Samenvatting Internationale Economie
Hoofdstuk 1. De onderneming in de wereldeconomie
Globalisering: een versnelling in het proces van wereldwijde economische integratie door een
sterke toename van de internationale handel en de directe buitenlandse investeringen
Oorzaken van globalisering:
o Sneller en goedkoper transporteren van personen en goederen
o Samengaan van telecommunicatie- en computertechnologie snelle communicatie
Global sourcing: een onderneming vestigt niet-locatie gebonden bedrijfsfuncties daar
waar de kosten en de toegevoegde waarde het meest gunstig zijn
o Deregulering: overheden stellen steeds minder regels op die de grensoverschrijdende
activiteiten van burgers en bedrijven belemmeren
Voordelen globaliseren:
o Makkelijk producten exporteren of produceren buiten de eigen regio
o Steeds groter afzetgebied voor een onderneming
Nadelen globaliseren:
o Positie op de markt staat onder druk door optreden van andere ondernemingen
o Rekening houden met concurrenten uit landen met andere economie en cultuur
Gesloten sector: producten die niet of moeilijk internationaal verhandelbaar zijn
Gevolgen van ontgrenzing van de aarde voor gesloten sectoren zijn de activiteiten uit gesloten
sector die in de open sector terecht komen (via internet, administratie) en de lage kosten in
sommige landen die ervoor zorgen dat activiteiten worden verplaatst naar andere landen.
Open sector: producten of diensten die internationaal verhandelbaar zijn
Hoofdmotieven voor internationalisering: omzetvergroting, kostenverlaging
Omzetgerichte motieven: nieuwe marktkansen, risicospreiding
Kostengerichte motieven: lagere kosten door wereldwijde productie, schaalvoordelen
Absolute kostenverschillen: de kosten vergelijken
Comparatieve of relatieve kostenverschillen: kostenverhouding tussen producten
Kostenverschillen kunnen ontstaan door verschil in prijs van productiefactoren en verschil in
kwaliteit of productiviteit van de productiefactoren.
Logische fasering van een internationaliseringsproces:
1. Export via een buitenlandse partner
Agent bemiddelt tussen exporteur en buitenlandse klanten, verkoop is niet voor eigen
rekening of risico, of buitenlandse importeur verkoopt de producten voor eigen rekening
en risico
2. Export via een eigen verkoopkantoor in het buitenland
Onderneming kan beter inspelen op de wensen en behoeften van de afnemers
3. Eigen buitenlandse productie
Moederland stuurt nog wel productie, verkoop en service aan
4. Zelfstandige buitenlandse vestiging
Alle bedrijfsprocessen worden naar het buitenland verplaatst
5. Mondiale integratie
Onderscheid tussen moeder- en buitenland is enorm vervaagt.
,Bij internationalisering van bedrijven spelen twee aspecten een belangrijke rol: mate waarin
bedrijfsfuncties gevestigd zijn in het buitenland en de zelfstandigheid van buitenlandse
vestigingen (zie figuur 1.4, blz. 25 & figuur 1.5, blz. 30)
o Pionier (weinig autonomie, weinig internationale bedrijfsfuncties)
Staat aan het begin van het internationaliseringsproces
Passieve export: een agent buitenlandse klanten laten zoeken
Etnocentrische houding: normen en gewoonten van moederland zijn maatgevend voor
uitvoering en beoordeling van buitenlandse activiteiten
o Internationaliseerder (veel autonomie, weinig internationale bedrijfsfuncties)
Buitenlandse vestigingen krijgen meer vrijheid
Polycentrische houding: ‘local for local’, aantal buitenlandse medewerkers neemt toe
o Multinational (weinig autonomie, veel internationale bedrijfsfuncties)
Sturing vanuit het hoofdkantoor is groot --> wereldwijde identiteit uitstralen
Geocentrische houding: de wereld is de afzetmarkt
Topfuncties op het hoofdkantoor blijven voorbehouden aan inwoners uit moederland
o Wereldwijde netwerkorganisatie (veel autonomie, veel internationale bedrijfsfuncties)
Een klein deel van de omzet wordt behaald op de binnenlandse markt
Denkt wereldwijd, maar handelt op lokale omstandigheden ‘think global, act local’
Geocentrische houding: onderscheid tussen moederland en buiteland is volledig vervaagt
Hoofdstuk 2. Mondiale demografische, ecologische, culturele en politieke
ontwikkelingen
Demografische ontwikkelingen
o Omvang en groei van wereldbevolking
Demografische transitie: overgang van een samenleving met hoog geboorte- en sterftecijfer naar
een samenleving met een laag geboorte- en sterftecijfer. Er zijn vier fasen:
1. Kleine agrarische gemeenschappen, voorindustriële samenlevingen
Hoog geboortecijfer: belang van voortplanting, ontbreken voorbehoedsmiddelen
Hoog sterftecijfer: kinderen zijn goedkope arbeidskrachten, gebrekkige medische
voorzieningen, ziektes en honger
2. Vroege industrialisatie
Afname sterftecijfer: toename productiviteit landbouw en transport, verbetering van
volksgezondheid (verbetering drinkwater, sanitaire voorzieningen, hygiëne)
Geboortecijfer blijkt gelijk bevolking groeit sterk
3. Voortgezette industrialisering
Afname geboortecijfer: verstedelijking, kinderen naar school (meer kosten), stijgende
welvaart, vrouwen op de arbeidsmarkt (minder kinderen willen en baren), betrouwbare
anticonceptiemiddelen
Bevolkingsgroei begint af te zwakken
4. Postindustriële of dienstensamenleving
Afname geboortecijfer: emancipatie van vrouwen, grote deelname arbeidsmarkt
Afname sterftecijfer: goede medische zorg, betrouwbare voedselvoorziening
Geboorte- en sterftecijfer beide laag stabilisatie bevolking op hoog niveau
5. (Geboortecijfer lager dan sterftecijfer natuurlijke groei bevolking is negatief)
o Vergrijzing
Bevolkingspyramide: de samenstelling van de bevolking naar leeftijd en geslacht
Figuur 2.2 (blz. 39) laat de bevolkingspyramide van de vier fasen zien.
Een belangrijke maatstaf voor vergrijzing is het aantal 65+’ers als percentage van de totale
bevolking. Het komt vooral voor in industrielanden, minder in ontwikkelingslanden.
, o Urbanisatie
Urbanisatie: vanuit het platteland naar steden of stedelijke gebieden trekken
Urbanisatiegraad: percentage van de bevolking dat in steden leeft
Ook ouderen willen vaker in de stad wonen vanwege betere voorzieningen (vervoer,
gezondheidszorg, ontspanning…)
Toename van de urbanisatiegraad komt vooral voor in ontwikkelingslanden.
Voordelen: meer kans op scholing, gezondheidszorg en sociale mobiliteit
Nadelen: armoede, vervuiling, gebrekkige water- en energievoorziening en transportproblemen
o Demografie en bedrijfsomgeving
Tabel 2.3, blz. 42
Uiteenlopende bevolkingsgroei regionale afzetperspectieven
Leeftijdssamenstelling maatschappij en bedrijfsleven
Afhankelijkheidsratio = afhankelijk deel (<15 jaar en >65 jaar) : beroepsgeschikte
bevolking (tussen 15 en 65 jaar)
Urbanisatiegraad bedrijfsomgeving (wel of niet goed bereiken van klanten)
Ecologische ontwikkelingen
o Ontwikkeling in mondiaal milieugebruik
Milieugebruik: mate waarin bedrijven en consumenten de productiefactor natuur gebruiken als
leverancier van grondstoffen en als reservoir voor vervuiling. Het hangt af van drie factoren:
1. De wereldbevolking
2. De productie (of welvaart) per hoofd van de bevolking
3. Het milieugebruik per eenheid product
Duurzame ontwikkeling: de behoeftebevrediging van de huidige generatie gaat niet ten koste van
die van toekomstige generaties.
Een belangrijke milieuprobleem is de klimaatverandering. De snelle opwarming van de aarde
hangt samen met de hoge concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer.
o Milieuproblemen per regio
In ontwikkelde economieën zorgt hoge welvaart voor een enorm verbruik van grondstoffen,
energie en afval naar lucht, water en bodem. Aan de andere kant zorgt de hoge welvaart voor
nieuwe technologieën die zich richten op duurzame economische ontwikkeling.
In ontwikkelingslanden is de combinatie van armoede en bevolkingsgroei de belangrijkste
oorzaak voor aantasting van het milieu. De opkomende economieën zien rokende schoorstenen
als een teken van vooruitgang, maar ze gaan slecht om met het milieu.
Ontwikkelingslanden en opkomende economieën duurzaam gebruik van bossen, bodem en
water
Afrika, Midden-Oosten en Azië duurzaam watergebruik
o Ecologie en bedrijfsomgeving
Voor een duurzame economische ontwikkeling is een daling van het totale milieugebruik nodig.
Dat kan op drie manieren: daling bevolking, daling welvaart per hoofd, daling milieugebruik per
eenheid product.
Ontwikkelingslanden milieudruk verminderen door beleid gericht op matige bevolkingsgroei
Industrielanden ontwikkeling milieutechnologie waardoor milieuproductiviteit stijgt
Duurzaam ondernemen: als winstgevende productie geen schade toebrengt aan de maatschappij
en de natuurlijke leefomgeving. Beslissingen met gevolgen voor people, profits en planet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmelc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.