Gedrag in organisaties
Alblas & Wijsman, gedrag in organisaties 2013 (zesde druk)
Sociologie en psychologie willen allebei:
Gedrag beschrijven
Gedrag verklaren (a.d.h.v. theorie)
Gedrag beïnvloeden
Verschil:
Psychologie houdt zich bezig met het gedrag van de mens als individu
Sociale psychologie houdt zich bezig met de wisselwerking tussen het individu en diens
sociale omgeving
Sociologie richt zich op het bestuderen van menselijk gedrag binnen bepaalde
gemeenschappen of samenlevingsverbanden
Dus, gedrag staat altijd centraal maar het analyseniveau verschilt. Bijv. ziekteverzuim.
Communicatie
3 vormen communicatie:
Schriftelijk
Mondeling
Non-verbaal
Formele communicatie: vooral schriftelijke informatie
Informele communicatie: wat er tussenin zit
(Figuur 5.5: communicatiemodel PP week 2)
Tekorten:
Bij de zender:
Onduidelijkheid
Breedsprakig (te veel informatie)
Onvolledig
Tegenstrijdige signalen
, Bij overdracht/medium:
Fysieke ruis (geluid op de achtergrond)
Psychologische ruis (te veel informatie op het kanaal)
Semantische ruis (taal bijvoorbeeld verschillende soorten talen of moeilijke woorden)
Bij de ontvanger:
Kennis van de ontvanger
De gemoedstoestand van de ontvanger
De relatie met de zender
De situatie waarin de boodschap ontvangen wordt
Belemmeringen: feedback:
Afwezigheid
Te gering/ onduidelijk
Verwerpen van de boodschap
(Figuur 5.20 boek: gedrag in organisaties)
Verbeteringen communicatie:
Verbeteren interpersoonlijke communicatie:
Zendervaardigheden
Luistervaardigheden
Metacommunicatie (het hebben over de manier waarop iemand communiceert)
Verbeteren van formele communicatie:
Structurele ingrepen (bijv. verplatting)
Nieuwe of andere communicatiemiddelen inzetten
Management by walking around (niet alleen via e-mail maar ook om de tafel zitten
(betrokkenheid))
Leidinggeven
Wat is macht?
Invloed uitoefenen op opvattingen, gevoelens en /of gedrag van een ander
Positie gebonden machtsmiddelen bij leidinggevenden:
Economische middelen geld kunnen bieden
Informatiemiddelen toegang tot informatie
Legitimiteit vanzelfsprekendheid
Alblas & Wijsman, gedrag in organisaties 2013 (zesde druk)
Sociologie en psychologie willen allebei:
Gedrag beschrijven
Gedrag verklaren (a.d.h.v. theorie)
Gedrag beïnvloeden
Verschil:
Psychologie houdt zich bezig met het gedrag van de mens als individu
Sociale psychologie houdt zich bezig met de wisselwerking tussen het individu en diens
sociale omgeving
Sociologie richt zich op het bestuderen van menselijk gedrag binnen bepaalde
gemeenschappen of samenlevingsverbanden
Dus, gedrag staat altijd centraal maar het analyseniveau verschilt. Bijv. ziekteverzuim.
Communicatie
3 vormen communicatie:
Schriftelijk
Mondeling
Non-verbaal
Formele communicatie: vooral schriftelijke informatie
Informele communicatie: wat er tussenin zit
(Figuur 5.5: communicatiemodel PP week 2)
Tekorten:
Bij de zender:
Onduidelijkheid
Breedsprakig (te veel informatie)
Onvolledig
Tegenstrijdige signalen
, Bij overdracht/medium:
Fysieke ruis (geluid op de achtergrond)
Psychologische ruis (te veel informatie op het kanaal)
Semantische ruis (taal bijvoorbeeld verschillende soorten talen of moeilijke woorden)
Bij de ontvanger:
Kennis van de ontvanger
De gemoedstoestand van de ontvanger
De relatie met de zender
De situatie waarin de boodschap ontvangen wordt
Belemmeringen: feedback:
Afwezigheid
Te gering/ onduidelijk
Verwerpen van de boodschap
(Figuur 5.20 boek: gedrag in organisaties)
Verbeteringen communicatie:
Verbeteren interpersoonlijke communicatie:
Zendervaardigheden
Luistervaardigheden
Metacommunicatie (het hebben over de manier waarop iemand communiceert)
Verbeteren van formele communicatie:
Structurele ingrepen (bijv. verplatting)
Nieuwe of andere communicatiemiddelen inzetten
Management by walking around (niet alleen via e-mail maar ook om de tafel zitten
(betrokkenheid))
Leidinggeven
Wat is macht?
Invloed uitoefenen op opvattingen, gevoelens en /of gedrag van een ander
Positie gebonden machtsmiddelen bij leidinggevenden:
Economische middelen geld kunnen bieden
Informatiemiddelen toegang tot informatie
Legitimiteit vanzelfsprekendheid