PA werd hierdoor onbeheersbaar, waardoor GB zsm vertrok. Zodra ze dat aangekondigd
hadden brak er een burgeroorlog uit tussen de joden en PA. 14-05-1948 zionistische leider
Ben Goerion riep Israël uit. Ondanks dat andere Arabische landen ingrepen, bezette Israël
bijna heel PA. Veel PA vluchtte naar buurlanden. De Arabische nederlaag leidde tot een
opstand tegen de koning in EG. Hier brak net als in het interbellum een golf van anti-brits
geweld uit. Na 1945 hadden zij de controle over het leger en de buitenlandse politiek van EG
opgegeven, maar ze bleven het Suezkanaal behouden. EG-nationalisten waren hierop tegen.
Nationalistische leider bezette in 1956 het Suezkanaal. GB en FA vielen samen EG aan, ging
verkeerd want VS steunde niet. VS dreigde met steunen olieboycot, leidde tot financiële
crisis in GB troepen uit EG terugtrekken. GB zag in dat hun macht afhankelijk was van de
steun van de VS. Nasser werd erg populair in Arabische wereld, bewonderaars pleegde in
1958 een staatsgreep in Irak en maakte een eind aan de GB-monarchie. Hetzelfde gebeurde
in 1961 in Syrië.
Afrika:
FA had in MA, AL, TU in interbellum te maken gekregen met nationalistisch verzet. Toen
1954 een onafhankelijkheidsoorlog begonnen was met AL, sloeg FA hard terug. In 1956 liet
FA MA en TU wel onafhankelijk worden. In AL ging de oorlog wel door tot in 1962 toen FA
opgaf. Vanaf 1950 ontstond er inheemse elite met EU-ideeën waardoor het nationalisme
ook in AF opkwam. FA en GB besloten in hoog tempo hun AF koloniën op te geven. Ze
droegen de macht over aan politici die na de onafhankelijkheid met ze wilde samenwerken.
In 1965 had alleen PO nog koloniën, maar in 1974 werd het een democratie en gaf het z’n
koloniën op. In ZA en ZI waren er bloedige conflicten ontstaan, want vanaf de dekolonisatie
lag de macht in handen van de witte minderheid en die weigerde het met de zwarte
meerderheid te delen. Na een burgeroorlog werd in 1980 Mugabe (zwart) premier van ZI. In
ZA voerde ze in 1994 algemeen kiesrecht in, hierdoor werd Mandela (zwart) gekozen als
president. Er was toen weinig over van de westerse koloniën. In 1975 liet NL SU
onafhankelijk worden, ondanks dat SU dat zelf niet wilde deden ze het toch door de
schaamte van het verleden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Griri05. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.