100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hulp nodig met ontwikkelingsvraagstukken? $9.55
Add to cart

Class notes

Hulp nodig met ontwikkelingsvraagstukken?

 14 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Minor Global Development Issues college aantekeningen vak Inleiding Ontwikkelingsvraagstukken Tentamen behaald met een 8.1

Preview 3 out of 20  pages

  • November 17, 2023
  • 20
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Marij
  • All classes
  • Unknown
avatar-seller
Les 2
1. Ontwikkelingslanden
2. Derdewereldlanden
3. Minder ontwikkelde landen (MOL)
4. Onderontwikkelde landen
5. Voormalige koloniën

Brics landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) proberen het verschil te maken
tussen de rangorde op de wereld
- Komen nu landen (Iran, Arabische Emiraten, Argentinië, Egypte) bij maar de naam
blijft hetzelfde
- Om meer afhankelijk te worden van het Westen
LEDS= MOL landen (minder ontwikkelde landen) (Less economically developed countries)

Wat maakt een ontwikkelingsland een ontwikkelingsland?
- Mate en kwaliteit van - Hoog percentage analfabeten
voorzieningen - Veel kinderen per gezin
- Grote inkomenskloof/ - Slechte hygiëne
inkomensongelijkheid - Beperkte vrouwenemancipatie
- Lage lonen - Hoge bevolkingsgroei
- Laag BNP - Politieke instabiliteit, corruptie
- HDI - Moeilijke toegang tot scholing
- Hoge kindersterfte en geboorte - Slechte infrastructuur
- Veel criminaliteit - Emigratie/ suburbanisatie
- Slechte gezondheidszorg - Druk op milieu
- Kinderarbeid

BNP (= staat voor alle primaire inkomens die in een jaar door de bevolking van een bepaald
land worden verdiend) is niet goed genoeg om een indicator van armoede te zijn. Het is heel
eenzijdig (kijkt enkel naar inkomen) en ze kijken alleen naar het gemiddelde

De gini-index meet inkomensongelijkheid
- Cijfer tussen de 0-1
- Bij de 1 dan zit al het inkomen bij 1 persoon. Bij 0 verdient iedereen heftzelfde.
- Zuid-Afrika en Brazilië hebben enorme ontwikkeling maar niet bij de gehele bevolking
die daarvan profiteert. Het verschil in inkomen wordt dus steeds groter. Daarom hoge
score
- Australië en Niger vrijwel dezelfde score omdat Australië behoorlijk rijk is, iedereen,
in Niger is er gewoon heel weinig, iedereen.

Onderontwikkeling
 Intern
- Slechte levensomstandigheden
- Groot contrast binnen het land
 Extern
- Centrum vs periferie

,Lijdt naar uitsluiting. Van MOL’s en daarbinnen bepaalde bevolkingsdoelgroepen

HDI=manier om welvaart te meten en meet:
- Onderwijs (analfabetisme)
- Economie (armoede)
- Zorg (levensverwachting)
Hoe dichter bij de 1 hoe hoger het land op de human development index staat

Les 3
Oorzaken ongelijkheid:
- Natuurlijk/ ecologisch (Diamond)
o Elk continent had specifieke natuurlijke omstandigheden die zorgden voor
ontwikkeling. Sommige vruchtbaarder dan andere.
- Sociaal-cultureel (landes)
o Normen, waarden en prioriteiten wijken af per groep
o Het allerbelangrijkste waren de in Europa aanwezige culturele waarden.
Zichtbaar in uitvindingen, alfabetisering, het bijzondere arbeidsethos. ‘Culture
makes all the difference’
o Vooral na de 12e eeuw na Christus kende Europa een sterke bevolkingsgroei,
opbloei van ambachten, toenemend handelsverkeer en meer vraag naar
voedsel  Afzwakken feodalisme  opkomst stedelijke burgerij: handel,
transport en ambachten
- Economisch en politiek (Wallerstein)
o Ontwikkeling van 1 land gaat ten koste van een ander land.

Waarom werd Europa het centrum van de wereld?
1500-1800: Mercantilisme
• Regulering economie doorstaat
• Exploitatie grondstoffen: Goud, zilver, suiker etc.
• Buitenlandse handel
• Slavenhandel
• Zero sum-game: de macht van het ene land gaat ten koste van het andere land.

Driehoek handel= handel tussen Afrika, Europa en Zuid-Amerika

Met de industrialisatie is de ongelijkheid toegenomen

Het cultuurstelsel in Nederlands – Indië: de koloniale geldpomp
- Met de vraag naar genotsmiddelen is de ongelijkheid toegenomen

Opkomst van het kapitalistisch systeem Immanuël Wallerstein (1930 - 2019) =
wereldsysteemtheorie
Begin koloniaal tijdperk = begin mondiale ongelijkheid.
o Handelskapitalisme (1400-1770)
o Industrieel kapitalisme (1770-1870)
o Monopolie kapitalisme (1870-1914)

, Na de 14e eeuw ontwikkelt kapitalisme zich in drie fasen, waardoor arbeidsdeling tussen
centrum, semi-periferie en periferie ontstaat <> groeiende tegenstelling arm/rijk; de
ontwikkeling van de één is de onderontwikkeling van de ander.
- Dankzij uitbuiting en onderwerping zijn uiteindelijk ook landen buiten Europa
betrokken in het kapitalistische wereldsysteem.

 Kolonialisme

Kolonisatie van Afrika:
Tot einde 19e eeuw waren er slechts enkele Europese nederzettingen in Afrika, het
binnenland was het “Dark Continent”.
- Hele 19e eeuw: ontdekken van binnenlanden van Afrika
- Run op Afrika door rijkdommen, politieke en economische spanningen binnen
Europa, angst iets van Afrika te missen

Verdrag (conferentie) van Berlijn= verdeling van Afrika door Europese landen (1884)
- Vrij egoïstisch verdeeld, niet gelet op bevolkingsgroepen
- Daarom zijn de landsgrenzen ook zo recht




Gevolg kolonialisme: toename ongelijkheid
Na 1945: dekolonisatie en neokolonialisme verschillen worden groter

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller finettevanberkel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.55. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.55  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added