Casus 1:
De heer/mevr van Ginkel is door de vaatchirurg verwezen naar fysiotherapie i.v.m. atherosclerotisch vaatlijden
in het linker been. Er is sprake van toenemende pijnklachten in de kuiten bij diverse activiteiten, maar met
name bij wandelen. Tijdens het wandelen beginnen de eerste pijnklachten na ongeveer 150 meter. Na 200
meter moet de patiënt echt stoppen vanwege ondraaglijke pijn. Deze pijn neemt af na 1 of 2 minuten stilstaan.
Hij/zij is met pensioen en woont alleen.
Voorbereidingsopdrachten:
1. Er zijn meerdere aandoeningen die pijn in de kuiten kunnen geven. Maak een aantal hypothesen op
basis van deze (korte) anamnestische weergave en neem deze mee naar de toets. Zorg dat je uit kan
leggen hoe je op deze hypothesen komt.
2. Bereid een anamnese/intake voor bij deze patiënt.
3. Maak, op basis van de KNGF richtlijn sPAV, een onderzoeksplan gericht op deze patiënt (conform
het format) en neem deze mee naar de toets.
4. Maak een behandelplan voor deze casus, o.a. op basis van de richtlijn en neem deze mee naar de
toets.
Anamnese intake: eerste Loftig en daarna CEGS
Loftig: lokalisatie, ontstaanswijze, functiestoornis, tijdsverloop, intensiteit en geschiedenis
CEGS: Cognitie (hoe denkt iemand er over), emotie, gedrag en sociaal
Hypotheses casus 1:
1. sPAV, ook wel claudicatio intermittens genoemd.
2. Zenuw probleem van nervus ischiadicus afsplitsing nervus tibialis.
3. Probleem met m. Gastrochnemius of m. Soleus, bijvoorbeeld spierschade of verminderde
spierkracht.
Hypothese 1:
Onderszoeksdoelstelling: functionele en maximale loopafstand meten.
Onderzoeksmiddelen: loopband test, snelheid van 3,2 km/h en de eerste 2 minuten de hellingshoek
op 0%, hierna gaat de hellingshoek per 2minuten 2% omhoog tot maximaal 10% hellingshoek daarna
gewoon door blijven lopen. Snelheid niet verhogen. De resultaten zijn de functionele loopafstand
(wanneer de patiënt wil stoppen) en de maximale loopafstand (wanneer de patiënt moet stoppen).
Daarna kijk je waar de pijn zit, hoe erg de pijn is en of dat de patiënt nog ergens anders last van heeft
wat ook de loopafstand kan beïnvloeden. Meet de pijn van de patiënt met de ACSM schaal. Ook kijk
je tijdens de test naar het looppatroon van de patiënt. Ook gaan we nog naar de benen kijken en deze
palperen of daar enig verschil in is te zien. Vraag ook altijd op de loopband de borgschaal 6-20 uit en
leg van tevoren uit.
Beargumentatie: Als een patiënt claudicatio intermittens heeft dan kan de patiënt geen lange
afstanden meer lopen zonder pijn te krijgen in de kuit, je kunt dan via de fontaine schaal kijken in
welke schaal de patiënt zit.
Hypothese 2:
Onderzoeksdoelstelling: Onderzoeken of er uitval van sensibiliteit en kracht is.
onderzoeksmiddelen: Op de behandelbank, laat patiënt op de buik liggen en wrijf, druk en knijp in
beide kuiten te gelijk, vraag bij alle 3 de handelingen of er een verschil in gevoel is. Meet de kracht
,van de triceps surae door aan beide kanten tegelijk de tenen van zich af te drukken tegen de handen
van de fysiotherapeut.
Beargumentatie: De nervus tibialis loopt naar de kuit toe en geeft motorische en sensorische
informatie door vanaf de kuit naar het ruggenmerg en andersom. Als er iets met deze zenuw aan de
hand is kan dit ook pijnklachten geven, of er iets met een zenuw aan de hand is kan je meten door
sensibiliteit en kracht te meten.
Hypothese 3:
Onderzoeksdoelstelling: Kijken of er schade is aan een van de spieren van de triceps surae.
Onderzoeksmiddelen: Laat de triceps surae aanspannen doormiddel van kracht te geven en kijk of dit
pijn doet, doe dit ook aan beide kanten om te kijken of er een krachtverschil is.. Rek de triceps surae
op en kijk of dit pijn doet. Leg de patiënt op de behandelbank en bekijk en palpeer de kuiten op
verschillen van temperatuur, spierspanning, kleur etc.
Beargumentatie: Het zou kunnen zijn dat door lichte schade of een verminderde spiertonus je pas
naar een langer stuk lopen last krijgt van je kuit omdat deze dan teveel belast wordt.
Behandelplan Claudicatio intermittens:
Voorlichting:
- Eerst kijken of de patiënt begrijpt wat er aan de hand is.
- Voorlichting geven over wat er precies aan de hand is met de patiënt
- Risicofactoren uitlichten, en eventueel kijken of deze verminderd kunnen worden
- Behandelplan uitleggen en vertellen waarom dit gedaan moet worden.
- Gevolgen vertellen als dit behandelplan niet aangehouden wordt.
Vergroten van de functionele loopafstand:
- Eventueel aanpassen van looppatroon.
- Hieronder de tabel voor de hoeveelheid behandelingen bij de fysiotherapeut.
-
- Bij de fysiotherapeut wordt er op de loopband getraind, zo kan ook steeds gezien worden of
de loopafstand verbeterd wordt. De looptraining bij de fysiotherapeut is minimaal een half
uur per keer.
- De functionele aftand van Mvr. Van Ginkel is 150 meter en de maximale loopafstand is 200m.
- De eerste looptraining gaat als volgt: 1ste sessie loopt mevrouw tot 175 meter op 3,2 km/h en
mag dan stoppen (dan heeft ze als het goed is al pijn, borgschaal rond de 11), wachten tot de
pijn weer weg is getrokken en dan weer lopen tot borgschaal 10-11. Dan weer rust tot de pijn
weg is en dan weer lopen tot borgschaal 10-11. En zo door tot het half uur vol is, houdt wel in
de gaten dat ze minimaal de 150 meter blijft lopen per sessie.
, - Volgende keer bij de fysiotherapeut de eerste afstand die gelopen moet worden vergroten
met 15 meter, dus in het geval van mevr. Van Ginkel gaan we naar de 190 meter, voor de rest
trainingsprogramma hetzelfde volgen als de voorgaande keer.
- Patiënt moet thuis ook beginnen met looptraining elke dag. Laten beginnen met niet een al te
groot rondje van bijvoorbeeld 700-800 meter. De patiënt moet lopen tot dat hij de pijn voelt,
en dan proberen nog 20 meter verder te lopen, weer tot de borgschaal rond de 11-12 zit. Dan
mag de patiënt stoppen tot dat de pijn weg is getrokken en dan weer lopen tot borgschaal
11-12. Zo verder tot de patiënt thuis is. (wel eerst van tevoren goed uitleggen tot welke pijn
de patiënt moet lopen en hoe de borgschaal werkt)
(ascm schaal voor pijn ook uileggen, en uitprinten)
Casus 2. Mvr. De Wit 55jaar
Mw/dhr. de Wit heeft 8 weken geleden een hartinfarct gekregen met rest pompdysfunctie linker
ventrikel. Sindsdien is de ‘cardiac output’ van de linker ventrikel verminderd. Mw/dhr. de Wit is
locatiedirecteur van een reisbureau en is altijd met haar/zijn werk bezig. Ze/hij is getrouwd, heeft 3
kinderen en een hond. Ondanks haar/zijn drukke leven vindt zij/hij dat ze ook haar/zijn huis en tuin
netjes moet houden, en wil zij/hij slank blijven. Zij/hij ging 2x per week met vriendinnen/vrienden
naar een fitnessclub. Momenteel is zij/hij snel vermoeid en kan zij/hij niet alle dagelijkse activiteiten
doen die zij/hij gewend is. Zij/hij gaat daarbij regelmatig over haar/zijn grenzen heen.
Hulpvraag: zo snel mogelijk weer de oude ‘conditie’ krijgen.
Voorbereidingsopdrachten:
1. Bereid een anamnese/intake voor.
2. Maak een aantal hypothesen op basis van deze korte anamnestische weergave en neem deze mee
naar de toets.
3. Maak, m.b.v. KNGF richtlijn hartrevalidatie, een onderzoeksplan gericht op deze patiënt en neem
deze naar de toets mee.
4. Maak, m.b.v. KNGF richtlijn hartrevalidatie, een behandelplan gericht op deze patiënt en neem
deze naar de toets mee
Anamnese/intake: LOFTIG en CEGS
LOFTIG: locatie, ontstaanswijze, functiestoornis, tijdsverloop, intensiteit en geschiedenis
CEGS: cognitie, emotie, gedrag en sociaal.
Hypotheses:
1. Door een verminderde cardiac output van de linker ventrikel is haar aerobe
uithoudingsvermogen afgenomen.
2. Door een verminderde cardiac output van de linker ventrikel is Mevr. De Wit minder gaan
bewegen en daardoor is haar krachtuithoudingsvermogen afgenomen in benen, armen en
romp
3. Door een verminderde cardiac output in de linker ventrikel is het anaerobe
uithoudingsvermogen afgenomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller c36. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.