Spelling van werkwoorden
Hogeschooltaal
Hoe vind je de persoonsvorm 2
Twee of meer persoonsvormen 2
Algoritme 3
Stam achter het werkwoord 6
Je achter de persoonsvorm 7
Gebiedende wijs 8
Tegenwoordige tijd 9
Verledentijd zwak 10
Verledentijd zwak met valse f of s 11
Verledentijd sterk 12
’t exkofschip 14
Voltooid deelwoord 15
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord 17
Onvoltooid deelwoord 17
Vervoeging Engelse werkwoorden 18
Initief 20
Scheidbare en niet- scheidbaar samengestelde woorden 20
1
, HOE VIND JE DE PERSOONSVORM? ³ ⁴
In een zin kunnen een of meer werkwoorden staan en die werkwoorden kunnen allemaal
verschillende vormen hebben: voltooid deelwoord, infinitief, onvoltooid deelwoord, bijvoeglijk
gebruikt voltooid deelwoord of persoonsvorm.
Voor de spelling van een werkwoord is het van belang te weten met welke vorm je te maken hebt.
Een van de belangrijkste vormen is de persoonsvorm. De persoonsvorm geeft aan in welke tijd de zin
staat en welk getal (enkelvoud of meervoud) het onderwerp heeft. Verander je de tijd van de zin of
het getal van het onderwerp, dan verandert alleen de persoonsvorm mee, niet de andere
werkwoorden.
De persoonsvorm kun je op de volgende manieren vinden:
Verander de tijd van de zin (van verleden tijd naar tegenwoordige tijd of andersom) en ga
na welk werkwoord er mee verandert.
Er vindt in Iran een aardbeving plaats.
Er vond in Iran een aardbeving plaats.
Verander het onderwerp van de zin in het meervoud of enkelvoud en ga na welk
werkwoord er mee verandert.
De wethouder denkt dat hij zich van alles kan veroorloven.
De wethouders denken dat zij zich van alles kunnen veroorloven.
Veel studenten hebben geleerd de persoonsvorm te vinden door de zin vragend te maken. Deze
methode kun je ook toepassen.
Maak de zin vragend en ga na welk werkwoord vooraan komt te staan.
De jongen vindt haar nogal eigenwijs.
Vindt de jongen haar nogal eigenwijs?
TWEE OF MEER PERSOONSVORMEN ³ ⁴
1. Een zin met één persoonsvorm is een enkelvoudige zin.
Karel heef de stoelen buiten gezet.
2. Een zin met twee of meer persoonsvormen is een samengestelde zin.
Het is waar dat Karel de stoelen buiten gezet heef.
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
hoofdzinnen
(een) hoofdzin(nen) en (een) bijzin(nen)
Vanmiddag neem ik de trein en ga winkelen in Rotterdam. (hoofdzin, hoofdzin)
Als je veel reist, kun je veel vertellen. (bijzin, hoofdzin)
Als ik weet dat ze klaar is, sluit ik het kantoor. (bijzin, bijzin, hoofdzin)
Als je persoonsvormen gaat zoeken, haal je de verschillende zinnen van een samengestelde zin uit
elkaar.
2
, Als je veel reist
kun je veel vertellen
In elke zin ga je op zoek naar de persoonsvorm. Je kunt de persoonsvorm op de volgende manieren
vinden:
Maak de zin vragend. Het eerste werkwoord is de persoonsvorm.
Verander de tijd van de zin. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
Zet het onderwerp in het meervoud of enkelvoud. Het werkwoord dat verandert, is de
persoonsvorm.
ALGORITME WERKWOORDSPELLING ³ ⁴
Wat is het algoritme werkwoordspelling?
Dit is een doeltreffende methode voor het leren van de werkwoordspelling. In het algoritme vind je
een combinatie van grammaticale begrippen (persoonsvorm, voltooid deelwoord, tegenwoordig
deelwoord,etc.) en spellingregels van de werkwoorden. Zorg ervoor dat je zowel de grammaticale
termen als de spellingregels kent voordat je begint aan de officiële Hogeschooltaaltoets.
Als je de betekenis van sommige grammaticale begrippen onvoldoende beheerst, dan kun je de uitleg
hiervan vinden in de gelijknamige theorieën van Hogeschooltaal.
Als je op de link klikt hieronder, dan vind je de complete algoritmekaart van Hogeschooltaal. De kaart
visualiseert de stappen die je moet doorlopen om tot de juiste vervoeging van het werkwoord te
komen. Als je dit pdf-bestand afdrukt en op je bureau legt, dient het als hulpmiddel tijdens het maken
van de oefeningen. Kijk bij elk werkwoord dat je moet vervoegen even naar de denkstappen op de
kaart. Als je dit vaak doet, zullen de denkstappen na een tijdje beklijven en heb je de kaart niet meer
nodig om de oefeningen foutloos te maken.
Met behulp van de volgende voorbeelden laten we zien hoe je het algoritme kunt gebruiken. Houd de
geprinte versie van het algoritme ernaast, zodat je de denkstappen ook op papier kunt volgen.
Morgen maakt hij gebruik van het digibord.
Is het werkwoord een persoonsvorm?
> ja
Staat het werkwoord in de tegenwoordige tijd of in de verleden tijd?
> tegenwoordige tijd
Staat het werkwoord in het enkelvoud of in het meervoud?
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fabiennethorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.