Samenvatting WGAF en WG OWE6/7 PIP - cijfer kennistoets 8,5
16 views 0 purchase
Course
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Anatomie en fysiologie van de mens
Een samenvatting van WGAF en WG uit de cursus Partners in Preventie (Owe 6/7). Samenvatting is gemaakt op basis van de leerdoelen. Cijfer kennistoets 8,5!
WG OWE6/7
Week 1, zwangerschap
Kan de organisatie van zorg rondom de zwangerschap in Nederland beschrijven. Het gaat
hierbij om de volgende setting:
De zorg voor vrouwen die zwanger willen worden
Bij In Vitro Fertilisatie (IVF) en Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI) wordt geprobeerd om
buiten het lichaam een eicel te bevruchten met een zaadcel.
IVF-behandeling: om eicellen te verkrijgen worden de eierstokken eerst met hormonen gestimuleerd.
Hierdoor groeien er follikels in de eierstokken, die eicellen bevatten. Die eicellen wordt met een
punctie opgezogen. In het laboratorium vindt vervolgens (als het lukt) bevruchting plaats. Na
bevruchting wordt de bevruchte eicel (het embryo) 3 dagen later in de baarmoeder geplaatst.
Ongeveer 2-4 dagen na het plaatsen, moet het embryo zich innestelen in het slijmvlies aan de
binnenkant van de baarmoeder.
Er zijn verschillende redenen om een IVF-behandeling te doen, bijv. wanneer er sprake is van
afgesloten eileiders of eerdere niet succesvolle intra-uteriene inseminatie (IUI) behandelingen.
ICSI-behandeling: bij veel stellen kan een klassieke IVF-behandeling niet. Als de kwaliteit van het zaad
te slecht is voor bevruchting of als de eicellen tijdens een eerdere IVF-behandeling (bijna) niet
bevrucht werden kan een ICSI-behandeling een optie zijn. De hormoonstimulatie is vergelijkbaar met
een IVF-behandeling. Bij een ICSI-behandeling wordt in het laboratorium één van de zaadcellen in
een zeer dun glazen naaldje opgezogen en in één van de eicellen gebracht. Dit wordt gedaan bij alle
rijpe eicellen die er normaal uitzien. Als de bevruchting is gelukt, wordt het embryo in de
baarmoeder geplaatst. Het percentage bevruchte eicellen en de kans op een zwangerschap zijn
vergelijkbaar met een IVF-behandeling.
De behandeling duurt ongeveer twee maanden. Tussen 2 IVF/ICSI-behandelingen zit een maand rust.
De zwangerschap willen afbreken
Abortus provocatus mag tot 24 weken zwangerschap worden uitgevoerd. Als de vrouw het
abortusverzoek heeft gedaan, krijgt ze eerst verplicht 5 dagen ‘bedenktijd’. We noemen dit ook wel
de beraad- of bedenktermijn. Er zijn verschillende manieren om een zwangerschap af te breken, het
verschil heeft te maken met hoe oud het kindje is. Tot 9 weken zwangerschap kan de vrouw kiezen
voor een ‘abortuspil’. Dit bestaat uit meerdere tabletten. De eerste tablet blokkeert de werking van
het hormoon progesteron, waardoor de zwangerschap niet meer door kan gaan. Een aantal dagen
later moet de vrouw 4 tabletten vaginaal inbrengen. Deze tabletten zorgen dat de baarmoeder gaat
samentrekken. Hierdoor worden het embryo en baarmoederslijmvlies uitgestoten. Tot 13 weken
zwangerschap is zuigcurettage een gebruikelijke behandeling. Dit wordt ook wel vacuümaspiratie
genoemd. Hierbij zuigt de arts de baarmoeder met een vacuümpomp met een buisje leeg. Vanaf 13
tot 24 weken zwangerschap wordt het ongeboren kind met een abortustang verwijderd. Daarna
wordt zuigcurettage gedaan om de baarmoeder verder leeg te maken. Vanaf 13 tot 24 weken kan
een bevalling ook worden opgewekt met prostaglandinen. Het ongeboren kind sterft tijdens of snel
na de geboorte.
Een abortus kan verschillende gevolgen hebben voor vrouwen, zowel lichamelijk als psychisch.
Vrouwen bij wie de baarmoederhals is opgerekt en zuigcurettage is gebruikt, hebben een verhoogde
kans op vroeggeboorte bij een volgende zwangerschap.
De zorg voor zwangere vrouwen
De verloskundige begeleidt de ouders tijdens de zwangerschap. De verloskundige controleert de
gezondheid van de baby en de moeder. Daarnaast geeft hij/zij ook voorlichting.
Vroeg in de zwangerschap wordt bloedonderzoek gedaan naar 3 infectieziekten: hepatitis B, hiv en
syfilis. Ook worden de bloedgroepen ABO, Rhesus D en Rhesus c bepaald. Verder wordt onderzocht
of er antistoffen tegen bepaalde bloedgroepen zijn. Met de combinatietest wordt vroeg in de
zwangerschap onderzocht of er een verhoogde kans is op down-, edwards- of patausyndroom.
Edwards- en patausyndroom is een ernstige aandoening. De meeste kinderen overlijden voor of rond
de geboorte De test bestaat uit 2 onderzoeken: bloedonderzoek tussen 9-14 weken zwangerschap en
, een nekplooimeting bij de baby. Bij de nekplooimeting wordt d.m.v. een echo de dikte van de
nekplooi van het kind bepaald. Hoe dikker de nekplooi, hoe groter de kans op downsyndroom.
Een andere screeningstest is de NIPT (niet-invasieve prenatale test) mogelijk. Dit is een bloedtest die
na 11 weken zwangerschap kan worden gedaan, waarmee kan worden gekeken of het kindje down-
edwards- of patausyndroom heeft. Wanneer de zwangere vrouw kiest voor de NIPT, krijgt zij eerst
een gesprek met de verloskundige over de NIPT. Vervolgonderzoek kan bestaan uit een
vruchtwaterpunctie. Hierbij wordt vruchtwater uit de baarmoeder gehaald om cellen te onderzoeken
op chromosoomafwijkingen. De vruchtwaterpunctie vindt rond de 15-16 weken zwangerschap
plaats. De uitslag is ongeveer na 3 weken bekend. Een ander vervolgonderzoek is de vlokkentest, om
chromosoomafwijkingen te onderzoeken. Hierbij wordt een klein stukje placentaweefsel
weggenomen. De vlokkentest gebeurt tussen de 11-14 weken zwangerschap. Een complicatie van
deze vervolgonderzoeken kan een miskraam zijn.
De 13 wekenecho is een medisch onderzoek naar lichamelijke afwijkingen bij het kind. Voordat de 13
wekenecho plaatsvindt (deze is vrijwillig), is er eerst een gesprek met de verloskundige voor meer
informatie. Ook bij de 20 wekenecho vindt onderzoek plaats naar lichamelijke afwijkingen bij het
kind. Het verschil met de 13 wekenecho is dat er bij de 20 weken meer details kunnen worden
gezien, omdat het kind meer is volgroeid. De verloskundige kan om medische redenen besluiten om
meerdere echo’s uit te voeren: vroege echo (rond 6-7 weken), groei echo (rond 30 weken) en
liggingsecho (rond 36 weken).
Kent de wet- en regelgeving/ financiering rondom de bovenstaande setting. Hierbij gaat
het om:
Wet Afbreking Zwangerschap (Wafz)
Er moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden voor abortus. Voorbeelden zijn:
- De abortus wordt uitgevoerd door een arts in een ziekenhuis of kliniek die een speciale
vergunning heeft.
- Het ongeboren kind is nog niet levensvatbaar (24 weken)
- De vrouw heeft een onontkoombare noodsituatie
- Er is informatie gegeven over alternatieve mogelijkheden
- De vrouw doet haar verzoek vrijwillig en heeft dit zorgvuldig overwogen.
Wanneer een meisje zwanger is en jonger dan 16 jaar, dan is voor een abortus toestemming nodig
van de ouder(s). Als deze toestemming niet verkregen wordt is het mogelijk direct naar de huisarts of
abortuskliniek te gaan. De arts beoordeelt of de jonge vrouw de gevolgen van haar keuze begrijpt.
Een abortus wordt vergoed vanuit de Kaderwet VWS-subsidies. Dat betekent dat de vrouw die de
abortus ondergaat, zelf niets hoeft te betalen wanneer ze woonachtig is in Nederland. Een
abortusbehandeling in het ziekenhuis kan alleen op medische indicatie en wordt vergoed door de
zorgverzekeraar.
Financiering van prenatale screening
Verloskundige: dit wordt verzekerd vanuit de basisverzekering (zvw)
Combinatietest: wordt niet vergoed. Kosten: 168 euro.
NIPT: de zorgverzekering betaalt het uitgebreide gesprek met de verloskundige. De NIPT moet zelf
worden bekostigd en is 175 euro.
Vruchtwaterpunctie/vlokkentest: vergoed door de zorgverzekeraar, maar kan ten koste gaan van het
eigen risico.
13/20 wekenecho: dit wordt vergoed.
Behandeling en financiering vruchtbaarheidsproblematiek
Vrouwen jonger dan 43 jaar krijgen 3 pogingen IVF of ICSI vergoed uit de basisverzekering. Als er een
kindje is geboren en de vrouw is jonger dan 43 jaar, krijgt zij opnieuw 3 IVF- of ICSI-pogingen
vergoed. Er is wel een eigen risico, geen eigen bijdrage.
Financiering van abortus
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller michellestuviaverpleegkunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.
