Deze samenvatting werd gemaakt in het academiejaar voor het vak Politiek & Media, gedoceerd in de master Communicatiewetenschappen - Journalistiek aan UGent door prof. Dr. Van Leuven. Het bevat notities (ik was aanwezig in alle lessen), informatie uit de reader en de slides. Ik behaalde 16/20.
Ine Journée Politiek & Media Prof: Sarah Van Leuven
Politiek & Media
1 Introductie
https://www.youtube.com/watch?v=iRs-TQ1gjdQ
Bye Bye Belgium was een Waalse fake nieuwsuitzending op de RTBF. Het was voor de kijkers echter
niet duidelijk dat de uitzending fake was aangezien er echte nieuwsankers en politici meededen. Er
was niet duidelijk gecommuniceerd dat het om fictie ging en dus stond de telefoon van de
klantendienst van de RTBF roodgloeiend. Er was ook kritiek op de RTBF i.v.m. hun geloofwaardigheid.
The Trump-Murdoch nexus gaat over de Amerikaanse president die nauwe banden zou hebben met
de mediamogul Rupert Murdoch. Zo zie je o.a. in het filmpje dat Trump vaak het woord geeft aan
journalisten uit de mediagroep van Murdoch. Op die manier bepaalt Trump mee de beeldvorming die
er over hem is in de pers. De pers gaat vermoedelijk niet meer objectief berichten, maar hem eerder
positief belichten.
Onlangs heeft Bart De Wever, voorzitter van de partij N-VA, uitgehaald naar de krant De Morgen na
een artikel dat staatssecretaris Zuhal Demir bekritiseert. Eerder viel De Wever al enkele andere media
aan zoals o.a. De Standaard en Le Soir nadat zij negatief berichtten over de N-VA.
2 Theoretische perspectieven op interdependente relatie politiek
en media
In het verleden zagen we dat het publiek weinig of niets te zeggen had in het debat tussen politiek en
media. Nu heeft het publiek een meer uitgesproken mening dankzij sociale media.
Onderzoekers gaan na hoe de relatie tussen de media en de politiek eruit ziet en gaan na hoe die zou
moeten zijn. De terminologie die gebruikt wordt in onderzoek is: mediated democracy (Mc Nair),
mediacracy (Taylor), mediated political realities (Nimmo & Combs), media politics (Bennett), of
simpelweg ‘media govern’ (Iyengar & Reeves). Uiteindelijk betekent dit allemaal hetzelfde.
Kenmerkend is normatieve karakter, en vaak negatieve standpunt, van de verschillende theoretische
uitgangspunten die de relatie tussen politiek en media bestuderen. Enkele voorbeelden van deze
werken met een negatieve toon zijn:
• Walter Lipmann (1914, 1922/1960, 1925) “the crisis of modern democracy is a crisis of
journalism”.
• Brian McNair (2000) “pervasive pessimism”
De journalistiek wordt vaak bekritiseerd omwille van wat ze faalt te verschaffen in een “crisis of public
communication” (Blumler & Gurevitch 1995) die de democratie bedreigt.
De journalistiek wordt dus vaak als boosdoener gezien. Het onderzoek gebeurt vanuit de bekommernis
over het optimaal functioneren van het politiek systeem en doet suggesties voor het optimaliseren van
de politieke rol van de journalistiek.
In dit artikel zien we hoe een krant in de Verenigde Staten zich expliciet uitspreekt tegen een bepaalde
presidentskandidaat. Zoiets wordt bij ons niet gedaan.
Deze relatie tussen politiek en media wordt bemoeilijkt op de verschillende niveaus:
• Op politiek niveau door weinig aanhang voor de partijen en weinig animo voor de verkiezingen.
• Op het niveau van het publiek is er beperkte kennis en zoekt men voortdurend naar
entertainment.
• Op het niveau van de media is er sprake van concentratie, tabloidisering en cost cutting
practices.
In verschillende delen van de wereld is het onderzoek naar de relatie tussen de politiek en de
journalistiek anders. In de Verenigde Staten wordt het onderzoek voornamelijk uitgevoerd door de
politieke wetenschappen. Het boek van Wolfsfeld is hiervan een mooie illustratie. In het Verenigd
Koninkrijk valt dit binnen het domein van de sociologie en in mindere mate de filosofie. In Duitsland,
overigens de bakermat van de communicatiewetenschappen, kunnen we dit onderzoek situeren
binnen de communicatiewetenschappen. In Frankrijk gaat het over interdisciplinair onderzoek: de
semiotiek en de literatuurwetenschappen in combinatie met de politieke wetenschappen (en in
mindere mate ook de filosofie).
Er zijn tevens verschillende soorten onderzoeken: micro-,
meso- en macro-onderzoek. Vanaf de jaren 1970 was er een
focus op de nieuwsorganisatie. Dit is het micro-onderzoek
met aandacht voor de journalisten als rolmodellen, de relatie
tussen de journalist en zijn bronnen, een focus op de
dagelijkse praktijk, op segmenten en op een specifiek
tijdsmoment. In de jaren 1980 was er dan weer voornamelijk
meso-onderzoek met een bredere analyse die journalisten
betrekt tot politieke actoren en het publiek. Voorbeelden zijn:
onderzoek naar de journalistiek tijdens politieke campagnes
en onderzoek naar public journalism. Tenslotte is er het
macro-onderzoek waarin typologieën van interactie worden
onderzocht, net als de kenmerken van de journalistiek in de
verschillende settings van politieke culturen.
2.1 Micro-onderzoek
2.1.1 Micro: Journalist-bron relatie
Oorspronkelijk was dit onderzoek vooral te situeren in de sociologische, mediacentrische traditie
(“sociology of journalism”). Er was een focus op de journalist als gatekeeper van onderzoek en
nieuwswaarden, alsook een focus op de nieuwsorganisatie: efficiëntieoverwegingen, hierarchy of
credibility, media events1 (bv. Villa Politica, persconferenties voor/tijdens 7 uur journaal etc.).
Vanaf de jaren 1980 zien we echter dat er meer aandacht gaat naar meso-onderzoek. Er is namelijk
een focus op de relatie tussen de journalistiek, de politiek en de maatschappij op het kruispunt van de
1
Media events zijn gebeurtenissen die doelgericht georganiseerd worden door politieke actoren om in de media
te komen.
,Ine Journée Politiek & Media Prof: Sarah Van Leuven
politieke wetenschappen. Er is onderzoek naar het belang van sociale, politieke en economische macht
bij nieuwstoegang en de sociology of sources (de aandacht voor het strategische gedrag van bronnen).
Professor Van Leuven et al. (2015) heeft onderzoek gedaan naar de relatie tussen de journalist en de
bron.
Er werd verwacht bij dit onderzoek dat door de nieuwe media-ecologie en de maatschappelijke
veranderingen, er ook veranderingen waren in het bronnengebruik van de journalist. We hebben
immers te maken met de volgende veranderingen:
• Commercialisering, ook van de nieuwsproductie
• Technologische innovaties
• Meer voorverpakt nieuws van (elite)bronnen of meer diverse bronnen (via sociale media)
Men verwachtte dat de journalisten de oude bronnen zouden blijven gebruiken omdat ze vertrouwd
zijn ermee en door de toegenomen werkdruk. Bovendien dacht men dat sociale media vooral zouden
geraadpleegd worden voor de mening van het publiek.
Wat blijkt echter? Er is niet veel veranderd: alle bronnen zijn belangrijker geworden. Door de werkdruk
wordt er minder aan onderzoek gedaan.
, Ine Journée Politiek & Media Prof: Sarah Van Leuven
2.1.2 Micro: Journalistieke modellen en rollen
Er kunnen abstracties gemaakt worden op basis waarvan optimale journalistieke praktijken kunnen
ingesteld worden. We komen dan tot de journalistieke modellen en rollen. Volgens Schudson (1999)
zijn er drie modellen van journalistiek in de democratische systemen:
• Market model: de journalist gaat het publiek geven wat het wil (=commerciële visie).
• Advocay model: de journalist wordt de spreekbuis van de politiek. Dit zagen we in de
beginjaren van de Belgische pers toen elke krant aan een bepaalde politieke partij vasthing.
• Trustee model: de journalist als waakhond van de democratie, de zogenaamde vierde macht.
Uiteraard zijn deze modellen westers. In andere delen van de wereld zijn er andere vormen van
journalistiek, zoals o.a. development journalism: journalistiek ten dienste van de gemeenschap. Dit
zien we bijvoorbeeld in Afrika. In China zien we ook een heel andere vorm van journalistiek, waar de
journalist de spreekbuis is van het regime/het communisme.
Daarnaast zijn er ook verschillende journalistieke rollen. Zo maken we een onderscheid tussen een
journalistiek die een neutrale rol inneemt en een journalist die een participerende rol inneemt.
Journalistiek met een neutrale rol wil zeggen dat er een evenwicht is in de mate waarin de
verschillende politieke partijen aan bod komen in de media. De journalistiek wordt als het ware gezien
als een neutrale scheidsrechter. Journalistiek met een participerende rol daarentegen gaat
uitdrukkelijk een mening naar voren schuiven, vaak met als doel iets te veranderen aan het beleid. Het
gaat dus m.a.w. over de mate waarin journalisten actief een politieke rol opnemen.
2.2 Meso-onderzoek
2.2.1 Meso: Onderzoek over media democracy
Bij meso-onderzoek ligt de focus op het triumviraat. Met het triumviraat wordt bedoeld de media, de
politiek en de maatschappij. De discussie verbreedt dus van concreet journalistiek gedrag naar de
bredere impact en invloed van dat gedrag in verhouding tot politiek en publiek. Het meso-onderzoek
ontstond voornamelijk in de jaren 1980 in het kader van media democracy: de media hebben vitale
functies overgenomen van de politieke partijen en zijn zelf een belangrijke politieke actor geworden.
Hierdoor moeten politieke instituties en actoren zich aanpassen aan de centrale rol van de
massamedia, en dan vooral aan televisie. Het onderzoek had overwegend een negatieve frame: de
media als politieke actor leidt tot het verval van de social trust en het ondermijnen van effectieve
politiek. De nadruk zal komen te liggen op entertainment.
Er zijn verschillende meso-onderzoekers:
• Lance Bennett (1988 News, the Politics of Illusion): Het publiek wordt hier gezien als een
gevangene van het nieuwsproces. Hierdoor wordt het nieuws gefragmenteerd, dramatisch en
gepersonaliseerd.
• Entman (1989, Democracy without Citizens): De journalistiek slaagt er niet in om dialoog op
gang te brengen wegens de marktlogica van de mediamarkten. Er ligt te veel nadruk op
entertainment.
• Iyengar: Hij publiceerde verschillende bijdragen over de invloed van de journalistiek op
agendasetting en de aspecten van horse race journalism2. (Voorbeeld:
http://nieuws.vtm.be/binnenland/68827-de-grote-peiling-alle-resultaten)
2
Horse race journalism gaat niet over het inhoudelijk politieke debat, maar over de wedrace tussen de
verschillende politici. Het gaat dan eerder over peilingen en wie dat wie heeft beledigd.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller comwetgent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.