Complete samenvatting van de humane biologie 2 lessen in course 6, studie jaar 2. De samenvatting is per week geschreven en is dus gebaseerd op de stof die behandeld is per les. De samenvatting is volledig en bevat alle stof die men dient de leren voor het humane biologie 2 gedeelte in de kennistoe...
"NeuroVerse: Unraveling the Mysteries of Nervous Tissue",NEUROSCIENCES anatomy,2nd year,DUHS,class notes
Hemopoiesis
All for this textbook (7)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Humane biologie 2 course 6
All documents for this subject (1)
5
reviews
By: BMKJ • 4 year ago
By: chinouklitjens1 • 5 year ago
By: ceren_ilbay1999 • 5 year ago
By: mick_heeskens • 6 year ago
By: Lisax22 • 5 year ago
Seller
Follow
DorianvanKuijk
Reviews received
Content preview
Humane biologie 2 course 6
Aantekeningen les week 1
De hele circulatie in je lichaam zorgt ervoor dat al je organen worden voorzien van
voedingsstoffen en zuurstof. Het is een buizensysteem met een pomp ertussen (hart). De
opbouw van de verschillende vaten moet je kennen. Het hele circulatiesysteem bestaat uit
het hart, de arteriën, de venen en de microvasculaire vaatbedden (kleine capilairen).
Bij de kleine circulatie gaat het om de uitwisseling van CO2 en de opname van zuurstof.
Deze circulatie werkt via de longen. Belangrijk hierbij is dat er zuurstofarm bloed naar de
longen toegaat en zuurstof rijk bloed van de longen afgaat. Bij de andere orgaansystemen
gaat het andersom. Arterie pulmonary is de longarterie. De gasuitwisseling vindt plaats in de
vaatbedden.
Het hart bestaat uit twee
boezems en twee
kamers. Daartussen zit
een schot. In het schot
zitten vezels en dat zijn
de purkinje vezels. Als je
een hart hoort kloppen
dan hoor je de
samentrekking van de
boezems en de kamers.
Er zijn twee kleppen. Als
de kamers samentrekken
dan wordt de klep
gesloten. Als de boezems
samentrekken dan
worden de kleppen
geopend.
- Sinusknoop (SA). Stelt het tempo in voor contractie (contractie van de boezems). De
sinusknoop bevindt zich in de boezems en geeft signalen af zodat de boezems gaan
samentrekken. De SA knoop stuurt een signaal door. De signalen worden doorgegeven
doormiddel van nexusverbindingen naar de andere hartspiercellen.
- Atrioventriculaire (AV) knoop. Ligt op de grens tussen atrium en ventrikel. Geeft signaal
door zodat uiteindelijk alle ventrikels samentrekken.
- Bundel van His + purkinjevezels. Dit zijn lange gespecialiseerde vezels die ervoor zorgen
dat de ventrikels kunnen samentrekken. Ze zorgen voor een snelle en efficiënte geleiding
van het signaal. Ook zorgen ze voor contractie van de ventrikels.
De pomp in ons lichaam is het hart. Ons hart is een spier. Het rechter deel van het hart is
zuurstofarm en het linkerdeel van het hart is zuurstofrijk. Het zuurstofarme bloed komt de
rechter boezem van het hart (atrium) binnen via de bovenste en onderste holle ader.
Vervolgens stroomt het bloed door naar de rechter kamer (ventrikel). Hierna gaat het bloed
via de longslagader daar de longen. In de longslagader is het bloed dus nog steeds
zuurstofarm. Een ander woord voor ader is aterie. Nadat het bloed bij de longen is geweest
is het bloed zuurstofrijk. Het bloed komt dan via de longader (long vene) weer het hart
binnen, via het linker atrium. Vervolgens stroomt het bloed door naar het linker ventrikel en
daarna gaat het bloed via de aorta naar de rest van het lichaam. Tussen boezems en
kamers zitten kleppen, dit wordt de atrioventriculaire klep genoemd (is zowel aanwezig in de
linker als de rechter harthelft). De halvemaanvormige kleppen bevinden zich tussen de
kamers en de aansluitende bloedvaten.
- Boezems (atria). Relatief dunne wanden. Pompen bloed naar de kamers (ventrikels).
- Kamers (ventrikels). Dikkere wanden. Pompen bloed naar de longen of de rest van het
lichaam. Wand van linker ventrikel heeft meer spierweefsel en is dus dikker. Dit is zo omdat
het linker hartdeel het bloed naar heel het lichaam moet pompen.
,- Kleppen (atrioventriculaire & halvemaanvormige). Voorkomen van terugstroom van bloed.
Systolische en diastolische druk. Normale bloeddruk is 120 bovendruk en 80 onderdruk. Het
is van belang dat de onderdruk echt niet te laag is (is nog erger dan een te hoge bloeddruk).
De bloeddruk (hoge druk, dit betekent dat die kleppen die druk moeten doorstaan). Als een
klep lekt dan betekent dat dat een hart heel veel pompt, maar het effect volume heel laag is
(dat is als klep niet meer goed functioneert). Linker kamer gaat over naar de aorta. De wand
van de hartkamers (de linker kant is veel dikker dan de rechter, omdat er veel druk opstaat).
Boven op aorta zitten een hele hoop aftakkingen. Deze aftakkingen gaan ook gelijk weer
naar het hart (kransslagaders, deze voorzien het hart van bloed), ook gaan ze naar de
longen om de longen van bloed te voorzien.
De termen moet je kennen en je moet de plaatjes herkennen.
* Het endocardium. Dit is wat aan de binnenzijden van het hart ligt. Dus de bekleding van de
kamers en de boezems.
* Myocardium. Dit is de hartspier (op de afbeelding moet je zien dat het een spier is). Er is op
de afbeelding iets heel specifieks, dat je weet dat het een hartspier is en geen skeletspier.
Het is de ligging van de kernen. De kernen van de hartspier zijn tonvormig en liggen in de
hartspier. Een skeletspier heeft langgerekte kernen en ligt buiten de spier. Als je een
hartaanval krijgt sterft een gedeelte van het spierweefsel af. Het mycocardium is veel dikker
in de wand van de ventrikels (links), dan de arterie wanden.
* Epicardium (visceral pericardium). Dit is een heel dun laagje aan de buitenkant van het hart
en wordt ook wel visceral pericardium genoemd. Epicadrium is heel specifiek voor het hart
(bekleedt het hart). Bij het epicardium zitten ook de coronair arteriën en dit zijn de
kransslagaders.
* Klepje en het hartskelet. Chordae tendineae zijn bindweefselkoordjes. De lopen richting de
hartspier en intergreren met de hartspiercellen. Hij heeft een skelet van bindweefsel.
,Er zijn twee hele belangrijke verschillen tussen arteriën en venen, namelijk venen hebben
kleppen. Maar als je een doorsneden maakt en deze doorsnede met de microscoop bekijkt
en je ziet geen kleppen, hoe weet je dan dat het een venen is? Venen hebben geen
elastische vezels (lamina elastica interna). Het lumen is meestal groter bij venen. Arteriën
hebben elastische vezels. Ze hebben een hele dikke wand (spierlaag voor hoge druk).
Een heel groot verschil is interna elastic lamina (deze laag zit alleen bij de arteriën). Er zijn
drie lagen die je goed moet weten (zie onderstaande afbeelding). Intima (binnenzijde), media
(zit er tussen in en is een spierlaag), adventitia (buitenzijde). Bij een arterie heb je een hele
dikke spierlaag.
Vergelijking van de drie belangrijkste lagen.
, Vasa vasorum dit is een microvasculatuur om zuurstof en voedingsstoffen naar de lokale
cellen te brengen. Leveren zuurstof en voedingsstoffen aan de buitenkant van de vaten aan.
Elastische vezels zijn er om uit te zetten en de contracteren (in arteriën).
Glomus lichaampje dit is een belangrijk onderdeel van de vaten. Zo een lichaampje meet de
druk, hiermee kan de bloeddruk gereguleerd worden. Dit zijn dus gespecialiseerde regio’s in
de wanden van de elastische arteries.
Op de volgende (paarse) afbeelding zie je een skeletspiercel (dit zie je aan de langwerpige
celkernen). Als er de vraag komt of het een arterie of een vene is, dan kan je dat zien aan
die paarse lijn (dit is de lamina elastica iterna). Dan is het dus een arterie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DorianvanKuijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.