100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Alle hoorcolleges bestuurs(proces)recht I $5.89   Add to cart

Class notes

Alle hoorcolleges bestuurs(proces)recht I

2 reviews
 54 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van bestuurs(proces)recht I op een rijtje. Ben je er een keer niet geweest dan kun je hier de aantekeningen vinden.

Preview 4 out of 43  pages

  • January 3, 2018
  • 43
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes

2  reviews

review-writer-avatar

By: elskestegehuis • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Mell92a • 6 year ago

avatar-seller
Alle hoorcolleges bestuursrecht I
Bestuursrecht Hoorcollege 1, bestuursrecht & Awb
5 september 2017

Awb is geen wetboek: een groot deel staat hier niet in.
De Awb is een belangrijke bron van onder meer:
 Algemene begrippen (bijv. besluit)
 Definities van en bepalingen over algemene leerstukken van bestuursrecht (bijv. delegatie, mandaat,
toezicht etc.)
 Codificaties en uitwerkingen van rechtsbeginselen (bijv. zorgvuldigheidsbeginsel)
 Beginselen van behoorlijk bestuur; rechtmatigheidseisen voor het bestuur.
 Algemene regelingen voor bepaalde besluiten (bijv. handhavingsbesluiten, subsidies).
 Gelden dus niet in alle situaties, maar specifiek voor een bepaalde situatie
In de Awb vind je geen bevoegdheden voor het bestuur! Wat het bestuur mag, wordt geregeld in bijzondere
wetten.
Bestuursrecht: recht dat ziet op de ordening van de maatschappij, door het openbaar bestuur. Alle
activiteiten kun je in verband brengen met ordening en regeling.
Reguleren kan op twee manieren:
1. Door middel van algemene regels
2. Door middel van het aanvragen van een vergunning (dus vanuit een verbod)

Geschiedenis bestuursrecht
 Geboorte van het moderne bestuursrecht: 2 grote revoluties:
1. Industriële revolutie: vragen over ordening van de maatschappij
 Instrumentele dimensie van het bestuursrecht: het is een gereedschapskist voor het bestuur.
 Waarborg dimensie: overheid is macht, moet worden gecontroleerd.
2. Frans revolutie
 Scheiding tussen bestuur en wetgeving
 Fundamentele grondrechten; vrije sfeer ten opzichte van de burger; dit kun je ter verdediging
van het bestuur gebruiken.

Het bestuursrecht als rechtsgebied
 Een relatief jong of toch een oud rechtsgebied?
 kwam op in de 19e eeuw, vrij jong.
 Het ontstaan van het hedendaagse bestuursrecht
- Dus twee revoluties opmaat …waarborg & instrument
 Het kan wel, maar mag het ook?
 De toekomst van het bestuursrecht
- Invloed van maatschappelijke ontwikkelingen (bijv. ontstatelijking, digitaliseren)
- Invloed van Europa, globalisering…
 Krijgen we enkel Europees bestuursrecht?

,Bestuursrecht is geen autonoom rechtsgebied
 Staatsrecht en bestuursrecht: een oude, hechte
en noodzakelijke relatie
 Bestuursrecht en burgerlijk recht: het
overheidsprivaatrecht
 Bestuursrecht en strafrecht: het
bestuursstrafrecht
 Bestuursrecht en Europees en internationaal
recht: sterk in ontwikkeling: o.a. het Europees bestuursrecht.
Kenmerken van het bestuursrecht
 Het belang van de wet en het begrip ‘bestuursbevoegdheid’
- Legaliteit: bestuursorganen mogen alleen iets, als de wet dit toestaat
- Specialiteit: bevoegdheden zijn per definitie beperkt en naar doel afgebakend
 De rechtsbetrekking in het bestuursrecht
- Het dominante ‘besluitmodel’
- De ongelijkwaardige relatie tussen bestuur (=bestuursorgaan) en burger (=belanghebbende)
 Eenzijdige aangelegenheid; het nemen van een besluit is eenzijdig.
 He bestuur handelt vanuit algemeen belang, terwijl de burger handelt vanuit eigen belang.
- Horizontalisering en alternatieven?
 Gelede normstelling (kaderwetgeving) en bestuurlijke discretie
= vele lagen regels zijn van toepassing in een situatie (niet enkel WIFZ)
- Complexe ‘trias’-vraagstukken kenmerken het bestuursrecht

De komst van de Awb
 Waarom eigenlijk een algemene wet?
- Een grondwettelijke opdracht (art. 107 lid 2 Gw)
- Er moest iets gedaan worden aan de ‘chaotische’ structuur van het bestuursrecht
- Er was veel ongeschreven – en daardoor minder kenbaar – bestuursrecht
- De rechtsbescherming was veel te versnipperd: een bonte verzameling rechters en
procesregelingen
 Doelstelling van de Awb
- Vereenvoudiging
- Rechtseenheid
- Systematisering
- Codificatie
 Een ambitieus wetgevingsproject: maar waar staan we na bijna 25 jaar?
Wel goed gelukt; maar niet echt vereenvoudigd.

Er is veel meer bestuursrecht dan Awb recht
 Het ‘bijzondere deel’: oeverloos
 Ongeschreven recht
 Europees bestuursrecht
 Overige algemene wetten die van belang zijn: bijv. Wet openbaarheid van bestuur, Kaderwet
zelfstandige bestuursorganen, maar ook gemeentewet etc.

Het systeem van de Awb
 De Awb is een aanbouwwet (tranches & afzonderlijke wetten)
 De Awb kent een gelaagde structuur (opbouw van algemeen naar bijzonder)
- Hierdoor is de wet compacter
- Maar ook abstracter en complexer

, - Bovendien zijn er specifieke bepalingen over het toepassingsbereik, schakelbepalingen (zie i.h.b.
art. 3:1 lid 2 Awb) en gelijkstellingen (zie bijv. art. 6:2 Awb)

Tranches & afzonderlijke wetten
 De eerste & tweede tranche Awb (1994)
 De derde tranche Awb (1998)
 De vierde tranche Awb (2009)
 Afzonderlijke wetten (bijv. de Wet aanpassing bestuursprocesrecht 2013)

Awb en de bijzondere wet: een verraderlijke combinatie!
 Awb is (in de regel) niet bevoegdheidsverschaffend
 De Awb werkt (met het oog op het ‘bijzondere deel’) met verschillende soorten regels en
bepalingen:
- Regels die de standaard zijn voor het gehele bestuursrecht (bijv. art. 1:2 Awb)
- Regels voor normale gevallen, tenzij… (bijv. art. 4:1 Awb)
- Rest- of vangnetbepalingen (bijv. art. 4:13 Awb)
- Facultatieve bepalingen (bijv. art. 3:10 lid 1 Awb e.v.)
 Alleen van toepassing als de bijzondere wet dat bepaald; er is activering nodig.
 De bijzondere wet kan echter altijd afwijken!  Daar moet je vaak eerst naar kijken!


Bestuursrecht Hoorcollege 2, bestuursorganen
12 september 2017

Bestuursorgaan art. 1:1 Awb
Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
b. Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed

 In jargon: a- en b-organen

Hoe kwalificeer je?
 Je begint bij a…
 Het is één of het ander  “of”
Het verschil tussen beide organen is wel van belang.

Een A-orgaan
A-orgaan zit verweven met een specifieke rechtsvorm
 art. 1:1 Awb jo 2:1 BW: Een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld

 Art. 2:1 BW: publiekrechtelijke rechtspersonen

1. De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan
krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid.
2. Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt.
3. De volgende artikelen van deze titel, behalve artikel 5, gelden niet voor de in de voorgaande
leden bedoelde rechtspersonen.

In lid 1 wordt rechtstreeks rechtspersoonlijkheid toegekend, in lid 2 wordt verwezen naar een
bijzondere wet.

, Lid 1:
- Concreet genoemd: Staat, provincie, gemeente en waterschap
Waarom staat de rechtspersoonlijkheid daar? (Hij zag rechtspersoonlijkheid als iets van het
privaatrecht)
- “Lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend”  abstracte
toekenning  vertaling naar het staatsrecht!
 Bevoegdheden komen toe aan organen! Niet aan lichamen! (Legaliteitsbeginsel: er moet
vaststaan aan wie de bevoegdheid toekomt, wie is aanspreekbaar, dat is nooit het
privaatrechtelijke subject, maar het orgaan daarbinnen).
Publiekrechtelijke vertaling:
 Openbaar lichaam
 Orgaan met verordenende bevoegdheid
 Je hebt te maken met een publiekrechtelijk rechtspersoon

Lid 2:
“Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts
rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt”  concrete
toekenning.

Orgaan van een publiekrechtelijke rechtspersonen
“Orgaan” is entiteit binnen de rechtspersoon, die de rechtspersoon (mede) laat functioneren.
 Ruim begrip
 Niet: organisatorische indelingen zoals ministeries

Bron is de organieke regeling van de rechtspersoon:
Voorbeeld bij gemeente: Gemeentewet
- Art. 6: in elke gemeente is een raad, een college en een burgemeester, maar ook
 met openbaar gezag bekleed
- Art. 100: in iedere gemeente is een secretaris en een griffier
 zonder openbaar gezag bekleed

Is alleen de formele wet de organieke regeling?
 Is niet zeker of je ook in lagere wetgeving moet kijken? Gemeenteverordeningen?
 Rechter kijkt vaak niet naar het orgaan maar naar de handeling.

“Orgaan van” is dus ongeacht de uitoefening van openbaar gezag
 Kwalificatie ogv organisatorische kenmerken: je kijkt niet naar wat iemand doet maar of het op
grond van organieke wetten een orgaan is van een rechtspersoon.
 Bevoegdheden doen er niet toe… of toch?

VB: is een politieagent een orgaan van de politie?
politie = rechtspersoon 26 politiewet 2012
Organen:
Art. 1  Korpschef, politiechef, wijkagent (zijn organen)
art. 2  Ambtenaren van politie zijn ambtenaren uitvoering politietaak (wordt gekeken naar wat de
ambtenaar doet, neemt de ambtenaar een besluit; dan is het een bestuursorgaan).

 Art. 2:3 BW: privaatrechtelijke rechtspersonen
 (alle vormen staan genoemd; dichte categorie)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RosanneBurm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.89  1x  sold
  • (2)
  Add to cart