In deze samenvatting (van 77 pagina's) vind je uitgebreid de leesvragen en antwoorden van week 1 t/m 7 van het boek New Media: A Critical Introduction. De vragen staan er vermeld, inclusief antwoord en paginanummers en daarnaast ook nog begrippenlijsten. Hartstikke handig voor tentamen en de wekel...
Alleen welke hoofdstukken voor het tentamen gevraagd worden
January 8, 2018
80
2016/2017
Summary
Subjects
nieuwe media
vragenlijsten
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Notarieel recht
Inleiding Nieuwe Media & Digitale Cultuur
All documents for this subject (1)
4
reviews
By: moiradam • 4 year ago
By: dienvandijk • 5 year ago
By: marthevandegraaff • 6 year ago
By: jellekusters • 6 year ago
Seller
Follow
MilouSanne
Reviews received
Content preview
Week 1 Leesvragen: New Media & New Technologies
Inleiding
Er wordt gediscussieerd over de manieren waarop nieuwe media een geschiedenis hebben en
hoe deze processen significant zijn. De roots van het hedendaagse debat over nieuwe media
waarin de determinerende rol van media centraal staat komen ter sprake. Er wordt aandacht
besteed aan het belangrijke werk van Marshall McLuhan, wat doordrongen is in ons
hedendaags denken over nieuwe media. McLuhan wordt tegenover Raymond William
geplaatst om de andere kant van nieuwe media te begrijpen.
1.Wat verstaan de auteurs in het kort onder ‘nieuwe media’? (p.2)
Lister et al hanteren een breed begrip, die onder te verdelen valt in drie aspecten.
1.Technologische eigenschappen
2.Wat we ermee doen
-Heel belangrijk voor auteurs van het boek. Niet alleen technologische eigenschappen, maar
ook sociale effecten zijn erg belangrijk!! Zij hebben heel specifiek bedacht dat de
eigenschappen die zij noemen geen eigenschappen zijn, maar de affordances. Wat zijn de
maatschappelijke effecten van deze eigenschappen? De bijkomende veranderingen in
productie, distributie en gebruik (zowel lokaal als globaal)
3.En de manier waarop deze eigenschappen “oudere” media transformeren
(wat vervolgens de vraag oproept? Is het echt een nieuw medium? Klopt dat wel?)
2. Is er een ‘geschiedenis’ van zoiets ‘nieuws’ als nieuwe media mogelijk? (p.4)
Ja, het is alleen lastiger te achterhalen. Oude media waren ook ooit nieuw geweest, vanuit
daar kan een geschiedenis beschreven worden. Vaak zijn nieuwe vormen geen totaal nieuwe
uitvinding, maar slechts een andere vorm van wat er al bestond. Als reactie op het
hedendaagse ‘nieuwe’ kunnen we leren van andere historische momenten en periodes.
3. Om welke drie redenen is het belangrijk de vraag te stellen hoe nieuw iets is? (p. 46-47)
- Iets kan er nieuw lijken doordat het er bijvoorbeeld nieuw uit ziet of een nieuwe vorm heeft
gekregen, maar vaak blijkt dat het afgeleid is van iets wat al bestond
- Omgekeerd geldt dit ook: als het nieuwe al doordrongen is in het dagelijks leven, is het
moeilijk om nieuwsgierig en waakzaam te blijven. Het is lastig om kritische vragen te stellen
over wat nieuwe media precies inhoudt en hoe nieuwe media het dagelijks leven verandert
,-Soms kan iets nieuw lijken, terwijl het niet zo is. Vaak blijkt dat nieuwe dingen een andere
vorm aannemen dan dat oorspronkelijk was bedacht.
4. Wat houdt het idee van remediation in en waarom wordt dit hier besproken? (p. 47-48)
Het is een begrip van Jay Bolter & Grusin (1999) die zich aansluiten bij de inzichten van
Marshall McLuhan (‘the medium is the message’ & ‘Global village’). Zij veronderstellen dat
er interactie is tussen oude en nieuwe media. Enerzijds worden de eigenschappen van de oude
media opgenomen in nieuwe media. Anderzijds reageert oude media op de veranderingen en
ontwikkelen zichzelf ook om mee te gaan in de tijd. Het wordt besproken omdat het volgens
de auteurs duidelijk is dat er altijd interactie gaande is.
5. Wat is de teleologische geschiedbeschrijving en wat voor vorm neemt deze aan in de studie
naar nieuwe media? (p.52-55)
Van A tot Z een lineair proces van verschillende media. Het nieuwe medium zit steeds in het
oude medium. De teleologische geschiedbeschrijving neemt als vertrekpunt het doel of het
richtinggevende beginsel dat de geschiedenis beheerst. In de geschiedenis wordt de basis
gelegd voor de toekomst. De potentie is er al. Een lineair proces van vooruitgang. Deze
benadering gaat uit vaan een lineair, narratief perspectief om de geschiedenis te beschrijven.
Nieuwe media is te begrijpen als ontwikkeling van verschillende oude media. De potentie van
nieuwe media lag al vast in oude media. Oude media zijn dan ‘primitieve versies’ van de
uiteindelijke ‘perfecte’ nieuwe media. Nieuwe media zouden dan achteraan in de chronische
lijst van communicatievormen komen te staan, dat begint bij de mondelinge communicatie,
verder gaat naar schrijven, de drukpers etc. Het verleden wordt gezien als een voorbereiding
van het heden.
Wat is het kritiek als er een beginpunt of eindpunt is?
-Tunnelvisie
-Kortzichtig, er wordt niet rekening gehouden met toevalligheden en andere factoren
-De waarde van een oud medium wordt onderschat
-We zijn continue bezig met het volgende: dus we kunnen niet kritisch kijken naar het nu. De
onderliggende drijfveren worden niet beantwoord, omdat we continue met het volgende bezig
zijn.
-Er wordt alleen maar probleemoplossend gedacht: je bent continue aan het rationaliseren
zodat het precies in het lineaire straatje past, gedachtegoed is heel politiek (verlichting),
,continue verbetering en kennis opdoen. Je werkt continue naar een doel toe, waardoor de
waarde en drijfveren van een medium tekort wordt gedaan.
6.Wat kunnen we naar aanleiding van de studie van Paul Mayer over de ontwikkeling van
computermedia zeggen over teleologische geschiedbeschrijving? (p. 55-58)
Mayer (1999) schrijft over de historische conceptuele ontwikkeling van de computer media.
Net zoals de teleologische geschiedbeschrijving beschrijft Mayer hoe bepaalde media-ideeën
begonnen en aanleiding hebben gegeven tot media op grote schaal. Paul Mayer laat zien dat
andere geschiedenissen dan de conceptuele en technologische ontwikkeling van de computer
verbonden zijn met de ontwikkeling van computer media.
De focus Mayer ligt op het medium zelf. Een computer wordt gezien als een medium om te
communiceren, gamen, databases te onderzoeken, teksten te typen etc. Het bredere
medialandschap wordt niet erkend. De culturele, sociale of economische factoren worden
buiten beschouwing gelaten. Dit is ook het gebrek bij de teleologische geschiedbeschrijving.
Er wordt geen rekening gehouden met andere factoren.
7. Hoe verschil de genealogische methode van Foucault van de teleologische
geschiedschrijving? (p. 58-59)
Foucualt is niet geïnteresseerd in waar dingen beginnen of eindigen. Hij geeft reactie op de
teleologie. Het gaat niet meer om het origine, om de macht. Het gaat om onderlinge
verbanden. Hij is geïnteresseerd in ‘affiliations’ (de connectie tussen media) en ‘resonsances’
(de bewegingen tussen media). We kunnen geen lineaire geschiedschrijving vinden in nieuwe
media, maar er is een soort web. Een web van toevalligheden en allemaal ontwikkelen hoe
nieuwe media tot stand is gebracht. De geschiedschrijving is geen rechte lijn, maar een web.
Er gebeuren allemaal verschillende dingen.
En hoe hangt het begrip remediation samen?
Nieuwe en oude media interacteren met elkaar, waardoor er nooit een lineair proces kan
ontstaan. Het is eerder een netwerk van verschillende verbindingen. Er is een wisselwerking
tussen verschillende media. Nieuwe media nemen eigenschappen van de oude media over,
maar als reactie nemen de oude media ook nieuwe media over om te overleven. Denk
bijvoorbeeld aan de tv die Youtube-filmpjes uitzendt. Een medium staat dus nooit op zichzelf.
, Kritiek van een netwerk van media:
Weinig kritiek, omdat het netwerk denken nog steeds van grote invloed is. Het idee hangt nog
wel steeds samen met vooruitgang. Het wordt steeds vernieuwd.
8. Op welke manier beïnvloedt het modernistische concept van vooruitgang de studie naar
nieuwe media? In wat voor opzicht is deze invloed problematisch? (p. 60-62)
Het is voordehand liggend om mee te gaan met het modernistische discours van vooruitgang.
Alles wat nieuw is, is beter. Zo dus ook nieuwe media. Maar het is niet altijd beter. Nieuwe
media heeft ook zeker haar beperkingen. Het is van belang om te kijken welke ideologie
achter de waarneming heerst.
9. Waar vestigt de term ‘technological imaginary’ onze aandacht op? Geef aan hoe het
technologisch imaginair werkt in het geval van de nieuwe media? (p.66-68)
Het discours rondom nieuwe media pleit voor sociale vooruitgang door middel van
technologische ontwikkeling. Dit streven naar het nieuwe, naar het betere bestaat altijd al
volgens psycho-analist Lacan. De term imaginaire komt oorspronkelijk van Lacan. Wanneer
een kind zichzelf in de spiegel bekijkt, zal hij zichzelf identificeren met het ideaalbeeld van
zichzelf in de spiegel. Dit wordt het spiegelstadium genoemd. Hoop, verlangen en angst
worden geprojecteerd op de ‘ander’, de reflectie van zichzelf in de spiegel. Het imaginaire
gaat dus om wat mensen in een incomplete toestand verlangen. Het begrip technologisch
imaginaire heeft zijn oorsprong in de psycho-analyse van Lacan. Op technologisch gebied
verwijst het naar afbeeldingen, representaties en ideeën die staan voor een bepaalde
compleetheid die mensen nastreven (p. 67). Het verwijst naar het
verlangen om de samenleving compleet te maken. Dit wordt geprojecteerd op nieuwe media,
die een soort utopie (verzonnen en gewenste werkelijkheid) vormen. Er zou ontevredenheid
zijn met de sociale werkelijkheid. Technologie zou hoop moeten realiseren, voldoen aan de
wensen en sociale problemen verminderen. Een voorbeeld van technological imaginary zien
we bijvoorbeeld terug bij skype, waar wordt gestreefd naar nieuw contact. Bij de televisie was
het eerst passief en dit was die ontevredenheid. Nu, met de interactieve televisie, kan je door
menu’s scrollen en zou alles beter worden: we zouden er actiever van worden. Het zegt veel
over de omstandigheden (discours) waarin nieuwe media tot stand komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MilouSanne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.