100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Staatsrecht Tentamenstof $6.27   Add to cart

Summary

Samenvatting Staatsrecht Tentamenstof

  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document staan alle leerdoelen voor het vak Staatsrecht aan de Hogeschool Utrecht uitgewerkt.

Preview 3 out of 17  pages

  • Yes
  • November 16, 2023
  • 17
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1: De Nederlandse staat


De student kan de kenmerken van een staat weergeven en kan de staatkundige
verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden beschrijven; (Statuut, Grondwet)
De Nederlandse staat
De Nederlandse staat bezit alle kenmerken van een staat.
Er is een staatsrechtelijke verhouding tot de andere landen van het Koninkrijk der Nederlanden.

Kenmerken van de staat
We spreken van een staat als er een gemeenschap van mensen is op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent. Erkenning van de staat door andere staten
wordt wel als vierde kenmerk gezien.

Het territorium (grondgebied van een staat) wordt begrensd door landsgrenzen en territoriale
zones. De gemeenschap kan bestaan uit mensen met een verschillende taal, godsdienst, cultuur
en geschiedenis die op grond van hun nationaliteit met elkaar verbonden zijn. Het hoogste gezag
van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht.

Het Koninkrijk der Nederlanden
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit:
Nederland;
drie overzeese landen: Aruba, Curaçao en Sint Maarten, met een eigen bestuur, wetgever en
rechterlijke macht;
drie overzeese gemeenten (openbare lichamen): Bonaire, Sint Eustatius en Saba (de BES-
eilanden).

De student kan bronnen van staatsrecht benoemen en kan beschrijven wat de Grondwet is
en wat er in geregeld wordt;
Bronnen van staatsrecht (hoog naar laag)
Het staatsrecht, waaronder rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat
vastleggen (constitutie), is te vinden in:

Verdragen en Europese maatregelen (regels in verdragen en Europese verordeningen en
richtlijnen die rechtstreeks van toepassing zijn in Nederland)

Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (regels over de organisatie van het Koninkrijk en
de onderlinge verhoudingen en samenwerking tussen Nederland en de overzeese delen van het
Koninkrijk)

De Grondwet (regels over de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de
staatsorganen en de verdeling van de staatsmacht en tevens de grondrechten)

Organieke wetten (voldoet aan de criteria van een wet in formele zin, terug te voeren is op een
opdracht uit de Grondwet en handelt over de inrichting en de organisatie van de Staat. Vb: de
Gemeentewet, de Provinciewet en de Kieswet)
en overige wetten in formele zin
AmvB’s, waaronder het Reglement van Orde voor de Raad van Ministers

Ministeriële regelingen, Vergaderreglementen van de Eerste en Tweede Kamer

,het Gewoonterecht (recht met betrekking tot een bepaald gebruik, waarvan men vindt dat het
juridisch gezien zo hoort, en dat een zekere tijd voortduurt)

Jurisprudentie (rechtersrecht) (uitspraken van rechters die weer nieuw staatsrecht vormen)

De student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven(grondrechten,
machtenscheiding, legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechtspraak)
De vier pijlers van de rechtsstaat:

het legaliteitsbeginsel: elk publiekrechtelijk optreden van de overheid moet een basis hebben in
wetten die (mede) door de volksvertegenwoordiging tot stand zijn gekomen;

spreiding van de overheidsmacht over verschillende organen of personen;

rechtspraak door onafhankelijke rechters waarbij burgers beschermd worden tegen het
optreden van de overheid;

eerbiediging van de grondrechten.

, Week 2 en week 3: Grondrechten

De student kan uitleggen wat er onder klassieke en sociale grondrechten wordt verstaan en
wat het verschil is tussen beiden & horizontale en verticale werking van grondrechten
toepassen

KLASSIEKE GRONDRECHTEN (artt. 1 t/m 18 lid 1 en 23 lid 2 Grondwet)

-waarborgnormen (creëert een staatsvrije sfeer);
-overheidsingrijpen in beginsel niet toegestaan , tenzij uitdrukkelijke grondslag om te beperken in
de Grondwet zelf vermeld staat;
-directe werking en afdwingbaarheid bij de rechter;
-naast verticale werking (relatie overheid en burger) vaak ook horizontale werking (relatie burgers
onderling).

SOCIALE GRONDRECHTEN (artt. 18 lid 2 t/m 23 lid 1 Gw)

- Ook wel “instructienormen” genoemd: overheidsingrijpen is juist gewenst (inspanningsplicht);
de overheid moet zorgen voor voldoende onderwijs, huisvesting, een schoon milieu, etc.
-Indirecte werking via uitvoeringsregelingen. In beginsel niet direct afdwingbaar bij de
rechter (eventueel nog wel afdwingbaar via de band van het gelijkheidsbeginsel);
-Alleen verticale werking; dat wil zeggen in de verhouding tussen overheid en burger.


De student kan met behulp van de Grondwet en het EVRM grondrechten toepassen (inclusief
beperkingsmogelijkheden) in een casus;
Beperkingen zijn slechts toegestaan als de tekst van het specifieke grondrecht dat toestaat.
Let op! Er zijn ook absolute rechten. Daar zijn dan geen beperkingen op mogelijk. Voorbeeld: Het
folterverbod van art. 3 EVRM.

Verschillende vormen van beperking:
•(a) competentiebepaling.
Wie mag er beperkingen stellen aan het grondrecht? Doorgaans is dat alleen de formele wetgever
zelf (zie de zinsnedes “behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet” of “bij de wet”);
Bij gebruik van zogenaamde “delegatieterminologie” kan ook een lagere regelgever bevoegd
worden om beperkingen te stellen.
N.B. Delegatieterminologie in de Grondwet; het zelfstandige naamwoord ‘regel’ of ‘regeling’ en
elke vorm van het werkwoord ‘regelen’ danwel het gebruik van de volledige formule ‘bij of
krachtens de wet’. Als alleen de formele wetgever de grondwetbepaling mag beperken dan staat
dat uiteraard in de grondwetbepaling zelf met de term ‘bij de wet’ of ‘bij een wet’.

Regering: AmvB Staten-Generaal (TK+EK)
Minister: Ministeriële regeling Regering
Prov. Staten: Provinciale Wet in formele zin
verordening
Gem. raad: Gemeentelijke
verordening
⬆️ ↗️ ⬆️
“Bij of krachtens de wet” “Bij de wet”
“Regelt” “Verantwoordelijkheid
“Regel” volgens de wet”

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chenchenyao. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62799 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.27
  • (0)
  Add to cart