100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Landelijke Kennistoets Nederlands (hbo) $9.65   Add to cart

Summary

Samenvatting Landelijke Kennistoets Nederlands (hbo)

 39 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Uitwerking van de begrippen voor de landelijke kennistoets Nederlands.

Preview 4 out of 92  pages

  • November 19, 2023
  • 92
  • 2023/2024
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Begrippenlijst Landelijke Kennistoets
Domein 1: Vakdidactiek

Aanbieden in teksten en semantiseren (gesprekken, fragmenten, etc.)

Met bouwstenen (woorden, structuren, routines) allerlei oefeningen
doen om ze te laten inslijpen.
ABCD-model (NT2)
Pas daarna wordt er gecommuniceerd in gestuurde oefeningen.

Daarna ongestuurd in zo reëel mogelijke situaties.

Gebruikt bij woordenschat en ontworpen door Neuner, 1981.
Cognitief abstracte of academische taalvaardigheid
Academische
De vaardigheid van taal op een abstract niveau te gebruiken, om zo in
taalvaardigheid of
een schoolse context nieuwe informatie te kunnen verwerven en
cognitief academisch
verwerken. Schools taalgebruik onderscheidt zich van alledaags
taalgebruik (CAT)
taalgebruik door minder concrete contextuele steun, hogere cognitieve
complexiteit en hogere waardering van schriftelijk taalgebruik.
Dagelijkse algemene taalvaardigheid
Alledaagse taal of
Onderscheid op basis van onderstaande kenmerken:
dagelijks algemeen o Meer of minder steun van een concrete en nabije context;
taalgebruik (DAT)
o Meer of minder cognitief complex;
o Meer of minder mondeling dan wel schriftelijk taalgebruik.
Laaggeletterdheid (of: functioneel analfabetisme) houdt in
dat mensen moeite hebben met de vaardigheid lezen en/of
schrijven. Dit is iets anders dan ongeletterdheid, analfabetisme, waarbij
het gaat om mensen die helemaal niet kunnen lezen en schrijven.
Analfabeet (functioneel)
Geletterdheid is het gebruiken van gedrukte en geschreven
informatie om te functioneren in de maatschappij, om de
eigen doelen te bereiken en om de eigen kennis en mogelijkheden te
ontwikkelen.
De houding die taalgebruikers hebben tegenover taalvariëteiten. Deze
attitude is gebaseerd op de sociale betekenis van taalvormen, die
immers wordt geassocieerd met een bepaalde sociale klasse of een
sociale groep.

Wat hoort hier nog meer bij?
Attitude (socio-
- Hypercorrectie: omdat taalgebruikers zich bewust zijn van de
affectieve factoren)
sociale betekenis van taal, en ze soms niet als plat praten willen
overkomen, vervangen ze wel eens een vorm die ‘plat’ lijkt
door een onjuiste, standaardachtige vorm.
- Verborgen prestige: in sommige groepen hebben niet-
standaardvarianten vaak een speciaal prestige. Ze zijn een
uitdrukking van het 'eigene’ van een groep: ‘wij tegen hen’.
Het kunnen horen van overeenkomsten of verschillen tussen klanken en
Auditieve discriminatie
woorden.
De woorden in een taal vlot en vloeiend kunnen herkennen en
Automatiseren
gebruiken, waarbij herhaling van geleerde kennis leidt tot

Pagina 1 van 92

, automatisering van die kennis.

Automatiseren gebeurt bijvoorbeeld door de stappen van het ABCD-
model te volgen.
Snel informatie uit het geheugen ophalen. Bij lezen: snel decoderen.
Automatiseren is een belangrijke stap in het proces van (technisch) leren
lezen. Het automatiseren van de verschillende strategieën technisch
Automatisering (lezen)
lezen en met name het lezen met behulp van de visuele woordvorming
of directe woordherkenning bepalen de leessnelheid.
Automatiseringsproblemen komen veel voor bij dyslexie.
Diverse opvattingen, gewoontes en werkwijzen van
beoordelaars verlagen de objectiviteit van de beoordelingen
- Norminstabiliteit: de docent past (bewust of onbewust) de
normen aan aan het prestatieniveau van de leerlingen.
- Uitstralingseffect (of halo-effect): van dit effect is sprake als er
een storende invloed uitgaat van bijkomstige kenmerken op de
beoordelingsuitkomst, bijvoorbeeld:
 de leesbaarheid van het handschrift van de leerling
 de netheid van het ingeleverde werk
 spellingsfouten of grammaticale fouten in bijvoorbeeld
een proefwerk biologie
 de reputatie van de leerling
 sympathie of antipathie gevoelens van de leraar
tenopzichte van de leerling
Dergelijke niet ter zake doende kenmerken zouden geen
invloed op de waardering mogen hebben: de evaluatie moet
zoveel mogelijk gebaseerd zijn op de relevante kenmerken van
de geleverde prestatie.
Beoordelaarseffecten - Opvattingseffect of signifisch effect: het opvattingseffect betreft
(toetsing) de storende invloed die uitgaat van de opvattingen en inzichten
die bij leraren kunnen bestaan bij het beoordelen, met name de
verschillen in het belang dat een leraar toekent aan
verschillende aspecten van de geleverde prestatie. Denk
bijvoorbeeld aan het verschil in opvatting over een goede
scriptie.
- Volgorde-effect of sequentie effect: het volgorde-effect ontstaat
door de (onbedoelde) nawerking van eerdere beoordelingen op
erop volgende. Bijvoorbeeld: na een aantal goede producten te
hebben nagekeken en beoordeeld kan de leraar bij het volgende
slechte product dat dan schril afsteekt tegen de voorafgaande
naar verhouding te lage punten geven.
- Contaminatie-effect: bij het beoordelen kunnen oneigenlijke
doelstellingen van een leraar de beoordeling ‘besmetten’.
Bijvoorbeeld: er zijn leraren die een goed figuur willen slaan
door zoveel mogelijk leerlingen met mooie cijfers te laten
overgaan. Er zijn leraren die niet in conflict willen komen met
een collega en dan maar lage cijfers geven omdat die collega
ook weinig punten geeft.
Het is een manier om de betekenis van taal te analyseren en te ontleden
in verschillende componenten. Woorden en zinnen hebben vaak
meerdere betekenisaspecten die gezamenlijk de volledige betekenis
Betekenisaspecten
vormen. Bijvoorbeeld, het woord "bank" kan verschillende
betekenisaspecten hebben, zoals een financiële instelling, een zitmeubel
of de oever van een rivier.
Betekenisonderhandelin Interactie tussen twee sprekers over de betekenis van een onbekend of

Pagina 2 van 92

, moeilijk woord of over de betekenis van een zin.

g Leerlingen en leraar brengen eigen kennis en vragen in om samen
verder te komen en actief na te denken over wat bepaalde woorden
betekenen.
Een toets moet valide en betrouwbaar zijn.

Valide: Een toets wordt valide genoemd als ze inderdaad meet wat ze
zegt te meten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Inhoudsvaliditeit wil zeggen dat de toets de behandelde leerstof
op verantwoorde wijze afdekt.
- Begripsvaliditeit wil zeggen dat de toets toetst wat hij moet
toetsen.

Betrouwbaarheid Ten aanzien van de betrouwbaarheid zijn twee vragen belangrijk:
(toetsen) - Komen verschillende beoordelaars tot dezelfde beoordeling?
- Worden vergelijkbare prestaties hetzelfde beoordeeld?

Behalve de validiteit en betrouwbaarheid zijn ook belangrijk voor een
toets:
- Discriminerend vermogen: Discriminerend vermogen betekent
dat de toetst het verschil zichtbaar maakt tussen leerlingen die
de stof beheersen en leerlingen die de stof niet beheersen.
- Transparantie In een transparante toets is het de leerling
duidelijk wat hij of zij kan verwachten.
Bruikbaarheid in de context van toetsinstrumenten verwijst naar de mate
waarin een toetsinstrument effectief is in het meten van wat het beoogt
te meten. Het houdt rekening met de relevantie, betrouwbaarheid en
validiteit van de toets. Een toetsinstrument wordt als bruikbaar
Bruikbaarheid beschouwd als het geschikt is voor het beoogde doel, betrouwbare
(toetsinstrumenten) resultaten oplevert en daadwerkelijk meet wat het zou moeten meten.
Bruikbaarheid is een belangrijk kenmerk van toetsen, omdat het de
kwaliteit van de verzamelde gegevens beïnvloedt en ervoor zorgt dat de
resultaten een waarheidsgetrouwe weergave zijn van de beoogde
vaardigheden of kennis.

CE (centraal examen)

Cesuur
De grens tussen geslaagd en niet-geslaagd zijn, ofwel: normbepaling.
(toetsinstrumenten)
De moeilijkheidsgraad

De mate van cognitieve complexiteit wordt beïnvloed door de volgende
factoren:
Cognitieve complexiteit
- De mate van abstractie;
- De verlangde denkoperaties;
- De verlangde combinatietaken.
CAT is bijvoorbeeld meer cognitief complex dan DAT.
Cognitieve strategieën Cognitieve taalleerstrategieën zijn:
1) Grammatica en woordenboek gebruiken: tweetalig en eentalig
Nederlands.
2) Begrijpend luisteren en lezen: een tekst beluisteren om er een
hoofdidee uit te halen of juist om details te achterhalen.
3) Analyseren: woorden en uitdrukkingen in delen opbreken en de

Pagina 3 van 92

, kennis van de betekenis van die delen gebruiken om de
betekenis van het geheel te achterhalen.
4) Structureren: structuur aanbrengen, bijvoorbeeld door
aantekeningen te maken of hoofdpunten in een tekst te
onderstrepen.
Communicatief taalonderwijs is een benadering van taalonderwijs die
de nadruk legt op het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden in
Communicatief een vreemde taal. In plaats van alleen de nadruk te leggen op
taalonderwijs grammaticaregels en vocabulaire, richt communicatief taalonderwijs
zich op het actief betrekken van studenten in echte communicatieve
situaties om zo taalbegrip en taalproductie te bevorderen.
Een compensatiestrategie wordt ingezet als een taalleerder problemen
ervaart in de communicatie met anderen, bijvoorbeeld op het niveau van
woordenschat.
- Omschrijving: omschrijving van het woord dat je niet kent door
andere woorden of zinnen;
- Ontlening: ontlening aan de eigen taal door een letterlijke
vertaling of zelfs door een woord in de eigen taal te zeggen.
Compensatiestrategie - Formules en stoplappen: een aantal standaardwoorden en
zinnetjes die de taalleerder inzet .
- Hulp vragen: de leerder vraagt om hulp aan de gesprekspartner.
- Mime: gebaren en mimiek zijn zeer effectieve middelen om de
communicatie op gang te houden.

Een compensatiestrategie is een kenmerk van een gesproken
(spreek)taal.
Compenserende maatregelen zijn middelen die leerlingen ondersteunen
Compenseren (maatregel bij het lezen en schrijven. De leerling leest en schrijft wèl, maar krijgt
dyslexie) daarbij ondersteuning van de leerkracht of van een technisch
hulpmiddel.
Competentiegericht onderwijs is een onderwijsbenadering die gericht is
op het ontwikkelen van de competenties en vaardigheden die studenten
Competentiegericht
nodig hebben om effectief te functioneren in specifieke beroepen of
onderwijs
contexten. Het legt de nadruk op praktische toepassing van kennis en
vaardigheden in realistische situaties.
Ontworpen door Verhallen.
- Voorbewerken: Alle voorkennis wordt geactiveerd en de
leerkracht zorgt ervoor dat de leerlingen betrokken raken bij het
onderwerp.
- Semantiseren: De leerkracht legt het woord helder uit. Dit
gebeurt altijd vanuit de context waarin het woord aan de orde is.
De kinderen maken op deze manier kennis met de betekenis van
het woord.
Viertakt-model /
- Consolideren: Heeft als taak de leerlingen het woord ook
intentioneel woordleren
daadwerkelijk te laten onthouden. Tijdens het consolideren
worden de nieuwe woorden ingeoefend en krijgen een plekje in
het geheugen en woordennetwerk. Woorden moeten zeven keer
herhaald worden. Fase =cruciaal, maar wordt vaak vergeten.
Veel oefenen.
- Controleren: Door middel van toetsen moet twee á drie keer
gecontroleerd worden of de leerlingen de kennis echt onthouden
hebben.
Content-based approach Inhoudsgerichte benadering voor het taalonderwijs. Kenmerkend aan
(inhoudgerichte deze aanpak is dat altijd de drie aspecten inhoud, taalvakvaardigheid en

Pagina 4 van 92

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellenmans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.65  2x  sold
  • (0)
  Add to cart