wetenschapsfilosofie en de geschiedenis van het onderwijs
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Onderwijswetenschappen
Wetenschapsfilosofie en Geschiedenis van het Onderwijs
All documents for this subject (10)
3
reviews
By: selin_6 • 3 year ago
By: wardknijnenburg • 5 year ago
By: charlottehoekstra • 6 year ago
Seller
Follow
leonieschiphorst
Reviews received
Content preview
Week 1 Phillips & Burbules- Postpositivism and
Educational Research
Hoofdstuk 1. What is positivism?
Er is veel kritiek op wetenschappers: Paul Feyerabend: de moderne kijk op wetenschap is niet meer
gevalideerd dan hekserij e.d.
Jean-Francois Lyotard: we moeten ongelovig zijn wat betreft het verhaal waarmee wetenschap wordt
gerechtvaardigd als een kennis ontwikkelend kader.
Als dit al geldt voor natuurkundige of geneeskundige wetenschap dan geldt het zeker voor sociale
wetenschap, omdat daarbij de culturele achtergrond en de waarden van een wetenschapper een
grote rol spelen. Dit boek probeert de reputatie van sociale wetenschappers op te krikken.
Onderwijskundige wetenschappers vormen een groep van vragenstellers. Ze willen geleid worden
door betrouwbare antwoorden. Soms zijn we zo overtuigd van een geloof dat we het gaan zien als
een feit. Het is belangrijk om voor ogen te houden dat een geloof een vals geloof kan zijn.
Als onderzoekers echt willen bijdragen aan het verbeteren van onderwijs zullen zij meer moeten
doen dan alleen hun geloven uiten. Twee voorwaarden:
1. Over een geloof moeten veel vragen worden gesteld
2. De kans dat het geloof klopt, moet groot zijn.
Het nastreven van kennis gaat niet om het vinden van de ‘absolute waarheid’ of de bereikbaarheid
daarvan. Het is niet erg om fouten te maken. Ook het afwijzen van een foute conclusie brengt je
dichter bij de waarheid.
Karl Popper: het zoeken naar kennis = regulative ideal (ordenend/regulatief ideaal): een geloof dat
onze onderzoeksinspanningen aandrijft en ons laat streven naar het adequaat testen van hypothesen
en het vinden van fouten. De absolute waarheid zal nooit worden gevonden door de mens.
John Dewey: The Theory of Inquiry (1938): een bevelschrift is een autorisatie om actie te
ondernemen voor het starten van een zoektocht. Om aan een bevelschrift te komen, moet de
onderzoeker de rechter ervan overtuigen dat er genoeg bewijs is om het onderzoek redelijk te
maken. Als de onderzoeker het ‘absolute’ bewijs nodig zou hebben om een bevelschrift te krijgen, zou
het niet nodig zijn om verder onderzoek te doen (en dus een bevelschrift te vragen). Het punt is: we
moeten zoeken naar geloven die goed ‘gewettigd’ zijn, want valse geloven hebben een grote kans om
ons te kort te doen wanneer we problemen proberen op te lossen. Oftewel: het heeft geen nut om
een geloof aan te nemen als het gebaseerd is op valsheden.
Hoe kom je als wetenschapper aan het noodzakelijke ‘bevelschrift’ om je bewering te ondersteunen
dat je geloof als redelijk kan worden beschouwd voor het vormen van kennis?
John Dewey: een goed gewettigd geloof komt van bekwame vragen. Oftewel: door de juiste vragen
te stellen, kan men een geloof verantwoorden. Voor het bereiken van dit doel biedt de
postpositivistische filosofie van de wetenschap het meest hoopvolle theoretische kader.
Postpositivisme: volgde op positivisme.
, The positivistic account of science (Het positivistische begrip van wetenschap)
In de afgelopen vier eeuwen (of meer) was het onderzoek binnen de sociale wetenschap
overwegend positivistisch. Hoewel er steeds meer gebreken werden geconstateerd, bleef men deze
filosofie hanteren. B.F. Skinner: verspreider van positivisme onder onderzoekers.
Voor filosofen is positivisme (inclusief behaviorisme) een vorm van empirisme. Empirisme is een
vorm van de fundamentalistische filosofie. De problemen waarmee het positivisme te maken kreeg,
zijn over het algemeen problemen die zijn opgedoken met betrekking tot het fundamentalisme. In de
volgende paragrafen wordt dit verband verduidelijkt.
Foundationalism (Fundamentalisme)
Tot het einde van de negentiende eeuw waren alle grote Westerse epistemologieën (filosofische
theorieën van kennis) fundamentalistisch. Om een geloof als ‘kennis’ te bestempelen, moest het
eerst een zekere fundering hebben.
René Descartes: Was ervan overtuigd dat hij in zijn jeugd vele valse aannames als waarheden had
geaccepteerd. Hij dacht dat hij al zijn aannames moest laten vallen en deze opnieuw moest gaan
opbouwen vanaf de fundering. Om dit te doen moest hij eerst deze ‘fundering’ definiëren. Hij sloot
zichzelf op in een kamer met een vuur en spendeerde de hele winter aan het onderzoeken van zijn
gedachten; gebruik makend van ‘the light of reason’ (het ‘licht’ in ieder mens, waardoor zelfs de
laagst ontwikkelde mens de wetenschap zou kunnen begrijpen). Achteraf kwam hij met de zin: ‘Ik
denk, dus ik besta.’ Dit hoort bij het rationalisme. Twee voorwaarden voor de fundering:
1. Dat waaraan verstandelijk niet kan worden getwijfeld.
2. Dat wat ongetwijfeld waar lijkt, moet als waar worden geaccepteerd.
John Locke: Begon ook een zelfonderzoek. Hoe kan het dat mensen heel verschillende kunstwerken
uitwerken op een leeg vel papier? Conclusie: Kennis wordt gefundeerd in onze ervaringen. Het
ontleent zich uiteindelijk aan zichzelf. De ervaring wordt opgedaan middels de zintuigen. Dit hoort bij
het empirisme.
René Descartes: wees de stelling over zintuigen af, omdat deze fouten kunnen maken en daarmee de
werkelijkheid veranderen. Het empirisme kwam op in het Engelssprekende gedeelte van de wereld en
het rationalisme in Europa. Binnen deze stromingen verschilde men in opvatting over de definitie van
een ‘zekere/goede fundering’ voor kennis. Wel waren het beide fundamentalistische stromingen.
Empirici geven toe dat rationaliteit een rol speelt bij het construeren van kennis.
Locke: De basisideeën komen voort uit ervaring. Hij benadrukte het feit dat de geest ideeën kan
manipuleren en combineren. Je kunt je de kleur blauw niet voorstellen als je hem nog nooit hebt
gezien. Wanneer we echter een voorraad aan basisideeën hebben, kunnen we deze combineren en
complexe ideeën opbouwen. Rationalisten geven toe dat ervaring een rol speelt bij het construeren
van kennis, maar deze is ondergeschikt aan de kracht van het verstand. In de twintigste eeuw was
men van mening dat zowel verstand als ervaring belangrijk zijn, maar dat ze beide niet fundamenteel
zijn in de zin van ‘de zekere basis waarop kennis wordt gebouwd’.
Empiricism and Positivism (empirisme en positivisme)
We gaan terug naar de ontwikkeling van empirisme als een benadering voor epistemologie. Er zijn
twee belangrijke punten binnen de uitspraken van Locke: 1. Onze ideeën komen voort uit ervaring; 2.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leonieschiphorst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.