BMD Samenvatting Blok B
Colleges
BMD.CO.1. X
Plasticiteit CZS De basis van herstel in het centrale zenuwstelsel (CZS) is plasticiteit, oftewel veranderbaarheid.
algemeen Deze eigenschap hoort bij het zenuwstelsel als geheel maar ook bij de elementen: de
eigenschappen van zenuwcellen (neuronen) en hun verbindingen (synapsen) veranderen op
basis van wat er van het systeem wordt gevraagd. Plasticiteit speelt een rol bij de ontwikkeling
van het zenuwstelsel, leren en herstel. De fysiologische mechanismen die hieraan ten grondslag
liggen zijn grotendeels hetzelfde
Prikkeloverdracht Neuron (zenuwcel) ,soort typen :
Sensorische neuronen (perifeer)
Motorische neuronen (perifeer)
Schakelneuronen (centraal)
- kunnen zowel motorisch als schakel neuronen zijn en zitten dus
CENTRAAL
Taken, bouw van zenuwcel is opgebouwd uit functie niveaus :
Ontvangst receptief/ dendrieten
Geleiding conductief /via axon
Overdracht transmissief / telecandrion
Ontvangst : dendrieten (boom)
Vorm van de ‘boom’ zegt heel veel over het soort cel waar je het over hebt en de taak hiervan.
Deze komen voor in de hersenstam wat kleiner en wat groteren in ruggenmerg en in grote en
kleine hersenen zijn dit hele groten dendrieten. En al die takjes maken verbindingen met
andere neuronen voor de communicatie.
Overdracht : synaps
Alle uiteinden van de dentdrieten/takjes zorgen voor communicatie met neuronen d.m.v.
prikkeloverdracht via de synapsen. Waarvan het van het presynaptisch neuron dus het neuron
dat voor de synaps ligt die de boodschap door wilt geven en dan gaan ze communiceren bij de
synaps en gaat het door naar het postsynatpsich neuron. Dit is een elektrische prikkel d.m.v.
neurotransmitters die aankomt op het postneuron die zorgen voor depolarisatie dus de cel
wordt negatief en ontstaat actiepotentiaal. De synpas is dus de verbinding waar de
prikkeloverdracht plaats vinden.
Plasticiteit Plasticiteit staat voor veranderbaarheid dus de mogelijkheid tot veranderen de staat hierin zijn,
deze kunnen plaatsvinden op verschillende niveaus namelijk cel, orgaan en individue niveau. Nu
hebben we het voornamelijk op neuronaal niveau (celniveau). Bijv. neuronen, axonen en
synapsen die kunnen veranderen.
Celniveau (neuronaal) lager niveau
o Neuronen
o Axonen
o Synapsen
1
,BMD Samenvatting Blok B
Orgaanniveau (hersenen)
o Circuits
o Velden
Individuniveau (gedrag) hoger niveau
De veranderingen vinden plaats in je hele leven namelijk ontwikkeling (kind-ouder),
leren(algemeen) en herstel bij ontstaan van schade.
Plasticiteit : Ontwikkeling
De hersenen van de baby nemen bijna 4x in gewicht toe (350 g – 1300 g ) tot volwassenheid,
hierbij blijft hoeveelheid neuronen hetzelfde (100 miljard) want die nemen eigenlijk alleen maar
af voornamelijk rond 20ste begint aftakeling, later zal dit cognitief zichtbaar zijn. Wat er wel
veranderd tijdens de ontwikkeling zijn de synapsen dus verbindingen met de axonen +
dendrieten omdat de zenuwen moeten groeien omdat je natuurlijk groter wordt. Per neuron bij
de geboorte heb je 2.5000 synapsen, dit groeit tot 2-3 jaar 15.000 synapsen en heeft hierbij dus
heel veel cognitieve ontwikkeling en daarna neemt dit juist weer af bij volwassenen 7.500. Er
zijn dus heel heel veel synapsen die continu tijdens de ontwikkeling veranderen.
Fysiologisch gezien ontstaat er sprouting plaats (groei synapsen) en pruning (snoeien synapsen),
dit is op elkaar afgestemd omdat je bij sprouting dus heel veel groei krijgt van synapsen en dus
ook energie kost is pruning ervoor om dit weer te laten afnemen. Dit gebeurd dus ook vanaf
leeftijd 2-3 naar volwassenheid. Bijv. een kind kan alle talen leren en als een kind dan een taal
beheerst dan worden alle andere takken weggehaald omdat je ze niet gebruikt.
Het groeien en snoeien gebeurd d.m.v. sensorische input en motorische output, je praat dus
veel met een baby en geeft speelgoed zodat er veel input binnen komt en gaat zich hierdoor
dus ook motorisch ontwikkelen. Dit heeft ook op betrekking op latere leeftijd.
Plasticiteit : Leren
Ontwikkeling fase is voorbij en men moet echt bewust iets gaan leren omdat het niet meer
automatisch gaat. Als we het over leren hebben we het vaak over : stimulus-respons leren dit is
een manier van leren waarbij prikkels veranderen en de essentie hiervan zit m in de herhaling
dit noemt men non-associatief leren. Non-associatief leren is dus bij processen
(sensitisatie/habituatie) waarvan
geen bewust relatie/keuze is en waarbij de prikkel zelf dus veranderd.
Sensitisatie : prikkel kan sterker / gevoeliger worden, als je continu
prikkel herhaald dan wordt de reactie sterker. Er veranderd niks in
het gedrag en respons maar de prikkel zelf veranderd. Bijv. dat je
voor de wekker wakker wordt door een klik.
Habituatie : prikkel kan minder sterk / gevoelig (gewenning) worden,
dit komt omdat de prikkel niet belangrijk genoeg is en uitdooft. In
het begin hoor je dit heel erg en daarna ontstaat er gewenning en
hoor je het niet meer bijv. snelweg of vliegtuig geluid die je in je
eigen tuin niet meer hoort.
2
,BMD Samenvatting Blok B
Associatief leren dit is meer psychologisch waarbij je een relatie leert tussen 2 prikkels, je
maakt een associatie / koppeling
Klassiek conditioneren : stimulus lokt vaste respons uit (Patlof, kwijlen bij belsignaal voor
eten)
- onwillekeurig voorwaardelijke reflex
- emotie voornamelijk bij kinderen waarbij je dus heel blij verteld dat een bal een bal is )
Operant conditioneren : respons (gedrag) heeft gevolgen (Rat die leert als die willekeurig op
een knop drukt eten komt ), hierbij leert iemand dus dat door een bepaald gedrag een
gevolg ontstaat
- willekeurig
- belonen en straffen je merkt dus dat er een positieve of negatieve dingen gestimuleerd
kunnen
worden.
Fysiologie van leren : Meneer Hebb heeft bedacht hoe je vanuit het netwerk de relaties kan
halen wat hij Hebbiaans Leren genoemd. Stel dat de neuronen bijna tegelijk afvuren dat die van
elkaar leren en de verbinding sterker wordt (Neurons that fire together, wire togehter ) en gaat
er dus vanuit wanneer er 2 neuroen kort naar elkaar vuren de verbinding sterker wordt
waardoor het de volgende keer makkelijker gaat enz. De signalen die samen verwerkt worden
bijv. geluid van bel en het eten dat hierbij een relatie gemaakt wordt en herhaalt wordt dus
versterkt. Het zenuwstelsel ziet dit als een relatie. Hierbij ontstaan er veranderingen op
celniveau die blijvend zijn.
Later vormt zich dit dan lange-termijn potentiatie (LTP) , dat uit gaat vanuit een synaps met een
neurotransmitter waarneer je dit meerdere keren herhaalt komen er meer receptoren (NMDA)
op post synpatisch + komen meer neurotransmitters vrij en gaat de communicatie dus sneller
d.m.v. herhaalde prikkel en ontstaat er een sterkere verbinding. Op het moment dat dit gebeurd
is de prikkeldrempel verlaagd dus bij een kleinere prikkel zal dit sneller doorgegeven worden.
Hoge frequentie vaker actiepotentiaal afgegeven
Causale relatie de prikkel die op presynaptisch neuron aankomt moet altijd iets eerder
zijn die daarna komt, oftewel prikkel 1 geeft de prikkel door aan prikkel 2
Voorbeeld : bij chronische pijn vind LTP plaats, waarbij er gezien wordt dat de neuronen
veranderen met meerdere receptoren en neurotransmitters en wordt makkelijker relatie
gemaakt en ontstaat er dus overgevoeligheid voor pijn = centrale sensitisatie
Bij lange-termijn depressie (LTD) is tegenovergestelde van LTP waarbij het aangeleerde gedrag
ook weer afgeleerd wordt. Hierbij wordt de relatie dus minder goed bijv. wanneer je iets niet
meer doet dus verminderde prikkelsensatie.
Lage frequentie kan iets actief worden afgeleerd
Geen causale relatie wordt er niks aangeleerd want de prikkels hebben geen verband met
elkaar
Dit hierboven is een vermoeden en duidelijke oorzaak weten ze ook nog niet.
Plasticiteit : Herstel
Als je spreekt van herstel heb je het vaak over meerdere processen je kan 1.herstel zien in terug
3
, BMD Samenvatting Blok B
komen in functie bij beschadigd weefsel (hersencellen gaan kapot en dit herstel) of je gaat
2.compenseren.
1. Herstel : hierbij je ook weer meerdere processen die een rol bij spelen (neurale reorganisatie
en neurale activatie ). Stel er is schade in een deel van de cortex waardoor je uitval van je hand
krijgt, kan er neurale reorganisatie ontstaan waarbij de hand weer kan werken.
Neurale reorganisatie mogelijkheden :
Restitutie : weefselherstel van de schade, vaak is hierbij het weefsel niet helemaal kapot en
bijv. alleen tijdelijk verminderde bloedtoevoer aanwezig.
Substitutie : andere structuren, waarbij weefsel eromheen de functie overneemt, dit kan uit
dezelfde herstelhelft komen of uit een ander deel. Hoe dit gaat en gestimuleerd kan worden
weet men nog niet.
Rerouting : andere banen, dit is helaas nog nooit aangetoond en dus niet zeker
- nieuwe banen aanleggen
- ‘silent netweroks ‘ : banen die er al liggen maar voorheen niet gebruikt worden en nu wel
- andere baansystemen
Neurale reactivatie : opheffing diaschisis (shock), waarbij om de beschadiging zelf heen een
groep tijdelijk uitgevallen zijn wat men de diaschisis noemt en wat er gebeurd vooral bij een
beroerte na een aantal dagen vindt er opheffing van de diaschishis en functioneert dit deel
weer. Hierdoor zie je dus al heel vroeg weer veel herstel.
De intraneurale reogrranisatie kan plaats vinden in intramodaal of cross-modaal
Intramodale plasticiteit : binnen dezelfde functie veranderd er iets, waarbij als je een
beweging heel vaak herhaald dan veranderd de motorische cortex bijv. als je heel vaak je
middelvinger opsteekt dan wordt dit gebied groter tenkoste van de andere vingers of als je
alleen je vingers heel veel gebruikt en niet je pols bij het grijpen dan veranderd de cortex
d.m.v. plasticiteit meer naar de vingers.
Cross-modale plasticiteit : functies van een ander gebied, taken over gaan nemen. Dit zie je
bijv. bij een amputatie van een hand en dit gebied ligt nog wel in de sensibele cortex maar
functioneert niet meer kan het zo zijn dat het gebied eromheen bijv. het gezicht de
neuronen overneemt van de niet functionerende hand en worden dus samengevoegd.
Hierdoor kan het dus zo zijn dat als er aan de wang gevoelt wordt de ‘geamputeerde’ hand
kan voelen. Doordat de gebieden zijn overgenomen en het duurt even voordat het ook echt
begrepen wordt. Dit is ook een verklaring van fatoompijn.
Ander voorbeeld is dat bij een blinde kat de snoorharen een groter gebied krijgen en bij een
mens waarbij ze blind worden het visus gedeelte minder wordt en het auditieve deel juist
groter en neemt dus het visuele gedeelte over. Je gaat dus beter horen omdat er meer
ruimte is op de cortex.
Processen neurale reorganisatie
Desinhibitie : silent networks, waarbij er bij schade banen gebruikt worden die er eerst al
lagen en niet gebruikt worden en nu dus wel. Bij deze theorie staan er nog HEEEEL veel
vraagtekens.
Denervatie-overgevoeligheid : neuronen die ineens minder verbindingen hebben dat die
gevoeliger hebben voor wat er overblijft. Dit is ter compensatie van hun verlies te
verwerken worden ze beter te prikkelen met water overgebleven is.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simonespek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.