Dit is een samenvatting van alle vwo kunst algemeen stof voor de eindexamens van 2023/2024. Deze samenvatting is gemaakt aan de hand van de syllabus en bevat dus ook ALLES. Hij is gemaakt voor de examens van 2022/2023 maar de stof is niet veranderd. Ikzelf heb voor mijn examens een 8,3 gehaald met ...
everything inside what should be in it is absolutely great
By: roosmarieboer • 7 months ago
By: jintevangestel • 7 months ago
By: berdienkleinpoelhuis • 7 months ago
By: annabelvanschaik • 7 months ago
Show more reviews
Seller
Follow
esroosvdbroek
Reviews received
Content preview
CE Kunst Algemeen
Alle examenstof voor CE 2023-2024
Hofcultuur, Burgerlijke cultuur, Moderne en Massacultuur
Samenvatting gemaakt door Esmeé van den Broek
6 VWO leerling op het Groene Hart Lyceum
,Inhoudsopgave
Hofcultuur p.2
Accenten binnen het onderwerp p.2
Specificaties van het onderwerp p.4
Kunst en religie, levensbeschouwing p.4
Kunst en esthetica p.5
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht p.9
Kunst en vermaak p.11
Kunst, wetenschap en techniek p.12
Kunst intercultureel p.13
Burgerlijke cultuur p.14
Accenten binnen het onderwerp p.14
Specificaties van het onderwerp p.15
Kunst en religie, levensbeschouwing p.15
Kunst en esthetica p.17
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht p.19
Kunst en vermaak p.20
Kunst, wetenschap en techniek p.22
Kunst intercultureel p.23
Moderne p.25
Accenten binnen het onderwerp p.24
Specificaties van het onderwerp p.31
Kunst en religie, levensbeschouwing p.31
Kunst en esthetica p.32
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht p.36
Kunst en vermaak p.37
Kunst, wetenschap en techniek p.38
Kunst intercultureel p.40
Kernconcepten p.41
Stijlen en stromingen p.43
Beeldende kunst p.43
(Industrieel) Design en Architectuur p.47
Muziek p.49
Dans p.50
Theater p.50
Massacultuur p.51
Accenten binnen het onderwerp p.52
Specificaties van het onderwerp p.56
Kunst en religie, levensbeschouwing p.56
Kunst en esthetica p.57
Kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht p.61
Kunst en vermaak p 63
Kunst, wetenschap en techniek p.65
Kunst intercultureel p.66
1
,Hofcultuur
● In de renaissance is er een voorliefde om alles in regels vast te leggen.
● Het zwaartepunt van de renaissance verschoof rond 1500 van Florence naar Rome.
○ Dit is niet toevallig ook wanneer Michelangelo van Florence naar Rome gaat om voor
de paus te werken.
● Eind zestiende eeuw eindigt de renaissance en begint de bloeiperiode van de barok.
● In Rome ontstaat de barok, een nieuwe kunststroming waarin kunstenaars vrijer omgaan met
de regels uit de klassieke oudheid en de renaissance.
● De hoofdstad van de Katholieke Kerk toont zijn macht in de barokke kunst.
● Barokkunstenaars spelen met emotie, dynamiek en energie in een zeer decoratieve stijl.
Barok is verleiden en overdonderen; het stuurt aandacht en emoties.
● Barokke kunst is groots en meeslepend; wil het publiek overdonderen en verleiden.
● In deze periode wordt de basis gelegd voor het eigentijds theater.
Accenten binnen het onderwerp
Renaissance Hoven in de zestiende eeuw in Europa (bijvoorbeeld Florence, Rome, München,
Londen); hoven van (absolute) vorsten in de zeventiende eeuw;
● De Italiaanse hofregels worden in de loop van de 16e eeuw steeds meer overgenomen door
buitenlandse hoven.
● Het hof van de Franse koningen wordt door huwelijken met Italiaanse bruiden in rap tempo
steeds ‘Italiaanser’.
○ Deze invloed begon in 1533 toen de Florentijnse Catharina De’Medici trouwde met
kroonprins Hendrik.
(Stads)paleizen, villa's, tuinen; Versailles: inrichting en functie van paleis en tuinen (Lodewijk XIV);
● In Italië speelt het intellectuele en artistieke leven zich in de steden af. Vorsten en rijke
particulieren hebben hier riante stadspaleizen.
● In de 16e eeuw kiezen machtige en welvarende families steeds vaker voor uiterlijk vertoon;
ze mogen trots zijn op wat ze hebben bereikt (volgens de geest van de renaissance).
● Imposante huizen, weelderige tuinen en groots opgezette feesten dwingen bovendien gezag
en bewondering af bij concurrerende families en het volk.
○ Tuinen kunnen meer dan eens het decor van uitbundige feesten (stravaganza,
extravagante feesten) vormen.
● Lodewijk XIV erft van zijn vader een klein jachtslot in de nabijheid van Parijs. Parijs is een
drukke en opstandige stad, waar de koning alle aandacht moet hebben voor politieke
tegenstanders en mogelijk oproer. Lodewijk verlaat Parijs is 1682 en verplaatst zijn
regeringscentrum naar Versailles, de plaats waar het jachtslot van zijn vader staat. Het slot
wordt omgebouwd tot een gigantisch paleis.
○ Het nieuwe paleis is ook een ‘gouden kooi’ voor de Franse adel. Er is genoeg ruimte
om een deel van hen te huisvesten, en een ander deel er dagelijks te laten verblijven
en daardoor af te zonderen van de ontwikkelingen elders in het land. Het paleis geldt
als publiek domein en de burgers van het land zijn welkom om het paleis te
bezoeken.
○ Het paleis staat symbool voor het universum, waarvan koning Lodewijk XIV de
aangewezen heerser zou zijn. Le Brun ontwerpt het complex in een ‘eigen’ Franse
barokvariant. De architectuur is minder beweeglijk en theatraal dan de Italiaanse
2
, barok. Het paleis is een statisch en klassiek bouwwerk dat de voornaamheid van zijn
functie benadrukt.
Ontwikkeling in tragedie en komedie (inspiratie klassieken en eigentijdse ontwikkelingen);
● Onderdeel van het huwelijksfeest van Ferdinand De’Medici is het opvoeren van de komedie
Le pellegrina.
● Aan het hof van Lodewijk XIV werkt blijspelschrijver Molière samen met Lully en ontwikkelen
ze voorstellingen waarin een doorlopend verhaal wordt verteld. Het bekendste is de
ballet-komedie Le Bourgeois Gentilhomme.
○ Er wordt geen beroep gedaan op de klassieke mythologie en drama; eerder verwijst
het stuk naar het klassieke blijspel.
● Molière werd later leider van een toneelgezelschap en reisde rond door Frankrijk. Zijn
stukken waren gebaseerd op de improvisatie-stijl van de commedia dell'arte, door Molière
zelf bewerkt. Zijn komedies zijn eigentijds en zeer frans, waardoor ze waarschijnlijk zo
succesvol waren.
● Serlio beschrijft de decortypen voor drie klassieke theatervormen.
○ 1) Tragedie; klassiek stadsgezicht met statige gevels.
○ 2) Komedie; combinatie van renaissance-architectuur en gotiek.
○ 3) Satire; speelt in de natuur en krijgt een natuurlijke omgeving. Door het slim
toepassen van
Hofdans en hofballet (ballet de cour);
● Jean-Baptiste Lully (componist, danser, choreograaf) zal een grote rol spelen in de
ontwikkeling van het ballet de cour, zoals het Franse hofballet wordt genoemd.
● Lodewijk XIV vertrouwt de Franse adel niet en gunt ze geen rol in het landsbestuur. Het
openbare leven van de koning en het leven aan het hof zijn tot in detail georganiseerd. Voor
alles bestaat een precies vastgelegd protocol.
○ In 1653 danst Lodewijk de hoofdrol in het Ballet de la Nuit. Het ballet verheerlijkt de
koning, die vergeleken wordt met Apollo, de klassieke zonnegod die kunsten,
medicijnen en muziek beschermt. Het ballet is een groots theaterspektakel. In de
voorstelling verdrijft de dag de nacht, zoals het goede het kwade verdrijft. Apollo
verdrijft een draak. Aan het einde komt Lodewijk op als Zonnekoning, een rol en titel
die hij zijn verdere leven zal koesteren en uitdragen.
● Aan het hof van Lodewijk XIV werkt blijspelschrijver Molière samen met Lully en ontwikkelen
ze voorstellingen waarin een doorlopend verhaal wordt verteld. Het bekendste is de
ballet-komedie Le Bourgeois Gentilhomme.
○ Dit is in tegenstelling tot meer thematische balletten zoals Ballet de la Nuit
○ In het blijspel worden dans en muziek op logische wijze in het verhaal verweven. In
tegenstelling tot spektakelstukken maakt dit stuk spaarzaam gebruikt van decor en
theatrale effecten.
○ In de ballet komedie zitten ook elementen van pantomime.
● 3 vormen ‘Ballet de Cour’
○ Het Ballet Comique, een doorlopend verhaal uitgebeeld in veel dans
○ Het Maskerade Ballet, meestal geen doorlopend verhaal, wel prachtige enscenering
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esroosvdbroek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.37. You're not tied to anything after your purchase.