- Communicatie: versturen van informatie
- Informatie = niet betekenis
- Dus: message 1 = niet message 2
Communiceren is het uitwisselen van lege doosjes > Shannon & Weaver noemden
dat ‘informatie’ > wij noemen het tekens
- Tekens kunnen aanwijzingen geven voor hoe je ze moet begrijpen; voor welke
betekenis je ze moet geven > zoals doosjes dat ook doen over wat erin zit –
maar dat ‘begrip’, die ‘betekenis’ zit niet in die tekens > tekens zijn lege
doosjes
- Betekenis zit dus niet in of aan het teken, maar wordt er door de ontvanger
aan gegeven > hoe? > bestaan verschillende ideeën over > vormen samen de
leer van de tekens = semiotiek
Charles Peirce – semioticus (1839 – 1914) > tekens ontlenen hun betekenis aan de
manier waarop we ze relateren aan hun referent
Iconische relatie = gebaseerd op gelijkenis
Symbolische relatie = gebaseerd op afspraak > bijvoorbeeld ‘hond’
Indexicale relatie = ‘wijst’ naar betekenis > bijvoorbeeld ‘dit’, ‘hij’, ‘morgen’
Ferdinand de Saussure – semioticus (1857 – 1913) > tekens ontlenen hun
betekenis aan hun relatie met andere tekens
- Syntagmatische relaties – tussen tekens van verschillende orde (bijv.
verschillende woordsoorten)
- Paradigmatische relaties – tussen tekens van dezelfde orde (bijv. eenzelfde
woordsoort)
Taaltekens hebben een ‘arbitraire’ relatie met hun betekenis > bijv.
hond/dog/chien/perro (?)
(Taal)tekens geven wel een aanwijzing hoe ze geïnterpreteerd moeten worden >
maar die betekenis zit niet in de taaltekens, die moeten we daar als taalgebruikers
aan geven > daarvoor gebruiken we Peirce (de relaties met de referenten) en
Saussure (de relaties met andere tekens)
- Het ‘lege doosje’
- Semantiek
,Referentiële betekenis: we praten over de wereld (representatie)
Handelingsbetekenis: we stellen vragen, we leggen uit (communicatieve
strekking/pragmatische betekenis)
Interpersoonlijke betekenis: door te communiceren/tekens uit te wisselen gaan
we relaties aan met anderen
Hoorcollege 2: Pragmatiek
Taalfilosofie ≠ nieuwe feiten aan het licht brengen > maar: orde en helderheid
scheppen m.b.t. reeds ‘bekende’ feiten, i.c. hoe taal gebruikt wordt
Meaning = use (Wittgenstein) > meaning is determined by use; words by
themselves have no intrinsic meaning: ‘the meaning of a word is its use in the
language’
(Traditionele) taalkunde – zet ‘use’ (principieel) buiten haakjes
- Saussure: langue (taalsysteem) vs. parole (gebruiksgevallen)
- Chomsky: competence (taalvermogen) vs. performance (realisaties)
o Studieobject = taalsysteem/taalvermen; ≠ gebruik van taalsysteem in
de (communicatie)praktijk
o Vorm-gericht/formeel (i.p.v. functie-gericht/functionalistisch)
Austin:
- Uitingen kunnen diverse communicatieve functies vervullen
- Niet-constatieve uitspraken (≠ beweringen) zien niet-waarheidsgevoelig
- In dat geval gelden andere beoordelingscriteria (‘pragmatische
presupposities’)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambersouleymane. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.