Deze samenvattingen bestaat uit aantekeningen van zowel werk- als hoorcolleges. Daarnaast is die aangevuld met verplichte theorie. Al met al alle stof die je moet kennen voor je tentamen. Alles wat je nodig hebt om een mooi resultaat op je tentamen te behalen en dus het vak te halen!
GIO Samenvatting Tentamen
Functies van groepen voor organisaties
- Complexe takken kunnen uitvoeren.
- Creatieve ideeën bedenken.
- Coördinatie tussen partijen.
- Socialiseren en trainen van nieuwkomers.
Functies van groepen voor individuen
- Verbondenheid (affiliatie).
- Testen en delen van percepties van de wereld.
- Bevestigen zelfvertrouwen.
- Terugdringen onzekerheid.
Gedeelde identiteit=algemeen beeld van de groep als collectief geheel.
- Iedereen hecht veel belang aan het groepsbeeld.
- Onderscheidend, wijkt af van andere groepen.
- Gevolg: vereenzelviging: Ik = Wij
Ingroup bias (beter dan anderen)
Groep= twee of meer individuen die interactie hebben en onderling afhankelijk
zijn, die zijn samengekomen om bepaalde doelstellingen te bereiken.
Formele groepen= aangewezen werkgroep gedefinieerd door de structuur van
een organisatie
- Gevormd van buitenaf
- Werkgroepen.
Informele groepen= groep die niet wordt gedefinieerd door de structuur van
een organisatie; zo'n groep verschijnt als antwoord op andere behoeften, zoals
sociale clubs of belangengroepen
- Gevormd van binnenuit
- Vriendengroepen.
Ingroup= de leden van een groep waartoe we behoren
Sociale netwerken: relaties tussen sociale entiteiten (individuen, groepen,
organisaties)
Social identity theory=een perspectief dat overweegt wanneer en waarom
individuen zichzelf als leden van een groep beschouwen
Punctuated Equilibrium Model= reeks fasen die tijdelijke groepen doorlopen
die overgangen tussen inertie en activiteit met zich meebrengen
1. De eerste ontmoeting bepaalt
de richting van de groep: gedrag en assumpties worden vastgelegd
2. De eerste fase van de groep is inertie: vaste werkwijze of de groep staat stil
,3. Einde van de 1e fase en er vindt een transitie plaats. Deadline nadert
4. Door de transitie vindt er een grote verandering plaats en oorspronkelijke
plannen veranderen nieuwe richting voor fase 2
5. Tweede fase van inertie of evenwicht plannen die gemaakt zijn tijdens de
transitie worden uitgevoerd
6. De laatste bijeenkomst wordt gekenmerkt door versnelde activiteit om het
werk af te maken
Eigenschappen van groep (properties)
Groepsrol= de taakgerichte positie die je inneemt in de groep.
Rol perceptie= het eigen beeld van de rol die je hebt
Rol verwachtingen= de verwachtingen die anderen van je hebben
- Psychologisch contract= ongeschreven afspraak die beschrijft wat
management verwacht van een werknemer en andersom
Rol conflict= ervaren conflict wanneer je verschillende onverenigbare rollen
hebt
- Inter rolconflict= conflict dat veroorzaakt wordt doordat een individu lid is
van 2 verschillende groepen
Normen= gedeelde attitudes, meningen, gevoelens en acties die gedrag
voorspellen
- Expliciete statements.
- Kritieke ervaringen.
- Primacy effect.
Conformiteit= het aanpassen van eigen gedrag zodat het overeenkomt met de
normen van de groep
- Reference groups= groepen waar individuen zich mee identificeren, bewust
lid van willen zijn en waarvan de leden belangrijk voor hem of haar zijn
Conformiteit
Informationele invloed
- Sociale percepties valideren
- Anderen als bron van informatie over de werkelijkheid.
- Sterker in ambigue (minste informatie bekend) situaties.
Normatieve invloed
- Affiliation/verbondenheid behouden
- Anderen als bron van goedkeuring of afkeuring.
- Sterker naarmate groepscohesie (groupthink).
Afwijkend werkgedrag= het vrijwillige gedrag dat organisatorische normen
schendt en hiermee het welzijn van de organisatie bedreigd
Maatschappelijk deviant gedrag wordt vaak door groepsnormen aangewakkerd
- Maatschappelijk afwijkend gedrag door groepsnormen
- Productie: vroeg weggaan, hulpmiddelen verspillen
- Politiek: schuld geven, roddelen
- Agressie: verbaal, seksueel
- Bezit: stelen, saboteren, liegen over werkuren
, Status= de sociale positie of rangorde die je in een groep geniet, of die een
groep geniet t.o.v. andere groepen
Status characteristics theory= status komt voort uit 1 van de volgende
bronnen:
- De macht die iemand heeft over anderen
- Het vermogen van iemand om bij te dragen aan de doelen van de groep
- Persoonlijke eigenschappen
Social loafing= de neiging om minder moeite te doen wanneer er samen wordt
gewerkt dan als er alleen wordt gewerkt
- Hoe groter de groep, hoe minder individuele inspanning.
- Expectancy theorie: Leidt mijn bijdrage tot een betere prestatie? Heeft een
betere prestatie consequenties voor mij?
Social loafing voorkomen: groepsdoelen stellen, competitie binnen de groep
verhogen, stimuleren dat groepsleden elkaar individueel evalueren,
gemotiveerde groepsleden selecteren die voorkeur hebben om in groepen te
werken, beloningen deels baseren op individuele bijdrage
Cohesie= in hoeverre groepsleden zich tot elkaar aangetrokken voelen en
gemotiveerd zijn om in de groep te blijven
- Gerelateerd aan productiviteit waarbij prestatienormen invloed hebben
- Vergroten door: verklein de groep, stimuleer competitie met andere groepen,
beloon de groep i.p.v. individuele leden
Diversiteit= de mate waarin groepsleden gelijk zijn aan of verschillen van elkaar
- Verhoogt conflicten
- Breuklijnen= verdeeldheid binnen een groep, waarbij de groep wordt
opgebroken in subgroepen gebaseerd op individuele verschillen
- Surface-level diversity= gebaseerd op observeerbare karakteristieken
- Deep-level diversity= gebaseerd op niet-observeerbare karakteristieken
Groupthink= de norm voor consensus wordt meer benadrukt, waardoor de
groep weerhouden wordt van het kritisch bekijken van een minder populaire of
ongebruikelijke alternatieven
- Een groep is vooral gemotiveerd om harmonie en consensus te bereiken en te
behouden en minder bezig met analyseren van de situatie. Hart et al.
- Groepsleden rationaliseren elke weerstand
- Er wordt druk gevoerd op de leden die twijfels uiten over gedachten die de
meerderheid gelooft door de andere leden
- Leden die twijfels hebben proberen te vermijden dat ze afwijken van de
groepsconsensus door stil te zijn en zichzelf ervan te overtuigen dat de
twijfels onjuist zijn
Voorkomen door:
- Groepsgrootte beperken
- Leider van de groep moet geen duidelijke mening vormen
- Lid als advocaat van de duivel aanstellen meerderheid tegengaan
Groupshift/groepspolarisatie= verandering in risico tussen een groepsbesluit
en individueel besluit van een groepslid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemijnmuller. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.82. You're not tied to anything after your purchase.