Strafrecht – samenvatting
HOOFDSTUK 1: inleiding
Minister van justitie = Vincent Van Quickenborne (open vld)
Vorige minister van justitie = Koen Geens (CD&V)
Ideeën over straf zijn veranderd
Bv: verkrachting krijgt nu veel meer aandacht dan vroeger
Aanpassingen in nieuwe strafwetboek:
o Sneller: eenvoudige structuur
o Menselijker: straffen meer op maat van dader
o Straffer: aangepast aan hedendaagse tendensen
Historische evolutie
Middeleeuwen: hoogste vorst beslist wie er straf krijgt en welke straffen
Verlichting: Code Napoléon (1810) vormde basis Belgisch strafrecht
+ sociaal contract: balans tussen vrijheid vs bescherming
3 basisprincipes voor bestraffing:
o Legaliteitsbeginsel: alle strafbare gedragingen & bijhorende straffen moeten in wettekst te
vinden zijn burgers moeten weten wat mag/niet mag + geldt voor iedereen
Alle burgers moeten in theorie de wet kennen
o Subsidiariteitsbeginsel: de staat beslist (religie niet) welke straffen er worden toegediend en
voor welke misdrijven
o Proportionaliteitsbeginsel: straffen moeten in verhouding zijn met misdrijf
Hoe erger misdrijf, hoe groter de straf
Inhoud van het strafrecht (3):
1. Materieel strafrecht = misdrijven & straffen voor die misdrijven
2. Strafprocesrecht = regelt procedure van hoe materieel strafrecht wordt toegepast
Wat gebeurt bij misdrijf?
3. Strafuitvoeringsrecht = gevolgen van misdrijven (straffen en sancties) worden uitgevoerd
, HOOFDSTUK 2: misdrijven
Enkel straf als er wettelijk strafbare feiten worden gepleegd op het moment van de feiten
Elk misdrijf bestaat uit (2):
1. Materieel bestanddeel
Actieve handeling hetgeen iemand doet wat niet mag
OF
Passieve handeling daar waar moest gehandeld worden waar iemand niet heeft
gehandeld (= verzuimsmisdrijf)
2. Morele bestanddeel
De motivatie/intentie achter handeling
Moeten samen voorkomen om van misdrijf te kunnen spreken
Als je bv ontoerekeningsvatbaar bent morele bestanddeel mist
Zolang actieve handeling er niet is niet strafbaar
Je mag op zich alles denk wat je wilt
Alle misdrijven worden in wetboek in 2 stukken vernoemd:
1. Beschrijving misdrijf met specifieke samenstellende elementen
2. Bijhorende straf
Bv: “Artikel 418: Hij die onopzettelijk iemands dood veroorzaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van 50 tot 1000 euro
Wanneer de doding het gevolg is van een verkeersongeval dan bedraagt de gevangenisstraf drie
maanden tot vijf jaar en een geldboete van 50 euro tot 2000 euro “
Opdeling misdrijven op basis van de zwaarte van het misdrijf (3):
Misdrijf = overkoepelende term voor: misdaad, wanbedrijf & overtreding
1: misdaad
o Criminele straf
o Opsluiting (is geen gevangenisstraf) van 5 jaar tot levenslang (30 jaar)
o Hof van assisen: bijzonder samengesteld hof met volksjury
Bv: verkrachting, moord
2: wanbedrijf
o Correctionele straf
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kiarab126. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.