Samenvatting
Stad en Beleid
tweede druk, 2014
Kirsten Roozeboom
Hoofdstuk 1: Stedelijk beleid in vogelvlucht
Er zijn een aantal kenmerken waardoor een stedelijke samenleving verschilt van een dorp:
- De stedelijke bevolking de bevolking is heterogeen. Inwoners vertonen grote diversiteit
- De stedelijke voorziening de voorzieningen van een stad zijn veel meer divers en
uitgebreider dan die van een dorp
- Het stedelijk grondgebied het grondgebied van een stad is klein in verhouding met het
aantal mensen wat er op leeft. Er is een relatief hoge bevolkings-en bebouwingsdichtheid. Dit
heeft consequenties voor de fysiek-ruimtelijke inrichting van een stad en voor het sociale
samenleven.
Fysieke werkelijkheid is de bebouwing van een stad. Dit bestaat uit woonhuizen, kantoorcomplexen,
kerken, bruggen gas – en elektriciteitsnet en waterleidingen.
In fysieke domein leven de mensen in de stad. Samen is dit de fysieke werkelijkheid.
de beperkte oppervlakte van het fysieke domein in verhouding tot het grote aantal mensen dat er
gebruik van moet maken heeft consequenties voor de invulling van de stad en de wijze van het
samenleven. Omdat er zoveel diversiteit is aan mensen, is er ook een grote diversiteit aan
activiteiten. Daarom onderscheiden we het sociale, cultureel en economisch domein.
Veel mensen op een kleine plek brengt vaak veel specifieke vraagstukken met zich mee. Ook
beoordelen mensen uit de stad hun leefomgeving vaak negatiever dan mensen van het platteland.
Toch heeft het platteland ook problemen. Krimpgebieden bijvoorbeeld, die steeds meer te maken
krijgen met een krimpend inwoneraantal.
Decentraliseren houdt in dat niet alles meer geregeld wordt vanuit Den Haag maar dat de taken
worden verdeeld in de verschillende provinciën.
Stadvernieuwingsbeleid dit beleid heeft een sociaal karakter. Het beleid richtte zich op de
emancipatie en de integratie van de bewoners van de oude stadswijken en op het verbeteren van de
sociale samenhang in de wijken. Het doel was de stijging van de inwoners op de sociale ladder. Het
werd toch meer een technische operatie. Huizen werden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De
gedachten hierachter was dat als het er aantrekkelijker uitzag, dan kwamen er mensen op af en
zouden de fysieke vernieuwingen en sociale samenhang bevorderen.
Probleemcumulatiegebieden (PCG-beleid) dit is een gerichte aanpak. Het beleid moest meer sociaal
georiënteerd zijn dan het stadsvernieuwingsbeleid. Dit zijn gebieden waar veel problemen op elkaar
gestapeld werden.
Sociale vernieuwing-beleid het PCG-beleid werd uitgevoerd tot 1989. Daarna werd het vervangen
door het sociale vernieuwingsbeleid. Het doel was, net zoals het PCG-beleid, om de sociale
achterstand te bestrijden. Het beleid richtte zich op de emancipatie van de stadsbewoners door
werkgelegenheids-en scholingsprojecten en op het versterken van de sociale cohesie in kwetsbare
buurten.
, Verkokering betekent dat autonoom opererende beleidsactoren gescheiden van elkaar bezig zijn en
daarmee niet goed communiceren en samenwerken. Hierdoor kan een probleem niet goed worden
opgelost omdat de actoren gescheiden handelen.
Selectieve migratie is dat veel bewoners met een hoger inkomen verlaten de stad, bedrijven gingen
weg en mensen met een lager inkomen stroomde in.
Grotestedenbeleid had in eerste instantie het doel om de economische en de sociale structuur te
verbeteren in steden. Later werd daar fysiek structuur aan toegevoegd.
Convenant is een overeenkomst waarin prestatieafspraken worden vastgelegd.
Herstructurering betekent dat de eenzijdige samenstelling van de bevolking en de eenzijdige
woningvoorraad in deze wijken wordt doorbroken door grootschalig te slopen en te herbouwen. Een
ander fysieke maatregel was om de sociale problemen op te lossen. Deze manier wordt ook wel
social engineering genoemd.
Integraalbeleid is een beleid dat op sociaal, economisch en fysiek gebied in samenhang wordt
ontwikkeld.
Gebiedsgericht beleid betekent dat het beleid zich richt op bepaalde delen van de stad. Meestal de
meest kwetsbare wijken. Om dit voor elkaar te krijgen, werd vanuit het Rijk gewerkt aan deregulering
en ontkokering. Dit betekent dat er maatregelen werden genomen om de verkokering te
verminderen en de decentralisatie te bevorderen en het aantal regels te beperken. Integraal,
gebiedsgericht werken betekent dus ook eigenlijk niet-verkokend werken.
Programmatische aanpak ontstaan omdat er geen afzonderlijke projecten meer werden gefinancierd.
Er werden afspraken gemaakt met de steden, meerjarenontwikkelingsprogramma’s. (MOP’s)
voorbeeld is ‘opgroeien in de stad.’ Voor de ontwikkeling van jeugd op het gebied van participatie,
opvoedingsondersteuning, opvang en schoolse voorzieningen.
Brede doeluitkering is dat een gemeenten iedere vijf jaar een bepaald bedrag krijgen i.p.v. steeds
aparte bedragen. Een ISV-budget (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing)
Beleidsoutput is een GSB-maatregel die werd uitgevoerd.
Beleidsoutcome is het maatschappelijke effect van de GSB-maatregel.
Sectoraal beleid is dat het fysiek-ruimtelijke, economische en het sociale beleid zich los van elkaar
ontwikkelen. Dit staat het integrale beleid in de weg.
Wijkbudgetten fungeren als financieringsbron voor wijk initiatieven.
Kansenzones zijn gebieden waar gunstige regelingen gelden voor ondernemers. Dit zou de
economische dynamiek bevorderen.
Multidomeinproblemen zijn stedelijke vraagstukken. Het wordt multidomeinprobleem genoemd
omdat het gaat over domein overschrijdende problemen. Het zijn problemen op sociaal, sociaal-
economisch, sociaal-cultureel en fysiek-ruimtelijk vlak. Deze problemen doorkruisen verschillende
actoren en oorzakelijk hangen ze nauw met elkaar samen.
Multi-actorproblemen zijn problemen waarbij zowel meerdere actoren bij het beleid als veel
belanghebbende betrokken zijn. De actoren hebben vaak sterk verschillende meningen. Hun visies
lopen vaak erg uiteen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kirsten-x. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.96. You're not tied to anything after your purchase.